Vanuit Proud2Bme vinden we het belangrijk om de mensen die hersteld zijn van een eetstoornis wat vaker onder de aandacht te brengen. Niet alleen omdat we het mateloos moedig vinden dat ze hun angsten zijn aangegaan en hebben overwonnen, maar ook in de hoop jou hiermee te inspireren en nét dat beetje meer hoop te geven.
Ben jij hersteld van je eetstoornis en wil jij jouw verhaal delen in onze ‘Mateloos Moedig’ interviewserie? Stuur ons dan een mailtje via redactie@proud2Bme.nl.
Vorige keer kon je het vandaag van Manon lezen, vandaag vervolgen we de serie met het verhaal van Joyce. Joyce is 31 jaar oud. Ze woont sinds twee jaar in de buurt van Leiden, maar komt oorspronkelijk uit de buurt van Rotterdam. In het dagelijks leven is ze Oncologie verpleegkundige in het Erasmus MC in Rotterdam. Haar leven ziet er nu heel anders uit dan enkele jaren geleden. Ze heeft een nieuwe relatie gekregen waarvoor ze is verhuisd, is van ziekenhuis veranderd, heeft de oncologiespecialisatie gedaan en is een stuk vrijer gaan lezen. Ze kan nu zichzelf zijn en ze voelt zich gelukkig.
Hoe zag jouw leven met een eetstoornis eruit?
“Op mijn veertiende ontwikkelde ik een eetstoornis. Ik kreeg, zonder dat ik het zelf door had, anorexia. Zonder er al te diep op in te gaan, heb ik in die periode traumatische ervaringen gehad die ervoor zorgden dat ik in mezelf keerde en onbewust een eetstoornis ontwikkelde. In die eerste periode ben ik intensief behandeld in het Sophia Kinderziekenhuis waar ik hele liefdevolle zorg en aandacht heb gekregen, maar na een tijdje dacht ik voor mezelf dat ik er wel weer was en dat ik het alleen af kon. Dit bleek echter niet zo te zijn. Ik zocht verschillende hulpinstanties (ik ging niet terug naar het Sophia omdat ik me schaamde) maar niet één leek aan te sluiten bij mijn hulpvraag. Ik denk ook dat ik toen nog niet écht klaar was om te herstellen.”
Wanneer of waarom besloot je: nú is het tijd voor herstel?
“Eigenlijk heb ik jarenlang een beetje aangemodderd tot ik in 2017 een flinke terugval in de eetstoornis kreeg. De terugval begon met lichamelijke klachten zonder duidelijke oorzaak. Ik kreeg verschillende onderzoeken in het ziekenhuis, maar de oorzaken bleven uit en de klachten verergerde. Toen ik vervolgens medicatie kreeg en niet meer in staat was om te werken of om mijn leven te leiden, werd het voor de omgeving duidelijk dat ik een terugval had in mijn eetstoornis.
Ik raakte in paniek omdat ik door de medicatie tegen de pijn niet meer kon werken, niet meer kon sporten, niet meer kon autorijden en eigenlijk alleen maar veel kon slapen. De lichamelijke klachten bleken te zijn ontstaan door het opkroppen van meerdere gebeurtenissen in de jaren daarvoor. Ik ben doorgegaan, heb niet naar mijn lichaam of gedachten geluisterd en heb mijn lichaam eigenlijk continu in de ‘aanval-stand’ laten staan.
Toen ik op een dag instortte – omdat duidelijk werd waardoor ik de lichamelijke klachten had en waarom ik weer een terugval had – heeft mijn omgeving erop gestaan dat ik weer in behandeling zou gaan. Ik wilde zelf ook niets liever. Ik ben via het Sophia Kinderziekenhuis (waar ik nu te oud voor was) in contact gekomen met de Ursula kliniek (waar ik op mijn 14e ook ben geweest, maar daar toen nog te jong voor was) en ben daar in behandeling gegaan.
Ik heb verschillende therapieën gehad: MGDB (Meer Gezins Dagbehandeling), ERT (Emotie Regulatie Therapie), individuele gesprekken met de psychiater, individuele therapie met één van de hoofdbehandelaars, PMT (psychomotorische therapie), trauma verwerking en een behandeling voor OCD (Obsessive-Compulsive Disorder).”
Wat was jouw grootste uitdaging tijdens herstel?
