Of ik het zat was? Ja, behoorlijk, maar stilzitten was gewoon geen optie. Zodra ik een tijdje stilzat, gingen er alarmbellen af. Hoe kon ik nou stilzitten als ik ook gewoon door kon bewegen? Alle extra beweging was mooi meegenomen en ik zag het echt als win-momentjes om hierdoor extra calorieën te verbranden. Het zat zo in mijn systeem, het hoorde zo bij mijn dagritme, dat ik dat pas echt doorhad op de momenten dat het even niet kon.
En als het dan even niet kon – als er bijvoorbeeld iemand bij mij was, of als de situatie het niet toeliet – begon de onrust toe te slaan. Confronterende onrust. Niet bewegen, niet mijn dagelijkse oefeningen doen, voelde niet als een optie. Tegelijkertijd besefte ik op deze momenten ook dat het een beetje gek was. Als het de normaalste zaak van de wereld was geweest, had ik het ook gewoon durven doen waar anderen bij waren. Ik had dus wel door dat het niet normaal was, maar stoppen wilde ik ook niet. Ik wist niet precies hoeveel calorieën ik ermee verbrandde, maar toch voelde het alsof het hele kaartenhuis in zou storten als ik een keertje zou overslaan.
Naast mijn vaste dagen in de sportschool, begon en eindigde ik mijn dag ook met oefeningen. Hele vreemde en spastische oefeningen waarbij ik soms alleen maar wild om mij heen sloeg. Een hele dag alleen thuis zorgde er eigenlijk altijd voor dat ik dus de hele dag oefeningen kon doen. Omdat er altijd een mogelijkheid was om te bewegen, hoe klein die beweging ook was, voelde het altijd fout om daar niet voor te kiezen. Waarom stilzitten als je ook kunt bewegen? Elk moment dat ik niets deed, of als ik door omstandigheden mijn oefeningen moest overslaan, voelde dat als lui en gaf mij het gevoel dan maar te moeten compenseren.
Het sluipt erin en het is nooit genoeg. Elke dag wordt het een beetje erger en uiteindelijk word je een slaaf van je eigen bewegingsdrang. Ik moest het doen; het was geen keuze. Omdat het, ondanks de vermoeidheid en de spierpijn, makkelijker was om te volgen dan om er tegenin te gaan. Het was in alle opzichten direct verbonden met mijn eetstoornis en elk obsessieve beweging gaf meer kracht en meer zeggenschap over mijn lichaam. Wanneer je wilt herstellen en die eetstoornis los wilt laten, is het net zo belangrijk om die bewegingsdrang los te laten. Om daarmee om te leren gaan en uiteindelijk dat bakje chips te eten, of dat stukje chocola. Op de bank. Terwijl je gewoon stilzit.
Bouw het af
Iets wat op dagelijkse basis zo sterk aanwezig is, kan denk ik niet in één keer helemaal verdwijnen. Dat hoeft misschien ook niet. Juist door het af te bouwen kun je wennen aan het gevoel en langzaam ook het vertrouwen terugwinnen in je lichaam. Wat gebeurt er als ik het alleen op halve dagen doe? Of op een gegeven moment nog maar een paar dagen in de week? Maak hier heldere afspraken over en bespreek je doelen. Anderen kunnen vaak goed met jou meedenken en dit zorgt misschien ook voor een extra stok achter de deur.
Geef jezelf de tijd om te wennen aan de rust. Mij hielp het om momenten in te plannen om echt stil te zitten. In het begin zat ik dus letterlijk mijn tijd uit, om vervolgens weer wild in het rond te springen. Maar hoe vaker je jezelf dwingt om te oefenen, hoe minder eng het wordt. Het gevoel is zelden zo heftig als de eerste keren. Het gevoel went en er komt ruimte voor rust. Je lichaam mag echt ontspannen, het is zelfs ontzettend belangrijk. Hoe vaker je daar de tijd voor neemt en die balans zoekt, hoe makkelijker je het gevoel ook toe kunt laten.
Heb vertrouwen
Het is doodeng. Tenminste, ik vond het blijven zitten en minderen in bewegen heel erg eng. Waarom wist ik eigenlijk niet precies, want het gevoel was heel erg groot geworden en ik had het ook gewoon nooit uitgezeten. Waar was ik precies bang voor? Dat ik in één keer heel veel aan zou komen als ik even minder zou bewegen? Dat mijn armen dikker werden als ik ze langs mijn lichaam zou laten? Ik wist rationeel echt wel dat het niet meteen zo uit zou pakken, maar toch durfde ik het niet aan om het te proberen.
