Ik groeide op in een gezin met vier broers. Het huis puilde uit van de vele mensen. Er woonde nog een ongetrouwde oom bij ons en een grootmoeder. Vaak bleven er mensen slapen, omdat ze geen dak boven hun hoofd hadden. Ik was nog een puber toen mijn moeder op een dag zei: “Kom we gaan samen naar Utrecht, kleren kopen.” Ik had helemaal geen zin om met mijn moeder kleren te kopen. Toch ging ik mee. Ik moest wel.
Mijn moeder koos een deftige winkel met jurken, rokken, mantelpakjes en dure vesten uit, midden in het centrum van Utrecht. Ik bleef op de drempel van de winkel stilstaan en zei: “Ik ga niet naar binnen. Ik wacht wel.” Mijn moeder keek me verbijsterd aan. “Kind, je moet toch je kleren passen?” Ik wilde helemaal geen kleren en vooral geen jurken en rokken. Het werd een ware ramp.
Elisabeth Riphagen is moeder, schrijfster en sinds 2022 gastblogger bij Proud2Bme. Ze schrijft over haar ervaringen met een langdurige en verborgen eetstoornis en met ongeneeslijk ziek zijn. Over de lessen die ze heeft geleerd en wat ze jou daarvan wil meegeven. Regelmatig zullen er blogs van haar op Proud2Bme verschijnen. Wil je meer van haar lezen? Dat kan via de tag ‘Elisabeth blogt‘. Haar voorstelblog, in de vorm van een interview, vind je hier.
Te midden van veel mensen stond mijn moeder erop dat ik een paar jurken en rokken uitkoos. Ik kreeg het steeds benauwder en wist dat de oorlog tussen mijn moeder en mij was uitgebroken. “Mama, laat mij alsjeblieft zelf kiezen. Ik wil geen jurken. Ik wil alleen broeken en slobbertruien.” Ik keek haar hulpeloos aan. We hadden al jaren ruzie over mijn kleding, maar dat ze deze ruzie in de winkel ging uitvechten kon ik niet begrijpen.
Het holle gat in mij begon zich te roeren. Hoewel ze het goed bedoelde, voelde ik een afkeer van mijn moeder. Zonder tegensputteren had ik altijd gedaan wat er van mij werd verwacht. Nu wilde ik niet langer een modeldochter zijn. Ik wilde mezelf zijn. Vol walging stond ik voor de spiegel naar mijn eigen lijf te kijken met die stomme jurk. Ik vond mezelf niet dik of dun, maar ik zag een meisje staan dat ik niet was. Ik kreeg een afschuwelijk gevoel over me heen. Hoe kon ik ontsnappen aan het toezicht van mijn moeder? Waarom mocht ik niet zelf kiezen?
Toen mijn moeder afrekende, kwam er een koude paniek over me heen. Mijn huid werd ijzig koud en ik begon ondanks die kou te zweten. Wanhopig begon ik me af te vragen hoe ik ooit uit het keurslijf van mijn moeder onttrokken kon worden. Toen ik thuiskwam, rende ik naar mijn kamer en smeet de tas met jurken in een hoek van een kast. In de ogen van mijn moeder was ik een ondankbare dochter. Een diep verdriet kwam omhoog. Was ik echt zo’n waardeloze dochter, zoals mijn moeder zei?
Nog geen uur later begon ik me vol te proppen met eten en een paar minuten later lag alles weer in het toilet. Ik had gefaald. Ik was geen modeldochter. Nu ik terugkijk naar het moment in die kledingwinkel weet ik dat het mijn schuldgevoel was dat mij aanzette tot eten. Het rottige schuldgevoel dat ik een waardeloze dochter was. Ik was niet perfect. Nu weet ik dat ik me niet schuldig hoef te voelen, dat ik recht op leven heb, dat ik mag zijn wie ik ben, dat ik mag kiezen dwars tegen mijn moeders wil in. Ik ben een vrij mens.
Het was uiteindelijk deze hunkering naar vrijheid die mij jaren later boven de eetstoornis uittilde. Ik wilde geen modeldochter zijn. Ik wilde zijn zoals ik ten diepste ben bedoeld.
Geef een reactie