Maandenlang heb ik me voorbereid op de komst van onze kleine meid. We hebben haar kamertje op tijd ingericht, informatieavonden bijgewoond en zelfs een bevallingscursus gevolgd. Op het eind dachten we dat we er klaar voor zouden zijn en was het wachten op haar komst. Toen ze acht dagen later geboren werd, dacht ik dat het genieten zou beginnen. Jammer genoeg bleek dit toch anders dan verwacht…
In mijn vorige blog schreef ik al dat de eerste periode met mijn dochter Romy alles behalve genieten was. In deze blog deel ik graag mijn ervaring met jullie. Misschien was het onderwerp me eerder niet opgevallen omdat ik vooral gefocust was op de bevalling, maar ik had voor de bevalling weinig gelezen over de periode erna. We hadden de kraamzorg op tijd geregeld en ik dacht dat het met deze ondersteuning vast goed zou komen. Ik hoorde namelijk vaak dat de kraamtijd echt genieten was; je wordt lekker in de watten gelegd terwijl je alle ruimte kreeg om je kindje te leren kennen. In mijn beleving kon ik maar van één moment genieten en dat was wanneer onze kraamhulp kwam en de zorg van Romy weer kon overnemen…
Vele baby’s weten in het begin nog niet het verschil tussen dag en nacht, waardoor het best kan voorkomen dat ze ‘s nachts wakker zijn en overdag slapen. Ook bij Romy was dit het geval en was ze in het begin vaak ‘s nachts aan het huilen terwijl ze overdag lag te slapen. De kraamhulp trof ons de eerste dagen dan ook uitgeput aan in de ochtend en na een ontbijtje konden we even bijslapen, terwijl Romy dit ook deed. Ik had me best voorbereid op slapeloze nachten, maar haar ontroostbare huil liet me wanhopig achter. Ik wilde het goed doen en ik wilde zo graag weten wat ze nodig had.
We konden alle trucjes uit de trucendoos trekken, maar niets leek te helpen. Ook ging het drinken moeizaam en maakte Romy al snel een flinke dip in haar gewicht. Ze moest bijgevoed worden terwijl de voeding bij mij op gang geholpen werd door middel van kolven. Wederom had ik het gevoel gigantisch te falen. Mijn lichaam kon mijn kind niet hetgeen geven wat ze nodig had… Gelukkig ging het na een tijd weer beter en begon Romy weer aan te komen. Echter ging het nare gevoel niet weg en bleef ik onzeker over hoeveel ze binnenkreeg. Toen de kraamhulp er nog was werd ze dagelijks gewogen en daarna ging ik regelmatig naar het consultatiebureau om geruststelling te krijgen.
In het begin hield ik mezelf voor dat dit allemaal wennen was. De nare gevoelens durfde ik niet uit te spreken. Het zou vast vanzelf overgaan, dacht ik. Na enkele weken ging mijn man weer werken en stond ik er alleen voor. De kraamhulp was er al een tijd niet meer en mijn onzekerheid bleef maar groeien. Toen mensen vroegen hoe het ging lachte ik het weg; het is wennen, maar het gaat prima hoor! Totdat ik de vragen kreeg over hoe ik het vond om moeder te zijn. Hoe vond ik het om een moeder te zijn? Ik kon daar geen antwoord op geven. Ik voelde me namelijk geen moeder.
Ik durfde een lange tijd niet uit te spreken hoe ik me daadwerkelijk voelde. Ook terwijl ik dit schrijf is er een stukje schuldgevoel wat nog niet helemaal weg is. Ik hoor toch vanaf het eerste moment van mijn kind te houden? Ik dacht dat moederliefde vanaf de eerste seconde aanwezig zou zijn en dat het zo sterk zou zijn dat het alle tegenslagen kon overwinnen. Nee, dat hoeft niet zo te zijn. Vanaf het allereerste moment is het ontzettend wennen en zoeken. Je kan nog zo veel lezen en je zo voorbereiden op alles en nog wat, elk kind is anders en ze komen niet met een handleiding. Het is zoeken naar wat werkt voor jouw kind en ook voor jou als ouder. Het leven staat op z’n kop en van alle kanten worden er reddingsboeien naar je gegooid in de vorm van goedbedoelde adviezen, maar toch moet je het zelf ondervinden en weer aan wal zien te komen zonder teveel kleerscheuren.
In het begin kreeg ik een brok in mijn keel als ik begon te praten over hoe ik de eerste weken heb ervaren. Ik werd elke dag wakker met ontzettend veel tegenzin en ook het voeden van Romy zag ik als een plicht. Ik voelde hier geen band bij. Ook durfde ik geen moment voor mezelf te pakken omdat ik bang was dat Romy weer zou huilen en ik het weer weg moest leggen. Alleen met haar op pad gaan vond ik doodeng. Ik wist namelijk niet of ik mijn kind snel genoeg kon troosten als ze zou huilen. Ik voelde me gevangen in mijn eigen huis. Op advies van de verloskundige heb ik hulp gezocht zodat ik kon leren genieten van Romy. Ik heb gesprekken gehad met de praktijkondersteuner zodat ik kon leren praten over deze gevoelens. Daarmee waren ze niet meteen weg, maar zodoende merkte ik dat het oké was om me zo te voelen. Het is lastig om zo’n grote verandering mee te maken en ineens verantwoordelijk te zijn voor iemand die zo afhankelijk van je is. Dan helpt het niet mee als de kleine niet goed in der vel zit, maar samen zetten we babystapjes vooruit en leren we elkaar steeds beter kennen.
Inmiddels heb ik geen gesprekken meer en is het elke dag afwachten hoe de dag zal verlopen. De ene dag gaat beter dan de ander, maar dat is oké. Ik kan nog nu niet zeggen dat het geweldig gaat, maar ik kan wel steeds vaker zeggen dat ik geniet. Er zijn dingen die ik nog erg lastig vind, maar er zijn ook steeds meer dingen waar ik plezier uit haal. Ik wacht niet meer op een roze wolk, zoals ik dat misschien in het begin deed. Dat grootse gevoel gaat voor mij niet op, maar de kleine geluksmomentjes maken nu al veel goed.
Geef een reactie