Vroeger was alles nog leuk. Ik had geen zorgen, geen stress. Een typisch zorgeloos kinderleven. Het is bijna niet te bedenken dat één persoon, die ineens in je leven stapt, alles zo drastisch kan veranderen. In mijn omgeving ben ik altijd al degene geweest die wat terughoudender was. Het verlegen, stille meisje die geen risico’s wil of durft te nemen. Ik heb altijd heel erg tegen mijn zus opgekeken. Ik vond het zo knap hoe spontaan en open zij in het leven staat. Ik weet niet precies waarom ik zo anders was. Misschien heb ik het van mijn moeder, zij was vroeger ook altijd verlegen.
Misschien komt het door mijn oranje haar, het valt natuurlijk best op en je bent altijd ’anders’. Ik ben er nooit mee gepest, heel veel mensen vinden het erg mooi. Maar toch, je bent anders. Ik had best veel vriendinnen op de basisschool en kon wel voor mezelf opkomen. Maar op de een of andere manier keek ik altijd tegen iedereen op. Mijn vriendinnen hadden altijd wel íets dat leuker of mooier was. Toen mijn beste vriendin de overstap maakte van de basisschool naar de middelbare school ging ik naar groep 7. Dit was een hele grote verandering voor mij, want wij waren onafscheidelijk. Ook werd er een juf ziek waardoor er een halve klas bij ons werd gevoegd.
Er was een meisje bij Emmy. Ik weet nog goed dat wij tijdens zwemles ruzie hadden omdat ik tegen haar ‘vriendje’ aan het praten was. Langzaam begon ze steeds meer bij mijn vriendengroepje te horen en drong ze binnen in mijn leven. Ik weet niet precies waarom ik me zo bedreigd voelde door haar, maar ze had een soort grip op mij. Ze was zo dominant en overheersend, dat ik gewoon nooit tegen haar in durfde te gaan. Het werd steeds erger en erger. Ik durfde niet meer zonder haar met andere vriendinnen af te spreken. Dat heb ik één keer gedaan en het liep gelijk verkeerd. Ze kwam met een smoesje aanzetten. Dat ik toch eerst met haar had afgesproken? En niet met die andere vriendin? En zo voelden we ons schuldig en mocht zij ook mee. Zo deed ze dat.. manipulatief, dat was ze.
In groep 8 merkte ik dat ik last van mijn schouders had. Ook had ik steeds vaker een migraine aanval. Ik moest van mijn moeder naar een fysiotherapeut die mij vroeg of ik gespannen was. Natuurlijk was ik gespannen, maar dat ging ik haar niet vertellen waar mijn moeder bij was. Die wist niks over hoe Emmy echt was. Bij elke beslissing moest ik eerst even bedenken of Emmy het wel goed zou vinden. Bij mijn manier van doen moest ik even bedenken wat Emmy ervan zou vinden. Als zij boos zou worden op je, zou heel de school boos worden. De manier hoe ze dan allemaal naar je keken was verschrikkelijk. Toen groep 8 de musical moest voorbereiden voor het afscheid kreeg Emmy te horen dat ze nog een jaar in groep 8 moest blijven zitten. Tijdens de oefen uren voor de musical merkte ik hoe anders ik eigenlijk was. Hoe energiek en vrolijk ik kon zijn. Dit vrije gevoel had ik zo gemist!
Toen we de musical hadden kwam ze naar me toe en zei me hoe lelijk mijn make up zat. Dat maakte me niks uit, ik was eindelijk van haar af. En nu ik zo terug kijk, besef ik dat zij misschien wel bang was dat ik de ‘leiding’ van haar overnam. Dat ze zich bedreigd voelde en me dit daarom aandeed. Toen ik naar de brugklas ging had ik er wel nog last van. Ik was mezelf niet en deed er alles aan om leuk gevonden te worden. Ik paste mij zo aan, dat ik niet meer wist hoe het was om gewoon ‘mij’ te zijn. Was iemand hartstikke asociaal, dan deed ik ook asociaal. Praatte ik met iemand die in elke zin een scheldwoord verwerkte, ging ik ook schelden. Was er iemand boos op iemand, was ik ook boos op diegene.