Die angst concreet maken kan helpen om het te relativeren. Dat maakt het gevoel misschien niet meteen minder, maar je kunt die angst wel te lijf gaan met een hoop relativerende gedachten en helpende zinnen die er tegenover kunt zetten. Het vertrouwen in je lichaam is natuurlijk ver te zoeken als je een eetstoornis hebt, dus die drempel voelt denk ik altijd heel hoog. Toch kun je dat vertrouwen stapje voor stapje terugwinnen door die angst toch aan te gaan en zelf te ondervinden wat er gebeurt als je eens probeert. Om zelf te ondervinden dat er niets gebeurt; dat er niets gebeurt waar jij bang voor bent en dat je het overleeft.
Geef het iets in de plaats
Er is niets moeilijker dan ergens mee stoppen zonder er iets voor terug te krijgen. Dan is het dubbel zo zwaar. Hoe moeilijker het is, hoe groter de kans is dat je toch terug wilt grijpen naar die oude gewoonte. Dat heeft altijd het snelste en meest bevredigende effect. Misschien is er op korte termijn even niets dat zo rustgevend werkt, maar misschien kun je wel iets vinden wat een klein beetje in de buurt komt. Zodat je niet volledig met lege handen staat en die drang hoeft te onderdrukken.
Wanneer ik iets anders mocht doen, hielp het al een beetje om mij af te leiden. Door te schrijven, te tekenen, te schilderen of iets anders creatiefs te doen, mocht ik bezig zijn en kon ik al die drang in iets anders leggen. Het gaf mij ook de kans om nieuwe hobby’s te ontdekken en te ontwikkelen die anders nooit de kans kregen. Het gaf misschien niet meteen het gevoel dat ik kreeg van het excessief bewegen, maar dat was ook iets waar ik doorheen moest. Dat bevredigende gevoel had natuurlijk ook te maken met het tevreden en rustgevende gevoel vanuit mijn eetstoornis; het gevoel dat je hem even tevreden had gemaakt. Dat gevoel was juist iets om tegenin te gaan en dat is nou eenmaal wennen.
Dat ik dat niet meer mocht doen, betekende niet dat ik echt letterlijk stil moest zitten. Het gaf mij ergens ook de ruimte om dingen te doen die ik leuk vond of die echt ergens toe bijdroegen. Ik ben nooit fan van de afwas geweest, maar als ik niet op elk vrij moment hoefde te sporten, kon ik hier ook wel even een momentje aan besteden. Niet om vervolgens dwangmatig alles schoon te maken en dat tot nieuwe sport te verheven, maar ik merkte dat ik meer oog kreeg voor de dingen om mij heen. Dingen waar ik ook mijn energie in kon stoppen, zonder dat het ten koste ging van mijn lichaam.
Wat vind je écht leuk?
Het betekent ook niet dat je nooit meer zou mogen sporten, maar die eetstoornis kan het sporten wel volledig z’n doel voorbij laten gaan. Zelf vond ik sporten vaak niet leuk tijdens mijn eetstoornis, het was altijd een kwestie van moeten. Het voldane gevoel kwam omdat ik had gedaan wat moest, niet omdat ik het zo leuk vond en er echt mijn ei in kwijt kon. Het heeft veel meer te maken met dwang en obsessief bewegen, niet met sporten voor je plezier.
Bewegen kan heel leuk zijnl sport kan echt iets toevoegen aan je leven en dat is iets wat je prima daarna weer kunt ontdekken. Als die eetstoornis naar de achtergrond verdwijnt, komt er vaak pas weer ruimte voor alles wat jij kan en wat jij leuk vindt. Waar krijg jij energie van en wat vind jij écht leuk om te doen? Niet omdat je eetstoornis vindt dat je er zo lekker calorieën mee verbrandt, maar omdat jij dan even alles om je heen vergeet en opgeladen naar huis kunt. Misschien vind je dat wel helemaal niet in het hardlopen of in de sportschool, maar ligt jouw passie bij dansen of snowboarden? Gun jezelf die zoektocht naar iets wat je echt leuk vindt en waar jij blij van wordt; dat mag namelijk de enige voorwaarde zijn om te sporten!
Het hoeft niet alleen
Die onrust en bewegingsdrang uitzitten hoeft natuurlijk niet alleen. Het heeft mij ook altijd geholpen om iemand naast mij te hebben om tegenaan te kletsen en mijn onrust een beetje mee te delen. Ook als je het er liever niet over hebt kan het fijn zijn om wat afleiding van iemand anders te hebben. Gewoon een filmpje kijken met iemand die naast mij ook gewoon stilzat zonder dat er iets gebeurde, was al erg helpend. Zij hadden hier geen last van en dat is ook wat ik uiteindelijk ook wilde. Ik wilde juist leren hoe zij hiermee omgingen; het hielp dus wel om dat soms gewoon een beetje na te doen. Nee, dat was niet altijd makkelijk, maar het gevoel zakte uiteindelijk altijd en dat hoefde ik niet stil in mijn eentje te ondergaan.
Geef een reactie