Het begon lang geleden. Ik kan me eigenlijk niet anders herinneren dan dat mijn vader elke avond op de bank in slaap viel. Ik was een kind, ik dacht: papa is moe. En ik dacht: alle papa’s vallen ’s avonds op de bank in slaap. Tot ik op een dag onder tafel een schop kreeg van mijn broer toen ik tegen de oppas zei dat papa elke avond sliep. Dat was het moment dat ik besefte dat het misschien niet normaal was, maar ik leerde ook direct dat ik hierover niet mocht praten. Het duurde nog een aantal jaar voor ik het slapen koppelde aan de liters wijn die mijn vader elke avond achterover sloeg.
Naarmate ik ouder werd, leerde ik dat niet alleen mijn vader verslaafd was aan alcohol, maar ons hele gezin. De drank was een roze olifant in huis. Terwijl mijn vader in coma op de bank lag, zaten wij met zijn vieren om hem heen te doen alsof we het niet zagen. Mijn vader had altijd de afstandsbediening van de tv, want dronken en slaperig of niet, hij bepaalde wat we ‘keken’.
We werden nog ouder.
Mijn broers werden zelfstandiger en zaten meer bovenop hun kamer, waren weg met vrienden en gingen later uit huis. Op mijn veertiende begon ik thuis te mijden. Ik had belachelijk veel buitenschoolse activiteiten en ik verdronk mezelf in het werk zodat ik zo min mogelijk tijd bij mijn vader hoefde door te brengen. Ik durfde geen vriendinnen mee naar huis te nemen, want niemand mocht weten dat mijn vader dronk. Als er ’s avonds iemand aan de deur kwam, deed ik open en hield diegene zo lang mogelijk in de hal. Mijn moeder probeerde intussen mijn vader wakker te maken en naar boven te sturen. Pas als hij de trap op was, liet ik de mensen binnen. Het was een rollenspel wat we keer op keer herhaalden, zonder overleg. Want niemand mocht het weten.
Ik hield mijn mond. Ik schaamde me voor hem. Ik heb zo gehoopt dat iemand iets door zou krijgen. Niemand wist hoe het thuis ging. Inmiddels maakt dat me ontzettend boos: waarom greep niemand in? Het kan niet zo zijn dat niemand wist wat er gebeurde. Ik weet zeker dat mensen dingen gezien hebben – maar het is me nooit gevraagd. Ik wilde zo graag dat iemand zou zien hoeveel pijn dit deed, want dat deed het, maar niemand heeft het aangekaart.
Ik ging de schuld bij mezelf leggen. Ik heb mijn vader gesmeekt of hij wilde stoppen. Ik heb hem brieven geschreven. Ik heb wijn weggegooid, dingen bij zijn wijn gedaan, gemeen tegen hem gedaan als hij dronken was en hem genegeerd als hij nuchter was. Ook mijn ene broer kwam in opstand en heeft letterlijk met glazen gegooid in huis. En ik dacht alleen maar: zelfs voor mij stopt hij niet met drinken. Ik was niet goed genoeg.
Begrijp me niet verkeerd, ik hou van mijn vader. Dat maakt het zo vreselijk ingewikkeld. Want ik voel liefde voor iemand die ik niet kan zien, iemand die zo ver verscholen zit onder verslaving en coping dat er alleen een walgelijk omhulsel over lijkt te zijn. Ik walg van mijn dronken vader. En dat doet pijn.
Ik was achttien toen ik voor het eerst uitsprak dat mijn vader ‘af en toe iets te veel dronk’. In werkelijkheid dronk hij in een paar uur tijd met gemak twee flessen wijn leeg, en het was niet uitzonderlijk als dat gebeurde. Voor mijn achttiende verjaardag heb ik aan mijn vader gevraagd of hij één avond niet wilde drinken. Hij kon het niet.
Het gevecht is eenzaam geweest en het disfunctioneren van ons hele gezin – want ja, ook mijn moeder heeft hier een aandeel in gehad – heeft geleid tot ernstige psychische problemen bij mij en mijn broers. Ik was de eerste die hulp zocht en degene die de boel in beweging bracht, maar daar waren blijkbaar wel anorexia, depressie en een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis voor nodig. De verslaving van mijn vader was niet de enige oorzaak, maar wel een heel belangrijke.
Na ruim zes jaar therapie heb ik nu eindelijk het gevoel dat ik met de juiste verwerking bezig ben. Het is heel heftig om na zo’n lange tijd echt te voelen wat ik sinds mijn kindertijd heb onderdrukt. Ik ben boos, in de steek gelaten en ik heb peilloos verdriet. Ik heb geen echte vader. Meerdere mensen hebben dit een rouwproces genoemd, want waarschijnlijk ga ik ook nooit een echte vader krijgen en ik zal dit idee los moeten laten. Ik ben jaloers op vriendinnen die wel een emotionele band met hun ouders hebben omdat ik die veiligheid altijd heb gemist.
Ik heb altijd gedacht dat ik me aanstelde. Het was maar een beetje wijn. Anderen maakten zoveel erger mee. Maar een therapeut zei laatst tegen mij: “Stop met het leven van zijn leven en kies voor jezelf.” Dat wil ik nu doen en daarom schrijf ik dit blog. Mijn thuissituatie was niet normaal. Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dit mee heeft gemaakt en dit is een handreiking naar iedereen die stukjes herkent: je bent niet alleen. Je mag voor jezelf kiezen. En het belangrijkste:
Het was niet jouw schuld.
Geef een reactie