Toen er aan het eind van mijn 14e jaar (nu in de 2e klas) bekend werd dat mijn moeder een eetstoornis had, raakte mij dit heel erg. Ik zat er heel erg bovenop. Mijn moeder kreeg een eetlijst die ze moest volgen en ik ging haar helpen om die te volgen. Ook nam ik veel taken over in het huis en omgeving, om die last van mijn ouders weg te nemen. Ik ben het namelijk gewend om anderen een plezier te doen. Ik denk dat mijn moeders eetstoornis de druppel was. Ik had geen controle over mezelf bij mijn vrienden en niet in mijn thuis omgeving. Deze controle heb ik denk ik gevonden in eten, calorieën en gewicht.
Natuurlijk kon ik mijn moeders oude (slechte) eetpatroon overnemen want die heb ik jaren gezien. Ik ging gezonder eten, nam rare eetgestoorde gewoontes over. Ineens mijn brood uitpluizen of al mijn eten mooi neerleggen. Ja, terwijl mijn moeder vooruit ging qua gewicht en eten, ging ik achteruit. Iedereen dacht dat het door stres kwam, doordat ik me zoveel zorgde maakte om mijn moeder. Ik loog over mijn inname van voedsel. De reisweek in de 4e klas naar Toscane heeft er ook voor gezorgd dat ze andere dingen gingen vermoeden. Door het vele lopen daar en het weinige eten ging het allemaal snel. Mijn moeder en oma schrokken dan ook toen ik thuiskwam. Maar ja, ik was gewoon oververmoeid. Ik zei dat het eten niet lekker was omdat ik niet van pasta hou (we hebben geen één keer pasta op). En ze vonden dat wel logisch. Het ging goed. Tot ik op een gegeven moment zo bang was voor eten dat ik niet eens meer wou drinken. Bang dat daar ook dingen in zouden zitten.
Mijn vader heeft me na kerst op de weegschaal gezet omdat hij tijdens zijn vakantie had gezien dat ik niks at en erg witjes en ingevallen was. En toen ging alles heel snel. De dokter wou me laten opnemen maar dat wou ik niet. Toen de dokter mij de diagnose had gegeven dat ik Anorexia had, was ik zo opgelucht. Eindelijk, eindelijk zou ik hulp krijgen. Ik heb altijd al hulp willen krijgen of het eerlijk tegen mijn ouders willen opbiechten dat ik een eetprobleem had, maar dan zou ik die controle verliezen. We belden de Ursula kliniek en daar kon ik in februari 2014 terecht. Ik wou niet eten voordat ik mijn eigen eetlijst had, die speciaal voor mij door de diëtiste zou worden gemaakt. Want stel je voor, dat ik dadelijk meer zou moeten eten dan nodig was ! Maar na erg aandringen van mijn ouders moest ik wel. Ik kreeg gelijk een basislijst wat ik heel veel vond (natuurlijk is dit niet veel), maar ik wou het opbouwen. Jammer genoeg mocht dat niet. Maar nu ik terugkijk is het goed geweest. Gewoon gelijk HUP, dan heb je dat gedeelte gehad.
Ik kwam in een MGDB groep met meerdere gezinnen. We hebben veel steun aan elkaar gehad en zonder hun zou ik het niet hebben gehaald denk ik. Het was een heftige maar goede therapie. Ik ben niet meer bang voor eten. Wel vind ik sommige dingen nog eng, maar ik ga die uitdagingen wel aan! In het begin was het heel fijn dat mijn moeder wist hoe ik me voelde en hoe eng ik het vond om te eten, dat heeft mij erg geholpen. Ze wist dat ze me niet mijn zin moest geven als ik een hapje wou laten staan. Want dan zou ze namelijk met die eetstoornis instemmen. Na een lange tijd heb ik dat ook tegen mijzelf gezegd en ben eigenlijk alleen nog positief gaan praten over eten, aankomen en mijn eetstoornis loslaten. Dit heeft echt heel goed voor mij geholpen.
Nu, een jaar nadat ik voor het eerst in therapie ging, ben ik weer vrolijk, heb ik weer kleur, ben ik weer sociaal. Wel zit ik nog in een zware therapie voor de achterliggende gedachten. Zo ben ik er vorige week achter gekomen dat ik helemaal niet weet wie ik ben. Ik heb nu al zo lang dat masker op. Dat masker dat ik me aanpas en altijd maar lach. Dat ik niet weet hoe ikzelf ben en wie ikzelf ben. Ook moet ik nu leren om boos te worden en om tegen anderen in te gaan. Dat zal nog een hele opgave worden. Het is raar hoe één persoon zoveel invloed op je kan hebben. Gelukkig ben ik omringd met vrienden en familie die veel om mij geven en me nemen zoals ik ben. Zelfs als ik nu zal veranderen om echt mezelf te zijn!
Geef een reactie