Zachtjes sloop ik de trap af naar beneden. Mijn moeder bleef altijd tot diep in de nacht op en zelfs zij was ondertussen naar bed. Het was echt midden in de nacht. De straatlantaarn zorgde voor een beetje licht in de keuken, genoeg voor mij om de contouren van de kastjes te onderscheiden en niet tegen een stoel aan te lopen. De kat hoorde mij schuifelen over de koude tegels en kwam luidkeels op me af rennen. “Nee poes, jij krijgt nu geen eten”, fluisterde ik haar toe, terwijl ik mijn tanden in een croissantje zette.
De croissantjes die mijn moeder speciaal voor mijn zusje kocht; die kleffe, voorverpakte dingen met chocola erin… Ik had ze altijd smerig gevonden. Toch voldeden ze prima aan mijn cravings op dat moment. Ik moest iets zoets hebben, ik wilde niet kauwen. Gewoon even de drang naar zoetigheid stillen.
Mijn eetfeestje
De broodjes lieten zich gewillig ontdoen van hun verpakking en met elke hap die ik nam, voelde ik me intens gelukkig. Het liefst wilde ik voor altijd zo blijven zitten. Met de kleffe broodjes op de koude keukenvloer.
Na mijn eet feestje liep ik met een volle buik en een misselijk gevoel weer terug naar boven. De verpakkingen had ik buiten weggegooid. Had ze een beetje onderop in de vuilniszak verstopt, zodat ze niet in het zicht zouden liggen. Met een voldaan gevoel kroop ik weer terug mijn bed in. De poes was me gevolgd en kwam al knorrend naast me liggen. De maan liet een beetje van haar licht door mijn gordijnen heen vallen en ik voelde me gelukkiger dan ooit. Dit was een perfecte nacht.
Die ochtend werd ik wakker met een enorme kater. Een croissantjes-kater. Ik voelde me misselijk en had een beetje buik- en hoofdpijn. Moeizaam sliep ik nog even verder, tot ik mijn zusje de trap af hoorde gaan. Shit. Hier had ik de dag ervoor natuurlijk geen rekening mee gehouden. Snel sprong ik uit bed en kleedde ik me aan. Ik haastte me naar beneden, waar mijn zusje al gapend de keuken door liep. Ze opende het kastje en wilde haar ontbijt pakken. Er lag niks. De zak croissantjes was weg. Ik deed alsof mijn neus bloedde en liep naar de koelkast om de yoghurt te pakken. Ondertussen was mijn zusje op haar knieën gezakt en zocht luidruchtig naar de broodjes. Dat ze ze niet ging vinden, durfde ik haar niet te vertellen.
Even later zat mijn zusje met zichtbare tegenzin aan een boterham. Ik merkte aan haar dat ze wist dat ik het was, maar niemand sprak erover. Mijn moeder begreep er niks van en beloofde om die middag nieuwe te halen. Ik zei niks en voelde me schuldig.
Toch hield dit me niet tegen. Steeds vaker zat ik op de koude grond in het donker. De kat zat spinnend naast me. Wat ik at, maakte me uiteindelijk niet eens echt meer uit. Ik had een geheim waar niemand van af wist. Heel even stond de wereld stil. Iedereen sliep. Ik was alleen met mijn honger. De onstilbare honger die ik zo graag wilde voeden.
De honger niet willen voelen
De drang om te eten kwam ergens vandaan. Thuis liep alles niet zoals ik het graag zou willen. Ik sloot me af en had het gevoel dat ik er niet mocht zijn. Net zoals mijn honger. Op tafel hadden wij een potje staan met uitgedroogde winegums en zachte pinda’s. Hier mocht ik elke dag 2 keer iets uit pakken. Ik lustte helemaal geen pinda’s en ook geen winegums. Toch sloeg ik het aanbod niet af. Toen ik ‘s ochtends een gele winegum uit het potje viste, kreeg ik een tik op mijn vingers van de huishoudelijke hulp. Ik mocht niet snoepen voor ik naar school ging, liet ze me duidelijk weten. Terwijl ze het potje liefkozend voor mijn zusjes neus hield. Ik was ontzettend boos. Van mijn moeder mocht dit, dat had ze gezegd. Alleen was zij er niet om dit te bevestigen. Ik vond het gemeen dat mijn zusje wel een snoepje mocht. Blij at ze een paar winegums, terwijl ik de mijne moest terugleggen.
