Mateloos Moedig: mensen vinden altijd iets van je

Vanuit Proud2Bme vinden we het belangrijk om de mensen die hersteld zijn van een eetstoornis wat vaker onder de aandacht te brengen. Niet alleen omdat we het mateloos moedig vinden dat ze hun angsten zijn aangegaan en hebben overwonnen, maar ook in de hoop jou hiermee te inspireren en nét dat beetje meer hoop te geven. Vandaag vervolgen we onze serie met het verhaal van Ilona.

Ilona is 38 jaar en woont samen met haar vriend en kat. Ze heeft een eigen online coachingspraktijk. Haar kat is dus haar allerliefste collega. Het is haar missie om vrouwen anders te leren denken zodat ze meer in zichzelf gaan geloven, van zichzelf en hun lichaam gaan houden en meer energie krijgen. “Ik had nooit durven dromen dat ik zou zeggen dat ik blij ben met mezelf – en mijn lichaam – en dat ik gelukkig ben met mijn leven.” Ze is eindelijk waar ze moet zijn en kennelijk was het nodig om daar de nodige tegenslagen voor mee te maken.

Hoe zag jouw leven met een eetstoornis eruit? 

“In 2009 maakte ik iets heftigs mee. Ik had het gevoel geen controle meer te hebben over mijn leven door een keuze die niet voelde als mijn eigen keuze. Kennelijk was dat de trigger om een eetstoornis te creëren. Ik ging verhuizen en werd lid van een sportschool. Daar ging ik trainen. Steeds vaker en steeds langer. Daarnaast at ik steeds minder. Het liefst at ik alleen maar groenten en dronk ik water en Cola Light. Ik had vaste tijden dat ik mocht eten. Als dat tijdstip voorbij was, jammer dan, ook geen eten. Dat voelde stiekem als een overwinning. Afspraken met vrienden of leuke dingen doen met mijn ouders ging steeds moeizamer. Ik wilde best afspreken, maar dan pas wanneer ik had gesport. Dat ging boven alles. Anders ben ik de hele dag onrustig en dat is dan ook niet gezellig voor de ander – hield ik mezelf voor.

Oh, en als ik dan wat had gegeten zocht ik naar manieren om dat er ook af te bewegen. Ik woonde in een appartement op vier hoog zonder lift, dus heb heel wat keren op en neer gelopen in het trappenhuis. Buikspieroefeningen naast het bed. Schoonmaken. Het maakte niet uit; beweging is beweging en ik voelde de calorieën er weer af vliegen. Op een gegeven moment begonnen mensen opmerkingen te maken. ‘Je moet niet dunner worden hoor…’ en ik dacht: tegen wie hebben ze het? Want ik ben echt niet dun! Het was tijdens een buikspiersessie dat ik ineens mijn ribben voelde en daar van schrok. Na de schok was ik trots: ik ben dus wel dun aan het worden. Dat motiveerde me om door te gaan. Mijn wereldje werd steeds kleiner en kleiner. Alles draaide om sporten en (niet) eten. Maar… ik had de controle. Joepie.”

Wanneer besloot je: nú is het tijd voor herstel?

“Het was op een zaterdagmiddag. Ik was bij mijn ouders en had voor het eerst op het trekkertje het grasveld gemaaid. Daar had ik zo’n lol in. Ik zat met mijn vader aan de keukentafel thee te drinken en hij keek me met waterige oogjes aan. Daar schrok ik van. Mijn vader was een man die niet makkelijk zijn emoties liet zien, laat staan huilde. Hij keek me aan en zei: ‘Het is lang geleden dat ik je zo heb zien lachen als net. Ik maak me zorgen om je, wil je geen hulp zoeken?’ Ik schrok. Wow, is het dan zo erg met me gesteld? Die maandag belde ik de huisarts en kon direct terecht.”

Wat is de beste hulpverlening voor jou geweest? 

“De huisarts verwees me door naar Dimence. Ik vond het onpersoonlijk en voelde me niet begrepen. Ik gaf de antwoorden waarvan ik dacht dat ze wilden horen en was er snel klaar mee. Na een paar afspraken ben ik niet meer gegaan. Deze manier van hulpverlening paste niet bij mij. Ik werd er eerder opstandig van dan dat het helpend was. Wel ben ik naar de lotgenotenavond geweest waar ook mijn ouders welkom waren. Daar werd uitleg gegeven aan de mensen die leven met iemand met een eetstoornis. Het was fijn dat mijn ouders op die manier meer inzichten kregen en mijn dus beter konden helpen. Ik vond het vooral waardevol dat ze dat voor mij wilden doen. Zij zagen het als vanzelfsprekend, dat raakte me diep en motiveerde me om door te gaan met herstel. 

Ik zocht een diëtiste op. Bij haar voelde ik me vrij snel begrepen en op mijn gemak. Ik was ook bijna altijd eerlijk over wat ik wel en niet gegeten had en hoe lang en hoe vaak ik gesport had. Ik hield me aan de schema’s en maakte de opdrachten. Maar eerlijk? Het veranderde vervolgens niets blijvends aan mijn eet- en beweegpatroon.

