Lief lichaam,
Wat hebben we toch met elkaar gestruggled. Soms leken we mijlenver uit elkaar te staan, harmonie leken wij niet te kennen. Ik vraag me vaak af waarom ik je dit alles heb aan gedaan. Jij hebt het mij zo vaak en op zoveel manieren proberen te vertellen… Ik luisterde niet, ik hoorde je niet. Ik dacht het altijd weer beter te weten. Ik moest en zou doorgaan. Ik drukte je over al je grenzen heen. Ik was boos op je. Je zat me in de weg. Je voelen of zien was me vaak al te veel. Ik haatte je.
Ik haatte het als je me in de steek liet, als je pijn deed of als je helemaal op was. Ik beschadigde je. Jouw pijn en moeite voelen maakte dat ik jou pijn ging doen. Soms doelbewust, soms in blinde paniek. Ik vond mij niet de moeite waard om jou te hebben. Ik verwaarloosde je. Ik was kritisch. Je nam te veel ruimte in. Ik vond je niet mooi. Ik was keihard voor je. Minder, dat moest je worden. Na een hele lange tijd waarin jij daar totaal tegenin ging en dat niet toestond won dat stemmetje in mijn hoofd toch de strijd. Al je kracht leverde je in. Ik brak je af, letterlijk en figuurlijk tot op het bot. Stoppen was geen optie, nee, jij moest door van mij. Nooit was je goed genoeg.
Daar gingen we dan, met zijn tweeën de afgrond in. Had ik maar naar je geluisterd. Je vertelde me zo veel. Je wou zo goed voor me zorgen! Ik heb je afgebroken. Sorry, dat doet me nu zo’n zeer. Wat een puinhoop is het geworden.
Toch ben je steeds weer bij me gebleven. Heb je gestreden. Gestreden daar waar menigen het allang had opgegeven. Soms streed je samen met mij, maar veel te vaak alleen. Wat ben ik blij met jou, wat ben ik trots op jou. Het kost me nog veel moeite, maar ik wil zo graag samen zijn met jou. Ik wil je omarmen en van je houden. Ik wil luisteren naar dat wat je mij te vertellen hebt. Ik wil voor je zorgen, zoals jij zorgt voor mij. Zoals je dat altijd hebt gedaan. Jij hoort bij mij, jij doet mij leven. Je draagt me, beweegt me, je houdt me warm. Wat ben je sterk.
Lief lichaam, na la die turbulente jaren staan wij nu samen, zij aan zij. Ik duw je niet meer, ik trek je niet meer. We doen het samen. Vertel me wat je voelt, ik luister. Vertel me wat je nodig hebt, ik geef het je. Zeg me wanneer je niet meer kan, ik stop. Ik durf je te vertrouwen.
Wij zijn ik. Goed zoals ik ben.
Liefs van Juliët
Geef een reactie