Ik hou van het leven. Dat zeg ik oprecht. Daarmee bedoel ik niet dat het altijd even makkelijk is. Ik heb een ernstige depressieve stemmingsstoornis achter de rug en heb nog steeds last van een persoonlijkheidsstoornis. Het heet anders gespecifieerde persoonlijkheidsstoornis en het is voornamelijk opgebouwd uit trekken van borderline, maar ook een paar van een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis. Om tegelijkertijd hieronder ernstig te lijden en op veel gebieden tegen gehouden te worden, heb ik het toch leren accepteren. En door die acceptatie kan ik tegelijkertijd het moeilijk hebben en van het leven houden…
Ik heb ook ADHD en autisme en die heb ik leren accepteren op een kunstvereniging. Wat ik hier geleerd heb heeft mij uiteindelijk ook geholpen met het accepteren van mijn persoonlijkheidsstoornis. De kunstvereniging was in een grote witte ruimte, met verfvlekken op de grond en kasten vol met kleiwerkjes. Als we schilderden, dan deden we dat op karton en die dag werkten we met stanleymessen. Ik was op een hele slechte plek die dag.
Mijn therapieën waren niet lekker gegaan en de jongens op kunst maakten een paar opmerkingen die onschuldig leken, maar die bij mij compleet verkeerd vielen. Ik had mezelf al een half jaar geen pijn gedaan, maar de spanning liep hoog op en voordat ik het wist was ik weggelopen met een stanleymes. Daarna kwam meteen de spijt. Ik had zoveel spijt dat ik begon te hyperventileren. Mijn adem ging schreeuwerig in en maar heel kort uit. De kunstleraar nam mij snel apart en de stagiaire stelde voor om even boven te gaan zitten.
Boven was een grote witte ruimte. Het dak was schuin en er stonden veel schildersezels opgeborgen. Naast ons hoorden we iemand uit de toon klarinet spelen. De stagiaire was een meisje van in de twintig, met bruin haar en ze droeg een vaal batmanshirt die dag. Ze maakte indrukwekkende schilderijen uit primaire kleuren. Ze zette mij neer op een krukje en ging voor mij zitten.
‘Weet je,’ zei ze. ‘Alle beeldende kunstenaars hebben psychische problemen. Bij mij op de opleiding ten minste. Ik heb ze zelf ook.’ Ik was nog niet helemaal rustig, dus het enige wat ik kon zeggen was; ‘Oh.’ ‘Ik ben een tijdje opgenomen geweest,’ vertelde ze. ‘Ik heb namelijk erg veel last van mijn autisme en ADHD gehad.’
Dat maakte me iets rustiger. Mensen hadden de neiging om autisme en ADHD flink te onderschatten, zeggen dat het niet zo erg was, maar hier zat iemand voor me die zei: Het is serieus. Zo serieus dat je er voor opgenomen kan worden. Ik begon met horten en stoten te vertellen wat me dwarszat: ‘Het lukt me naar niet om iets uit te voeren in huis, ik lijk lui, maar het lukt me gewoon echt niet. En school is een compleet fiasco. Ik moet daar echt weg, want ik hou het daar niet langer vol.’
Ze liet mij uitpraten en zei toen rustig: ‘Sommige dingen lukken niet en zullen misschien nooit lukken. Daarom moet je kijken naar wat wel gaat. Mij lukken de taken in mijn huis ook niet. Ik vergeet zomaar om te eten of boodschappen te doen. Mijn ADHD wil geen structuur, maar mijn autisme juist wel. Daarom heb ik thuisbegeleiding gekregen van de gemeente. Er is iemand die mij helpt met boodschappen doen en zelfs met koken. Jij kan ook kijken of je zoiets kan vinden.’
Ik knikte hevig. ‘Ja,’ zei ik. ‘Ja, dat is best een goed idee.’ Het was voor mij heel geruststellend dat ze zei: Sommige dingen lukken niet en zullen misschien nooit lukken. Dit hielp mij veel meer met mezelf accepteren en daardoor ook met verdergaan dan de opmerkingen van therapeuten die meestal toch in de trant waren van: Je kunt het wel. Geloof maar in jezelf. Hier was iemand die het zelf meegemaakt had en mij begreep. En die thuishulp leek mij een verrassend goed idee (dat was het ook, ik heb er veel aan gehad).
En toen zei ze, ‘En als de middelbare school echt niet lukt. Dan probeer je een andere weg. Iets wat je wel aanspreekt.’ Het was één van de meest bevrijdende en tegelijkertijd simpele dingen die iemand ooit had gezegd. Ik vertelde een dag later vol spanning dit idee aan mijn therapeuten. Tot mijn verbazing waren ze allemaal enthousiast, alsof ze gewacht hadden tot ik dit zou zeggen.
Ik zei: ‘Ik dacht dat jullie wilden dat ik gewoon naar school ging.’ Maar zij dachten juist dat ik dat zelf wilde. Samen gingen we op zoek naar een beter alternatief en nu doe ik een parttime opleiding tot ik voldoende hersteld ben om weer een volledige opleiding te doen. Ik ga dan ervaringsdeskundige worden bij het GGZ, want ik wil dolgraag mensen helpen met dezelfde problemen als ik.
Ik voelde een grote bevrijding de dag dat ik me erbij liet neervallen dat sommige dingen voor mij nou eenmaal moeilijker waren. En dat ik daar niets aan kon doen. Daarmee liet ik een groot stuk zelfhaat vallen. Voortaan als ik iets dat vanuit mijn mentale stoornissen komt niet kan uitstaan, dan kan ik mezelf afvragen: Is dit mijn schuld? Waarom haat ik dit aan mezelf? En vooral: Wat zou er veranderen als ik dit zou accepteren in plaats van er tegen te vechten?
Ik heb dus ook een persoonlijkheidsstoornis. Eén van de symptomen die hier onder valt is een chronisch gevoel van leegte. Chronisch in de zin dat het bijna constant aanwezig is, niet dat ik er niet van af kan komen. Ik heb hier dus ook last van als ik hele leuke dingen doe, of samen ben met de mensen om wie ik het meest geef. Het was erg makkelijk om mezelf hiervoor te veroordelen: ‘Je houdt niet echt van mensen, niks wordt ooit weer leuk, dit is hoe het leven is en het is je eigen schuld.’
Ik weet nu dat dit niet zo is. Het is onderdeel van een heel complexe stoornis. En zodra ik zeg: ‘Het is oké als ik me leeg voel. Het zegt niets over wie ik ben als persoon of hoeveel ik van mensen hou.’ Dan voel ik me niet alleen beter. Het wordt ook meteen makkelijker om me minder leeg te voelen als ik er minder aandacht aan besteed. Het is altijd nuttig om tegen jezelf te zeggen: Sommige dingen kan je niet, en dat is oké.
Dat betekent natuurlijk niet dat je er helemaal niet aan moet werken. In sommige gevallen moet je het inderdaad loslaten. Maar als het je niet lukt om uit je bed te komen, of een dag door te brengen zonder zelfmoordgedachtes, dan is het wel fijn om daar langzaam aan te gaan werken. Maar het betekent misschien wel dat je daar maanden de tijd voor nodig hebt, en dat het niet gaat lukken zonder hulp. En dit zal je moeten leren accepteren. Want het is niet jouw fout.
Geef een reactie