“Door de eetstoornis had ik ook last van een depressie en van OCD. De OCD hebben we pas in de laatste periode aangepakt, omdat dit samenhing met mijn eetstoornis. Wanneer je de eetstoornis aanpakt, pak je vaak ook direct de OCD aan.
De depressie ging helaas wel ver dit keer. Dit kwam mede doordat de MGDB een zwaar traject voor mij was. Ik ging in het begin alleen maar achteruit in plaats van vooruit en wist niet meer goed hoe ik eruit zou komen. De hulp in de Ursula Kliniek voelde voor mij als de laatste hoop omdat ik al zoveel had geprobeerd, dus het moest slagen. Ik wilde beter worden en weer leven, maar door de depressie voelde alles te zwaar en te donker.”
Wat is de beste hulpverlening voor jou geweest?
“Ik ben geholpen met medicatie, wat ik in principe niet wilde. Ik wilde anti-depressiva zolang mogelijk uitstellen, maar na meerdere gesprekken erover en na meerdere verschillende medicatie uitgezocht te hebben, besloot ik het te proberen. We kozen voor een medicatie die invloed zou hebben op het loslaten van controle, op het rust geven in het hoofd en op het beïnvloeden van de depressieve gevoelens.
Anti-depressiva staat erom bekend dat het enige tijd nodig heeft om effectief te zijn, en bij de start en bij elke ophoging krijg je last van bijwerkingen welke niet mild zijn. Toen ik uiteindelijk de effecten begon te merken en ik de therapieën beter aankon, was ik gerust gesteld.
Uiteindelijk ben ik bijna 4 jaar in behandeling geweest in de Ursula. Ik ben de therapeuten daar enorm dankbaar voor de motivatie die ze mij hebben gegeven om in therapie te gaan. Met name groepstherapie; dat vond ik verschrikkelijk, maar bleek uiteindelijk het beste te zijn wat me kon gebeuren. Ik ben de meiden uit de groep van de MGDB erg dankbaar voor hun openheid en vertrouwen en mijn moeder die elke dag weer meeging en er naast de dagen in de Ursula altijd voor mij was.”
Hoe kijk je nu terug op jouw eetstoornis?
“Ik kijk er met een fijn gevoel op terug, want het heeft me mijn leven terug gegeven. Ik kan weer genieten, écht leven en anderen helpen. Het is niet zo dat ik nu alleen maar goede dagen heb, maar als ik een mindere dag heb, weet ik waar dat door komt en hoe ermee om te gaan. De mindere dagen horen erbij. Je kunt niet altijd gelukkig en blij zijn maar je kunt wel proberen het beste te maken van elke dag en als dat niet lukt om te proberen dat te accepteren.
Een eetstoornis heeft altijd een functie. Ik zou de periode van de eetstoornis niet over willen doen, maar ik zou de lessen die ik eruit heb gehaald niet willen missen. Ik ben nu wie ik ben, mede door het doormaken van de eetstoornis (de trauma’s die tot de eetstoornis hebben geleid) en de herstelperiode ervan. Ik kan nu weer echt voelen en daardoor ook meer geven. Dit gun ik iedereen en als ik iemand daarbij kan helpen doe ik dat ook met alle liefde!”
Wat zou je anderen mee willen geven?
“Tegen mensen die met een eetstoornis kampen zou ik willen zeggen: kies voor jezelf en kies ervoor om je eigen leven weer te kunnen leiden. Probeer uit die ‘bubbel’ te komen en zoek hulp. Of blijf in contact met anderen als je dat al hebt. Je bent het waard om te leven en die eetstoornis gaat jou niks geven! Ook al denk je van wel, maar dat is niet zo. Op korte termijn voelt het misschien fijn, maar op de lange termijn maakt het je kapot en geeft het je helemaal niks meer.
Als ik terugkijk op mijn leven tijdens de eetstoornis, was ik mezelf niet. Ik was erg somber en in mezelf gekeerd. Ik dacht continu na over het eten en het drinken, over de beweging die ik die dag zou hebben en checkte mezelf meerdere keren per dag van alle kanten in de spiegel. Het was een hele vermoeiende en sombere tijd. Dit gun ik jou niet. Ik gun jou dat je jezelf in de spiegel aan kunt kijken en tevreden bent met wat je ziet en met wie je bent. Dat je niet nadenkt over wat je gaat eten en drinken of wat je al gegeten of gedronken hebt, ook niet over hoeveel je nog moet bewegen die dag. Ik gun je rust en vrijheid.”
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie