Hoe meer ik over mijn eetstoornis denk en schrijf, hoe meer ik ook aan vroeger denk. Hoe ik ben opgevoed, hoe mijn gezin tegenover eten stond en wat voor ons de normale gang van zaken was. Steeds vaker vind ik stukjes die ik niet zo goed kan plaatsen en die ik ook niet herken bij andere gezinnen. Eén zo’n stukje is mijn moeders relatie met eten…
Of mijn moeder echt veel met eten bezig was, weet ik eigenlijk niet. Ik denk dat dat wel meeviel. Wel had ze zo haar eigenaardige kijk op eten, goed voor jezelf zorgen en afvallen.
De detox
Ik denk dat ik ongeveer 15 jaar was toen mijn moeder met het idee kwam om op een fruit detox te gaan. Mijn ouders waren net gescheiden en we woonden met z’n drieën. Mijn moeder, mijn zusje en ik. We waren alle drie op onze eigen manier aan het bijkomen van de heftige periode die we achter de rug hadden. Mijn moeder vond dat we al dat gif (de slechte herinneringen) uit ons lichaam moesten krijgen. Een detox ging ons hierbij helpen. Ontslakken, noemde ze het. Ik vond het maar vies klinken. Maar ach, een fruitkuur zag ik wel zitten, misschien verlies ik wel wat gewicht..
Drie dagen hield ik het vol. Althans, dat dacht mijn moeder. In werkelijkheid had ik het na één dag al wel gezien. Braaf at ik wat fruit voor dat ik die tweede ochtend naar school fietste. Op school haalde ik echter meteen wat broodjes en chocola. Zo hield ik het die dag wel vol. Mijn appel van thuis gaf ik weg, ik hoefde die middag geen fruit meer te zien.
Op dag drie snakte ik naar een warme maaltijd. Stamppot met spekjes of een pasta met saus.. Ik kon aan niks anders denken. Het fruit kwam mij echt mijn neus uit. Ook mijn zusje hield de detox voor gezien. Die avond aten wij brood met pindakaas terwijl mijn moeder twee hele mango’s naar binnen werkte. Deze fruitkuur heeft ze nog een hele week volgehouden. Mijn zusje en ik aten allang weer wat wij hiervoor ook deden. Al snel begon ik minder te nemen. Dat hongergevoel vond ik eigenlijk wel prettig.
Dit was voor mij de eerste keer dat ik in aanraking kwam met een detox. Ik leerde al jong wat een detox was en dat dit normaal was om te doen. Tijdens mijn eetstoornis ben ik ook een aantal keer in een detox beland, zonder dat ik doorhad dat dit een vrij obsessieve en agressieve ‘oplossing’ was. Mijn eetstoornis kon zich hier goed uit praten: een reiniging op zijn tijd is hartstikke gezond en volkomen normaal. In werkelijkheid werd ik na elke detox zieker. Ik had het alleen zelf niet door.
Mijn moeder at niet
Een tijd geleden ging ik bij mijn moeder op bezoek. Gewoon, voor de gezelligheid. We hadden elkaar al een poosje niet gezien en ze wilde even bijkletsen. Toen ik de achterdeur binnenstapte was ze net bezig om brood uit de vriezer te pakken. ‘Heb je al gegeten?’ Vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. Verbaasd was ik toen ze niet één maar twee bordjes uit de kast pakte. Ineens besefte ik mij waarom ik hier bij stilstond: ik heb haar nog nooit brood zien eten. Niet veel later zaten we tegenover elkaar aan tafel. Ik moest echt even wennen aan het nieuwe tafereel, maar zij schijnbaar niet. Toch was ik heel blij dat we zo op een normale manier samen konden eten.
Toen ik nog thuis woonde en naar school ging ontbeet ik vaak alleen. Ik stond vroeg op en at mijn brood terwijl ik met de katten knuffelde. Ondertussen maakte ik koffie en bracht deze naar mijn moeder. Dit is iets wat in de loop der tijd zo gegroeid is en wat ze haast van mij verwachtte. Omdat ik al zo vroeg de deur uit was heb ik in die tijd nooit met haar ontbeten. Ook in het weekend als we samen aan tafel zaten dronk ze alleen koffie. Ik stond hier toen niet bij stil, want dit was normaal. Zo ging het nou eenmaal. Ik heb hier destijds daarom ook nooit vraagtekens bij gezet.
Tijdens de eerste behandeling die ik kreeg voor mijn eetstoornis woonde ik nog thuis. Ik moest mij houden aan de verplichte eetmomenten. Ik vond het lastig om dit echt vol te houden en alles te nemen wat ik voorgeschreven kreeg. Haar gedrag triggerde mij om dan ook maar niet te eten. Waarom zou ik wel moeten eten als zij dat niet deed?
Weerstand bieden
Niet alleen begon ik op deze manier eten in een ander daglicht te zien, ook kreeg ik vaak opmerkingen die voor mij niet helpend waren. Niet alleen voor, maar ook tijdens en na mijn eetstoornis. ‘Je zou echt niet zeggen dat jij een eetstoornis hebt gehad’, of ‘je begint nu wel dik te worden’, terwijl ik in mijn zij geknepen werd. Op dat moment klonk dit zo gemeen (en vaak ook ongepast) dat ik er nog steeds niet achter ben of deze opmerkingen goed bedoeld waren of niet. Ik was er toen niet aan toe om hier weerstand tegen te bieden. Deze opmerkingen kwamen voor mijn gevoel uit het niets en ik klapte dicht.
Nu zou ik hier gelukkig veel beter mee om kunnen gaan. Simpele wedervragen als ‘wat bedoel je hier precies mee’, of ‘wil je dit herhalen’, helpen mij heel erg. Zo krijgt zij de tijd om na te denken wat ze heeft gezegd en krijg ik even de tijd om rustig te worden. Ook kan ik duidelijker mijn grenzen aangeven. Kritiek over eten ga ik vaak al niet meer op in. Ik eet wat ik wil en alleen ik bepaal wat dat is. Moeite om alleen te eten als anderen dat niet doen heb ik ook niet meer. Het heeft mij geholpen om echt aan mijzelf te denken. Ik weet wat ik nodig heb om goed te kunnen functioneren en hier niet naar luisteren gaat mij niet verder helpen.
♥
Hoe ga jij om met triggers?
Fotografie: Pexels
Geef een reactie