Toen kwam ik via via in aanraking met een Mental Coach. Hij hield me letterlijk en figuurlijk een spiegel voor. Het was mega confronterend om te horen dat ik alles zelf zo had gecreëerd met mijn gedachten. ‘Wat zeg je wanneer je tegen jezelf praat?’, vroeg hij keer op keer. Ik praatte erg lelijk en slecht over mezelf. Als ik datzelfde tegen iemand anders had gezegd, had ik geen vrienden meer over gehad. Door hem werd ik me daar bewust van. Ik leerde andere woorden te gebruiken (woorden die vóór in plaats van tegen me werken) en leerde anders naar mezelf, situaties en gebeurtenissen te kijken. Vaak dacht ik: had ik dit maar eerder geweten.

Wat jij denkt bepaalt hoe jij je voelt, hoe jij je voelt bepaalt hoe jij je gedraagt, hoe jij je gedraagt bepaalt hoe andere mensen op jou reageren en daar denk jij weer wat van. Als ik denk ‘ik ben dik‘ is dat een boodschap naar mijn brein. Die voert alles klakkeloos uit. Dus ik zal mij dik voelen. Als ik in de spiegel kijk, zal ik een dikke vrouw zien. Dat is de waarheid die ik met mijn gedachten heb gemaakt. Als het zo kan, kan het dus ook anders.”

Wat heeft herstel jou gebracht? 

“Ik raakte mezelf kwijt, kwam mezelf vaak tegen en heb mezelf teruggevonden. Het mooie is dat ik niet alleen mezelf, maar ook mijn passie vond. Als dit voor mij werkt, wil ik dit andere mensen ook leren. Dat is wat ik nu doe, als ervaringsdeskundige andere mensen helpen onder het mom van: als ik het kan, kun jij het ook!”

Wat was jouw grootste uitdaging tijdens herstel?

“Mijn grootste uitdaging tijdens het herstel was terugvallen in het oude gedrag. Want dat voelde voor mij vertrouwd. Voor sommige mensen is het een hele opgave om naar de sportschool te gaan. Voor mij was het een hele opgave om niet te gaan. Verschrikkelijk en het voelde ook helemaal niet goed. Terwijl ik dan thuis afleiding zocht, had ik het gevoel dat ik met de minuut een kilo aankwam. In het begin ging ik dan op andere manier toch beweging zoeken. Maar het is een kwestie van doorzetten en blijven doen, of eigenlijk niet doen in dit geval. Mijn zelf gecreëerde gevangenis voelde veilig, ik wist wat ik had. Pas later besefte ik dat het schijnveiligheid was ik helemaal niet leefde. Ik was puur aan het overleven. Met pijn in mijn hart kijk ik terug naar mezelf in die gevangenis.

Wat ik ook verschrikkelijk vond tijdens het herstel was aankomen. Ik was in die tijd trots als mijn kleren om me heen lubberden want dan deed ik voor mijn gevoel iets goed. Kleren gingen wat strakker zitten en ik moest een maatje groter gaan kopen.”

Hoe kijk je nu terug op jouw eetstoornis? 

“Ik kijk terug op mijn eetstoornis met enerzijds bewondering en anderzijds verdriet. Bewondering in de zin van wat een doorzettingsvermogen had ik toen. Ik kreeg nauwelijks iets van voeding binnen en deed daarnaast van alles. Fulltime werken, het huishouden doen, uren in de sportschool elke dag en dan ook nog ‘leuk gezelschap’ zijn. Ik kan me dat nu echt niet voorstellen hoe ik dat toen voor elkaar heb gebokst. Ik ben heel perfectionistisch en dat was ik ook met mijn eetstoornis. Zo van, als ik iets doe dan doe ik het goed. Aan de andere kant kijk ik er met verdriet op terug en denk ik: meisje, meisje… wat heb je jezelf toch aangedaan? Was het nou echt nodig om zo gemeen en hard voor jezelf te zijn? Jarenlang heb je in de overlevingsstand gestaan. Zoveel moois gemist. Ergens ben ik de anorexia ook dankbaar. Ik wist nooit echt wat ik wilde in mijn leven maar heb wel mijn passie ontdekt. Mental coaching. Oké fair enough én sporten; uiteindelijk heeft het me, hoe cliché dat ook klinkt, wel sterker gemaakt.”

Belangrijkste levensles? 

“Mijn belangrijkste levensles is dat het niet uitmaakt wat een ander van je vindt. Een ander vindt altijd wel iets van je. Als je aankomt krijg je opmerkingen, als je afvalt krijg je opmerkingen. Doe je iets goed, vinden ze er wat van en als je iets raars doet vinden ze er ook wat van. Het maakt dus niet uit wat je doet, mensen praten wel. Maar, het gaat niet om wat anderen vinden of denken. Het gaat om MIJ! Het gaat om JOU! Het gaat er niet om of een ander van jou houdt. Het allerbelangrijkst is dat jij van jezelf houdt. Ik gebruik door de dag heen vaak deze affirmatie: Ik hou van mezelf precies zoals ik NU ben. Ik hou van mijn lichaam precies zoals het NU is.”


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

3 reacties op “Mateloos Moedig: mensen vinden altijd iets van je”

  1. mooi dat laatste!

  2. Mooi geschreven en knap wat je bereikt hebt!!Heel veel succes verder!!!

  3. Dit geeft hoop, dankjewel hiervoor!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *