Wanneer ik denk aan mijn jeugd ben ik me er heel erg van bewust hoe fijn mijn thuissituatie is geweest. Ik ben er dankbaar om dat ik heb mogen opgroeien in zo’n liefdevol gezin. Toch bracht dit ook complicaties met zich mee. Ik ben een kind van mijn ouders, ze houden van mij en willen graag dat het goed met me gaat, maar het ging lang niet altijd goed met mij. Ik was een zorgenkindje. Alles waar ik mee worstelde was iets waar zij automatisch ook mee worstelden.
Als ouders is het verschrikkelijk om te zien dat het niet goed gaat met je kind. Een eetstoornis, moeite met leren, automutilatie, drank- en drugsgebruik, liefdesverdriet, ruzie, ziekte, angsten, m’n ouders hebben het allemaal met me meegemaakt. Het is logisch dat een kind in de puberteit zorgen en problemen met zich meebrengt, maar ik besef me goed dat ik niet altijd de makkelijkste was thuis en dat hebben mijn ouders en broertje allemaal mee moeten maken.
Ik probeer me er niet schuldig over te voelen al is dat soms lastig. Ik was me er niet van bewust dat het zo heftig voor was voor de rest van het gezin. Ik kon er in zekere zin niet zo veel aan doen. Ik was een puber. Ik was in de war. Ik wist niet hoe ik mijn leven vorm moest geven en was ontzettend onzeker. De tijd ging me veel te snel en ik voelde me lang niet altijd op m’n plek bij de rest van mijn leeftijdsgenootjes. De middelbare school vond ik lastiger dan ik had gedacht. Ik dacht dat ik dom was. Niet goed genoeg was. Ik vond het leven maar eng. Ik durfde niet.
Dus ontwikkelde ik een eetstoornis. Natuurlijk is het niet zo’n direct gevolg, maar het komt er in zekere zin wel op neer. Mijn eetstoornis bood mij houvast. Houvast in mijn drang naar controle. Houvast in mijn perfectionisme. Houvast, omdat ik nog niet wist dat ik ADHD had. Houvast, omdat ik niet begreep wat er van me verwacht werd. Houvast, omdat ik zoveel van mezelf verwachtte. Terwijl het enige dat van mij verwacht werd was om gelukkig te zijn. Dat het goed met me ging, maar wat is dan goed? Ben ik wel goed? Gaat het wel goed? Zo veel vragen. Veel meer vragen dan antwoorden. Ik was bang. Bang om iets over het hoofd te zien.
Mijn angst nam de vorm aan van schijnbare onwil. Dit was verwarrend voor mijn ouders. Waarom wil m’n kind niet? Waarom durft m’n kind niet? Doe ik iets verkeerd? Heb ik iets verkeerd gedaan? Naderhand heb ik het er veel over gehad met mijn ouders. Ik weet hoezeer ze het zichzelf hebben kwalijk genomen dat ik een eetstoornis heb ontwikkeld. Het doet me pijn dat ik hun op deze manier heb pijn gekwetst, maar het is nooit mijn bedoeling geweest. Het was net zo min hun schuld als dat het mijn schuld was.
Een eetstoornis wens je niemand. Deze angst wens je niemand. Er is altijd uit liefde gehandeld binnen ons gezin, dat weet ik 100% procent zeker. Daar ben ik dankbaar om en ik hoop dat ze dat weten. Dat het tot ze doorgedrongen is al die keren dat we het er nog over hebben gehad. De oorzaak van een eetstoornis hangt af van zo veel verschillende factoren. Alles bij elkaar opgeteld maakte dat dit te manier was waarop ik met mijn gevoelens omging. Niemand had het zien aankomen, maar het is gebeurd en gebeurd is gebeurd.
Ik probeer me niet meer te focussen op al dat vroeger is gebeurd. Ik heb een heel goede band met mijn ouders en geniet van de momenten die ik nu met ze beleef. Het gaat goed met ons gezin, al wonen we niet meer samen. Toch was het op dat moment zaak om er op een goede manier mee om te gaan, maar hoe pak je zoiets aan? Wat kan je als ouders doen? Wat heeft je kind nodig? Wat als je kind niet durft?
Het is en blijft heel lastig om een juiste manier te vinden om hier mee om te gaan. De beste bedoelingen kunnen soms al heel verkeerd overkomen. Je kind zit immers in een onwijze tweestrijd met zichzelf. Het is niet zo dat je kind niet wil, het is dat je kind niet durft. Biedt onvoorwaardelijke liefde en creëer een plek waar gevoelens, twijfels en angsten mogen bestaan. Accepteer dat je niet alles voor je kind kan oplossen. Weet dat het niet jouw schuld is, weet dat je je best doet en dat ondanks dat je kind soms anders laat blijken deze echt van je houdt. We zijn allemaal mens. We hebben allemaal imperfecties. Als ouders, als zoons, als dochters, als gezinslid. We zijn niet perfect, maar we doen ons best en dat is wat telt.
Sommige dingen kan je als ouder niet alleen oplossen. Het is belangrijk om je daar bij neer te kunnen leggen. Raadpleeg een dokter. Zoek hulp van buitenaf. Schakel een professional in. Je bent de ouder van je zoon of dochter, niet de psycholoog. Handel uit liefde, luister naar je kind zonder te oordelen. Gevoelens mogen er zijn. Dat heeft je kind van je nodig. Wat je kind ook nodig heeft is dat je soms streng moet zijn en soms betekent dat dat je in een conflict terecht komt, maar weet tegen wie je strijd. Je strijd niet tegen je kind, je kind strijd niet tegen jou. Jullie strijden tegen een eetstoornis. Jullie strijden tegen angst. Jullie staan hier samen in.
De weg naar herstel duurt soms lang en dat is frustrerend. Herstellen is eng en heeft tijd nodig. Steun je kind tijdens elke stap van de weg. Als mijn ouders eens wisten hoe waardevol dat voor me was, al waren de stapjes nog zo klein, al leek het alsof ik niet vooruit kwam. Ik was blij dat ze er waren. Ik ben blij dat ze er zijn.
Het is goed dat je er bent.
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie