Toen ik een beginnende eetstoornis had, kreeg ik mijn eerste bijbaantje; bij de supermarkt op de hoek. Ik had het er naar mijn zin en verdiende een leuk zakcentje. Een aantal uurtjes per week zat ik achter de kassa, in een best wel lelijke oude polo met het logo van de winkel erop. Het was een vormloos one-size-fits-all geval dat geen schoonheidsprijs verdiende, maar waar objectief eigenlijk ook niet echt heel veel mis mee was. Op een dag werden we met het hele team bij elkaar geroepen voor de mededeling dat de supermarkt nieuwe bedrijfskleding zou gaan verstrekken. Het waren nette, nauwsluitende blouses. Iedereen was enthousiast, behalve ik. Het zweet brak me uit bij de melding dat iedereen één voor één naar het kantoor moest komen om maat te laten nemen….
Ik voelde me prima in mijn aftandse bedrijfspolo en ik had helemaal geen zin om mezelf in één of ander strak, strechloos blouseje te gaan wurmen waarin je mijn figuur goed zou kunnen zien. In die tijd was ik namelijk enorm onzeker over mijn gewicht en uiterlijk en ook rommelde ik al wat met eten. Ik zat niet zo lekker in mijn vel en ik dacht dat ik me beter zou gaan voelen als ik wat af zou vallen. Achteraf gezien zat ik toen al in de gevarenzone van het ontwikkelen van een eetstoornis.
Ik voelde me dik en ik wilde helemaal niet dat iemand mijn lichaam op zou gaan meten. Toen het eenmaal mijn beurt was, liep ik dan ook met lood in mijn schoenen naar het kantoortje waar de blouses werden verstrekt. Het was maar een ongemakkelijke bedoening en in mijn ogen leek iedereen dit ineens ook wel enorm serieus te nemen, waardoor ik me alleen maar naarder ging voelen. Na wat gepas en gemeet gebeurde precies datgene waar ik al bang voor was: Ik kreeg een blouse in één van de grootste maten die ze hadden. Een maat die ik veel te groot vond voor mij destijds. Ik was dus dik, zie je wel.
Ik sloeg op tilt en ik kreeg er ineens heel wat eetgestoorde gedachten bij. Tot overmaat van ramp bleef de nieuwe bedrijfskleding die hele week hèt onderwerp van gesprek in de supermarkt. Mijn collegaatjes leken er niet over op te kunnen houden. Ze gaven niet alleen hun mening over de nieuwe blouses, maar deelden ook openlijk welke maat zij hadden gekregen. Er werd mij op een gegeven moment zelfs expliciet gevraagd in welke maat ik mijn blouse in ontvangst had mogen nemen. Dat begreep ik niet en mijn eetstoornis snapte er nog minder van. Wat doet dat er nou toe!? Nou ja, in mijn hoofd hechtte ik er behoorlijk veel waarde aan, maar waarom waren zij plotseling zo geïnteresseerd hierin?
Het antwoord daarop heb ik helaas nog steeds niet. Misschien waren zij ook onzeker over hun maat? We waren immers allemaal jong en zoekende. Misschien was er simpelweg niets anders boeiends om over te praten. Zo spannend was het werken bij de supermarkt per slot van rekening ook niet.
Door al het gepraat over kleding en maten werd ik in ieder geval best wel onzeker. Ik vergeleek me met mijn collegaatjes en op de één of andere manier kwam ik hier altijd slecht vanaf. ‘Zij heeft dan misschien wel dezelfde maat als ik, maar zij is ook veel langer. Dat zij een grotere maat heeft, komt alleen maar omdat ze grotere borsten heeft dan ik.’ Van het vergelijken werd ik niet bepaald gelukkiger en eerlijk was het ook niet.
Nu, zo’n tien jaar later, kijk heel anders aan tegen maten, gewichten en kleding. Toen ik een eetstoornis had, kon ik me enorm vastbijten in getallen en hoeveelheden en konden kleine schommelingen op de weegschaal mijn humeur voor de hele dag beïnvloeden. Ik was enorm zoekende, naar wie ik was, wat ik wilde doen, naar wat ik moest met mijn leven. Bezig zijn met eten en mijn gewicht was een manier om mijn negatieve emoties, twijfels en onzekerheden een plekje te geven. Het was absoluut geen ideale manier om met mijn gevoelens om te gaan, maar ik wist even niet beter.
Inmiddels ben ik al geruime tijd genezen van mijn eetstoornis. Soms kan ik me helemaal niet meer goed voorstellen dat ik me echt zo veel zorgen heb gemaakt over een cijfertje in een kledinglabel. Toch weet ik dat wat ik toen voelde echt was en zeker geen aanstellerij. Ik zou willen dat ik het toen ook al zo had kunnen zien, want dan had ik waarschijnlijk eerder aan de bel getrokken.
Iedereen is anders, met een andere lengte en lichaamsbouw. Een kledingmaat definieert niet wie je bent of hoeveel je waard bent. Het zegt niets over jouw talenten, humor, intelligentie en vermogen tot liefhebben. Het is niets om wakker van te liggen, niets om je druk over te maken, niets om je onzeker over te voelen. Het echte probleem ligt vaak ergens anders als je veel zorgen maakt over je gewicht en uiterlijk. In mijn geval was dit in ieder geval wel zo. Je mag dit onderzoeken bij jezelf. Je zult namelijk nog heel lang met jezelf door één deur moeten kunnen. Daarom kun je maar beter proberen om jezelf zo goed mogelijk te leren kennen zodat je op een prettige manier met jezelf kunt opschieten.
Fotografie: Pablo Punk
Geef een reactie