‘s Nachts mocht ik bepalen wat ik at en hoeveel. Ik was de baas en ik koos wat er in mijn mond ging. Ik voelde me sterk. Hier was ik de Lonneke die ik overdag niet kon en durfde te zijn. Hier hoefde ik naar niemand te luisteren. ‘s Nachts mocht ik die boosheid voelen die ik overdag wegdrukte. Ik was alleen in mijn eigen wereld. Alleen met het eten, de kat en mijn boosheid.
Mijn gevoel weg eten
Ik leerde mijzelf troosten met eten. Ik kreeg door dat eten mij gelukkig maakte, in ieder geval voor een moment. En dat was voor mij genoeg om hiermee door te gaan. Waarom stoppen als ik mij er beter door voelde? Niet lang na deze ontdekking begon ik van mijn zakgeld stiekem eten te kopen. Mijn kamer werd een gelukskamer vol snoep en koekjes. Onder mijn bed, in de lades van mijn bureau, bovenop mijn kledingkast.. Het duurde niet lang voordat mijn slaapkamer kleine hoekjes vol geluk verborgen hield. Mijn slaapkamer vol eten maakte mij rustig. Wat er ook gebeurde, ik had altijd iets om op terug te vallen.
Ik begon mij steeds meer af te zonderen. Ik hoefde niet opgeprikt op de bank te zitten. Bang om iets te zeggen want ik deed het toch nooit goed. Veel liever zat ik boven, omringd door mijn geliefde chocola. Daar voelde ik mij echt thuis. Niemand die oordeelde. Alleen ik en mijn geluk.
De bijsmaak
Toch maakte dit geluk na een tijd plaats voor een gevoel wat ik het beste kan omschrijven als vreselijke schaamte. Ik begon me vies te voelen. Ik voelde mijn buik plakken van de suiker en ik begon te walgen van mijn zogenaamde eetfeestjes. Ik merkte dat ik uit mijn kleren begon te groeien. En ook mijn omgeving vond me wat dikker geworden. Dat was helemaal niet de bedoeling geweest. Ineens kregen mijn feestjes een nare, vieze bijsmaak. Ik moest hiermee ophouden, anders was ik binnen no time hartstikke dik. Ik begon mijn eigen feestjes te boycotten. Gooide al mijn eten weg. Weer belandden er verpakkingen van mij onderin de vuilnisbak, dit keer nog vol met onaangeraakte koekjes.
Dit ging me beter af dan ik had voorzien en afvallen deed ik inderdaad. Hoe veel tijd en energie ik eerst kwijt was aan het eten, zoveel energie stopte ik ook in het afvallen. In mijn vrije minuten zocht ik naar tips, informatie, producten die ik wel kon eten en wat ik absoluut niet mocht binnenkrijgen. Ik begon te sporten en voor ik het wist zat ik vast in een patroon dat jaren later gediagnosticeerd zou worden als een hardnekkige eetstoornis.
Ik had geen idee. Ik was te jong om te begrijpen wat er gebeurde en waarom ik bepaalde dingen ondernam. Ik wilde gewoon het beste. Voor mijzelf. Ik wilde gelukkig zijn, ik wilde me goed voelen in mijn lichaam. Ik had geen idee dat dit zo compleet zou ontsporen en dat ik hier nu over zou schrijven.
Gelukkig heb ik nu de balans gevonden tussen wat ik toen dacht dat gezond eten was en mijn stiekeme eetfeestjes. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om je lichaam goed te voeden en dat ik hongerde naar veel meer dan puur die croissantjes.
♥
Lees ook de blog: waar honger je echt naar?
Geef een reactie