Eten,
Jij bent mijn grootste vijand,
Maar ook mijn diepste verlangen.
Ik vind je heerlijk,
Maar jouw stoornis houdt mij gevangen.
Gevangen, door de regels die jij mij oplegt.
Gevangen, door de dilemma’s in mijn hoofd.
Hoe hard ik ook tegen je vecht,
Jij hebt mij van mijn vrije wil beroofd.
Eten,
Jouw stoornis is mijn grootste vijand,
Maar tegelijkertijd mijn beste maat.
Ik kan altijd op jou terugvallen,
In tijdens van stress, verdriet of zelfhaat.
Maar hoe veilig onze vriendschap ook voelt,
Blijkbaar is die niet wederzijds,
Want mij kapotmaken, is het enige waar jij op doelt.
Ik geef zo veel voor jou op,
Maar wat ik terugkrijg is strijd.
Nee, ik mag jou niet eten,
Straks krijg ik weer spijt.
Ik geef zo veel voor jou op,
Maar wat ik terugkrijg is pijn,
Nee, nu is het genoeg,
Het wordt tijd dat ik er voor mijzelf ga zijn.
Geef een reactie