Ik hoor mensen weleens zeggen dat er in westerse landen meer anorexia bestaat dan in Aziatische landen. Het is een sprookje. Een eetstoornis komt er net zo vaak voor als bij ons. Jarenlang heb ik in Azië gewoond en doordat ik ervaringsdeskundige ben, kon ik de meisjes en vrouwen er zo tussenuit halen. Ik heb een leuke anekdote waaruit blijkt dat huidskleur niets met anorexia te maken heeft. Zo ook armoede en rijkdom niet.
Elisabeth Riphagen is moeder, schrijfster en sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Ze schrijft over haar ervaringen met een langdurige en verborgen eetstoornis en met ongeneeslijk ziek zijn. Over de lessen die ze heeft geleerd en wat ze jou daarvan wil meegeven. Regelmatig verschijnen er blogs van haar op Proud2Bme. Wil je meer van haar lezen? Dat kan via de tag ‘Elisabeth blogt‘. Haar voorstelblog, in de vorm van een interview, vind je hier.
Ik gaf jaren geleden computerles aan een groep Indonesische vrouwen in de leeftijd van twintig tot vijftig jaar. De vrouwen waren erg geïnteresseerd in de wijze waarop wij in het Westen leven. Meestal praatten we eerst vijftig minuten over onze lessen en gingen we dan snel over tot de dagelijkse dingen van het leven. Die vonden we vaak veel interessanter. De warmte, de nuchterheid en de spontaniteit van Indonesische vrouwen raakten mij telkens weer. Ik leerde veel van hun eenvoud en hun slimheid. Ze maakten zich weinig zorgen en leefden veel sterker bij de dag dan ik als westerse vrouw. Als voorbeeld: op een dag liep ik het lege klaslokaal binnen. Waar waren de vrouwen voor de computerles? Was ik in de war? We hadden toch duidelijk afgesproken dat we ook deze week bij elkaar zouden komen. Niemand had mij op de hoogte gebracht dat de les niet doorging. Ik bleef een tijdje rustig wachten, want geduld is in Indonesië een schone zaak.
Na een uur keerde ik wrevelig huiswaarts. De volgende dag hoorde ik dat een offerfeestdag de boosdoener was. De geesten moesten vrolijk gestemd worden door ze lekkernijen te offeren. Dat was duizend keer belangrijker dan een computerles. Dat ik het niet wist maakte het voor mij een verrassing, volgens de vrouwen. Ik had immers onverwachts een vrije middag gekregen.
Terug naar mijn computerles. In de groep was een jonge vrouw van 25 jaar. Ze heette Floor en was erg slank. Tijdens ons uurtje vrij praten ging het meestal over gezond eten. Wat was raadzaam om te eten om geen hoge bloeddruk te krijgen? Wat was goed tegen kanker? Ook in Indonesië is kanker volksziekte nummer twee. De meeste vrouwen hebben geen geld voor medicijnen, verzekering bestaat nauwelijks en de regering geeft geen compensatie. Bij Floor ontdekte ik dat ze aan een eetstoornis leed en volgens mij wist Floor dat ook ik dit fenomeen kende. Op een middag bracht Floor een fles met bruine drab mee. Ze zette de fles voor me neer en zei: ‘Die is voor jou.’ Ik keek haar niet-begrijpend aan. Ook de anderen keken nieuwsgierig naar de fles.
‘Jouw lichaam is te slank, net als dat van mij’, zei ze met een schelmse stem. ‘Je groeit niet van de inhoud van de fles. Je ziel komt erdoor tot rust.’ ‘Moet mijn ziel tot rust komen?’, vroeg ik. Het was muisstil. De vrouwen keken haar allemaal nieuwsgierig aan. ‘Ja’. zei Floor. ‘We moeten allemaal werken aan onze ziel en dit drabje helpt ons.’ De zin je groeit er niet van, maar je ziel komt tot rust, bleef bij mij hangen. Toen we later alleen waren, liep Floor op me af en kregen we een gesprek over onze gezamenlijke eetstoornis.
Ze beweerde bij hoog en bij laag dat alleen al in haar dorp veel meisjes aan een eetstoornis leden. Klinieken of ziekenhuizen, trainingen of workshops bestonden niet voor deze vrouwen. Ook was er niet een soort GGZ waar ze terecht konden. Daartegenover stond wel dat er praatgroepen bleken te zijn voor anorexia– en boulimia-meisjes waren. Ik werd uitgenodigd om mee te doen aan hun praatgroep. Het bleek in de praatgroep niet alleen te gaan over eten, maar ook over thema’s als eenzaamheid, verdriet, rouw en dat soort gevoelens.
Wat vooral aan de orde kwam, was ervaring en gevoel. Met verstand, met ratio werd niet veel gedaan. Iedereen zat op de lijn van: hoe kan jouw ziel betoverd en geïnspireerd raken? Staat de eetstoornis jouw gevoel van vrijheid in de weg? Helpt de natuur van de dromerige eilanden met de zonsondergangen ons? Nee. Is het een bord traditionele Indonesische saté, gado gado of ayam bakar met gebakken rijst wat jou kan helpen? Nee. Wat dan wel? Laat je ziel vliegen, geef het de vrijheid, geniet van de wuivende palmbomen en zie jezelf vooral als een deel van het grotere geheel. Mijn vriendin was bezig om verliefd op het leven te worden en trots op haar lijf. Ze vertelde mij dat als ik in de praatgroep kwam, ik zou leren hoe mijn ziel tot rust kwam. Want de ziel de nodige rust gunnen, zou de anorexia en de boulimia tot stilstand brengen. Ik was benieuwd en zei ‘ja’.
Geef een reactie