Een behoorlijk aantal jaren geleden, begon de drang om af te vallen en de negatieve gedachten over eten toe te nemen. Mijn zelfvertrouwen was laag, ik was bang om dik te worden en zat in een moeilijke thuissituatie. De stem in mijn hoofd over afvallen en (niet) eten werd luider én luider en uiteindelijk heb ik een eetstoornis ontwikkeld. Dit werd een eenzame periode voor mij, waarbij de weegschaal en ik beste vrienden waren en tijdens mijn herstel ik vooral met én tegen mezelf heb gevochten. Ik had graag met mijn ouders deze strijd als heel jong meisje willen voeren, maar helaas is dat anders gelopen…
Mijn ouders en ik
Sinds dat ik me kan herinneren, heb ik een behoorlijk goede band met mijn ouders. In de tijd dat ik naar de basisschool ging en de tijd daarvoor deden we veel samen en kon veel met hun lachen. We gingen samen op vakantie, samen uit eten, samen knutselen en ga zo maar door. Ook waren zij er in tijden dat ik ziek was en last had van astma. Dag en nacht stonden ze voor me klaar en daar blijf ik hun altijd dankbaar voor.
Helaas, veranderde vanaf groep 8 de band met mijn ouders…
Door mijn grote onzekerheid, mijn enorme perfectionisme en mijn thuissituatie begon ik langzaam een eetstoornis te ontwikkelen. Deze eetstoornis leverde veel problemen op en maakte de band tussen mijn ouders en mij ook anders. Ze zagen me letterlijk elke dag zieker en zieker worden, maar wilden dit niet geloven. Ze konden het niet aan dat hun dochter deze ziekte had gekregen en ontkenden het niet alleen tegenover de omgeving, maar ook naar hunzelf. Wat het precies was, wist ik niet en weet ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet, maar ik weet wel dat vanaf toen de band die ik met hun had is veranderd.
Uiteindelijk werd ik voor mijn eetstoornis opgenomen in een kliniek, waarbij ik gelukkig weer stapje voor stapje heb ‘leren’ eten en mijn gewicht langzaam iets steeg. Tijdens deze opname kwamen mijn ouders op elk bezoekmoment langs, maar ook toen werd er niet over mijn eetstoornis gesproken. Ondanks alle hulp vanuit de kliniek, voelde ik me op dat moment ontzettend alleen. Mijn ouders ontkenden mijn ziekte, wilden het niet zien. Tegen mijn vriendinnen durfde ik niets te vertellen uit angst dat zij mijn ziekte ook gingen negeren. Daarom heb ik uiteindelijk mijn ‘eetstoornisgevecht’ veel zelf moeten voeren.
Mijn omgeving
Ondanks dat mijn ouders mijn eetstoornis ontkenden en ik tegen mijn vriendinnen hier ook over zweeg, heb ik altijd veel behoefte gehad aan lieve mensen om me heen. Juist de jaren na mijn eetstoornis werd het verlangen om mijn gevoelens en emoties met iemand te delen alleen maar groter. Uiteindelijk heb ik door middel van een brief te schrijven deze stap ook voor het eerst kunnen zetten. De brief was voor een hele goede kennis van mij en toen ze hem las, begreep ze mij en ik kreeg ook helemaal geen verwijten over mijn eetstoornis. “Hoe kan dat nou!?” dacht ik. Uren hebben we erover gepraat en ik was haar hier zo dankbaar voor dat ze mee mocht naar een presentatie die ik zou houden in Brussel.
Toen ik dit thuis vertelde, was m’n moeder hier niet blij mee. Zij had ook graag mee gewild, maar deze keer koos ik voor iemand anders. Ik voelde me sterker worden en heb het in de jaren die erop volgden aan nog een paar hele lieve en vertrouwde personen verteld. Niemand die me hierdoor afwees of me hierdoor gek vond. Ze waren juist onder de indruk van mijn verhaal en vonden het ontzettend bijzonder om te zien hoe ik uit die nare periode ben gekomen. Deze gesprekken deden mij zo veel dat ik mezelf ook beter kon ontwikkelen. Ik was niet meer bang voor wie ik was en ging vaker met vriendinnen op stap en ondernam leuke activiteiten.
Mijn moeder zag dit natuurlijk allemaal gebeuren, ze zag dat ik beter in mijn vel zat en zag dat ik veel met mijn vriendinnen weg was. Ze zei er niets van, maar aan haar blik en aan haar opmerkingen kon ik merken dat zij zich hierdoor achtergesteld voelde. Dit is nooit mijn bedoeling geweest, maar als ik bij mijn ouders mijn verhaal en gevoelens niet kan delen dan heb je uiteindelijk zo de behoefte om dit wel bij iemand te doen dat je automatisch ook met diegene een band krijgt. Gelukkig heb ik me hierdoor niet laten tegenhouden en heb de afgelopen jaren heel veel mooie, bijzondere en soms ook verdrietige momenten kunnen delen met mijn omgeving.
De situatie nu
Op dit moment heb ik mezelf redelijk onder controle en ben ik trots op wat ik de afgelopen jaren allemaal heb bereikt. De band tussen mijn ouders en mij is niet slecht, maar de intentie om alles met hun te delen is er niet. Doordat mijn ouders het hele traject van mijn eetstoornis zo hebben onderdrukt, ben ik naar hun een stukje terughoudender geworden en een stukje opener naar mensen uit mijn omgeving. Dit is absoluut niet om hun pijn te doen of te kwetsen, maar het is een gevoel…
De mensen die mij hiermee hebben geholpen en nog steeds steunen bij moeilijkere momenten wil ik dan ook ontzettend bedanken. Een luisterend oor of een warme knuffel op het juiste moment kan echt onbeschrijfelijk fijn zijn. Daarom is mijn advies aan jullie ook: deel je gevoelens en gedachten met personen die jij vertrouwt. Het is zo belangrijk om niet alles alleen te doen. Iedereen verdient een begripvol en luisterend oor, jij ook!
Fotografie: Studentnewspaper
Geef een reactie