“Ik kan het niet”, “ik begin er niet aan, want het gaat me toch niet lukken..” Ik verdien geen hulp, want mijn probleem is niet ernstig genoeg”. Het hoofd van een eetstoornis patiënt is niet het meest gezellige hoofd om een kijkje in te nemen. Toch heeft het in mijn eigen herstel (en ook nu nog in het dagelijks leven) vaak geholpen om juist wél een kritische blik te werpen in mijn hoofd en mijn gedachten eens onder de loep te nemen..
Laatst volgde ik een yogales die ging over beperkende of limiterende gedachten. Simpelweg gedachten die ervoor zorgen dat je iets niet doet en die hierdoor je groei in de weg staan. Als ik mijn dagboeken teruglees van de tijd dat ik diep in mijn eetstoornis zat, herken ik allerlei van dit soort gedachten die mijn herstel in de weg hebben gezeten. Als ik na een periode van streng lijnen of juist veel eetbuien mijn eetschema weer probeerde op te pakken, begon ik al met de gedachte: “het lukt toch niet”. Krijg dan nog maar eens gemotiveerd je twee boterhammen en beker zuivel weg…
Wat ik vaak lees, is dat ik mijn eigen beperkende gedachten projecteerde op anderen. Zo legde ik de ‘schuld’ of verantwoordelijkheid van mijzelf af. Ik beperkte niet mijzelf, maar ik werd beperkt. In werkelijkheid was dit in veel gevallen juist andersom. Zo lees ik in mijn dagboek vaak de zin “ik word door de kliniek niet serieus genomen”. Inmiddels zie ik in dat de hulpinstantie waar ik therapie volgde, mij net zo serieus nam als ieder ander. Ik nam mijzelf echter niet serieus. Uit deze gedachte kwam behoorlijk ongezond gedrag voort. Ik ging nog meer afvallen, zodat ik serieus genomen zou worden. Dit maakte mijn herstel een stuk lastiger.
Iets wat verbonden is met het mijzelf niet serieus nemen, is dat ik niet aan wilde komen. Ik was bang dat anderen dachten dat ik te dik was voor een eetstoornis. Pas nu besef ik mij dat de meeste mensen helemaal niet bezig waren met hoe dun ik al dan niet was en waarschijnlijk ook niet direct dachten dat mijn eetstoornis over zou zijn met een paar kilo meer. Ikzelf was degene die hier bang voor was.
Deze beperkende gedachten hebben mijn herstel dus flink in de weg gezeten. Het feit dat ik deze limiterende gedachten aan andere mensen toeschreef, maakte het er ook niet makkelijker op. Hierdoor legde ik de verantwoordelijkheid bij iemand anders, in plaats van te kijken naar mijn eigen denkpatronen. Uiteindelijk werd niemand hier blij van, want zowel ikzelf als de mensen om mij heen wilden eigenlijk maar één ding: dat ik beter werd.
Inmiddels ben ik er alert op dat ik mijn beperkende gedachten niet op iemand anders projecteer. Zoals mijn moeder zegt: “op je eigen bordje leggen!” Door te zien dat het mijn gedachten zijn, kan ik hier ook zelf de verantwoordelijkheid voor nemen. Ik kan ze tackelen, als onwaar zien of ombuigen naar meer positieve gedachten. En zo wordt mijn hoofd steeds prettiger om een kijkje in te nemen. Dat is best fijn, omdat je het toch maar de hele dag met je meezeult.
Geef een reactie