Het is al een flink aantal jaar geleden dat ik Proud2Bme opende en vanuit radeloosheid het digitale spreekuur aangreep als houvast om de dag door te komen. Het was in mijn studententijd, in de periode dat ik op de wachtlijst stond voor een behandeling voor een eetstoornis. Mijn leven draaide om strenge regels over welke voedingsmiddelen goed en fout waren met als resultaat dat ik steeds minder mocht eten van mezelf. Dat ze me daar later officieel de diagnose anorexia nervosa voor zouden geven, wist ik op dat moment nog niet.
Toen dat eenmaal zo ver was, heb ik daar lang aan moeten wennen. Het beeld dat ik had bij de ziekte, paste niet bij mij. Ik kon geen anorexia hebben, dacht ik. Maar niets bleek minder waar. Ik werd opgenomen in dagbehandeling en een periode van vallen en opstaan volgde. Met hulp van de behandelaren en lieve meiden in mijn behandelgroep werden we allemaal steeds een stukje minder de eetstoornis en meer onszelf. Groepstherapie, waarvan ik nooit had gedacht dat het me zou helpen, bracht me uiteindelijk terug op mijn streefgewicht. Daar had ik ook behoefte aan, na ruim een jaar in behandeling. Ik had me langzaam verzoend met de diagnose en keihard gewerkt om beter te worden. Het voelde alsof de wereld lag te wachten op al mijn grote plannen: afstuderen en echt beginnen met leven. En gek genoeg riep het leven me dat ook heel hard toe; ik werd verliefd. Ik stortte me vol overgave op de liefde, mijn vrienden en een drukke baan. Ik riep in de laatste week van mijn behandeling nog tegen de rest van de groep: “Het leven begint echt weer op je streefgewicht!” en zo voelde dat toen ook.
foto: Tom Roelofs
Natuurlijk was het nog wel eens moeilijk, het eten. En natuurlijk spookte wel ergens in mijn hoofd de gedachte dat ze bij de kliniek hadden geadviseerd om het natraject te doen. Ook mensen om me heen zagen me worstelen, maar eigenlijk werd er nooit over gesproken. Ik dacht wel eens dat ik er iets meer aandacht aan zou moeten besteden, gezien mijn geschiedenis. Maar aan de andere kant wilde ik niet missen wat ik nu allemaal had opgebouwd. Jaren gingen voorbij. Relaties ook. Ik hopte van drukke baan naar drukke baan en ik begon met muziek schrijven, wat mijn echte liefde bleek te zijn. Zo rende, huppelde en danste ik verder. Met vrienden om me heen, etentjes en alcohol.
De range van mijn streefgewicht bleef altijd de strikte grens waar ik binnen moest blijven, van mezelf. Dat was soms moeilijk want echt maat houden met eten was soms lastig. Als niemand het zag had ik eetbuien: binge-eten. Ik schreef er zelfs een liedje over, op een van die avonden vol destructief gedrag: het nummer ‘Take It In‘. Op dat moment besefte ik nog niet in welk patroon ik zat. Na zo’n binge-avond volgde er een ochtend van onzekerheid, schaamte, spijt. Waardoor ik met goede voornemens, regels en compenseren de dag begon en ‘s avonds weer de fout in ging. Dat werd normaal. Ik wist niet beter en zag toen niet dat dat een patroon was waarmee ik mezelf kapot maakte, en dat ik dat deed om te verdoven. Een patroon dat ik zelfs nog niet echt boulimia nervosa durfde te noemen in die tijd.
Tijdens de coronacrisis, waarin iedereen noodgedwongen tot stilstand kwam, kwamen er inzichten. Ik trapte steeds weer in de valkuil en juist door het compenseren overdag, ging het vaak weer fout in de avond. Toevallig was dat dezelfde periode waarin ik met mensen ging praten over mijn debuutalbum, Vinyl! Beetje bij beetje zag ik onder ogen dat een van de nummers die ik had geschreven ging over mijn destructieve patroon met eten. En dat ik dat dan ook aan de wereld moest gaan vertellen, als ik het nummer zou releasen. Er open over zijn dat ik nog steeds problemen had? Ik wist niet of ik dat wilde en ik schaamde me. Heb daarom lang getwijfeld of ik het liedje moest uitbrengen. Uiteindelijk besefte ik: het is belangrijk mijn ‘schaduwkant’ te delen, juist omdat het probleem nog niet zo zichtbaar is. Want we delen het niet zo vaak, en ik hoorde het niet terug in muziek en in kunst.
Ik besloot dat ik juist helemaal open en eerlijk wilde zijn. De wens om een performance-artkunstwerk te maken waarmee ik – naast de muziek – mijn verhaal kan delen, was geboren. Ik stapte daarom als digitaal performance-artkunstwerk opnieuw terug in mijn destructieve patroon. Ik besloot eten en eetbuien in een fotoserie vast te leggen, gedurende vier dagen voorafgaand aan de release van het nummer ‘Take It In’. Doel van het project was door middel van kunst het gesprek over destructieve patronen op gang brengen. In het ‘Binge Performance Art Project‘ nam ik polaroids van extreem gezond eten gedurende de dag. Maar documenteerde ik ’s avonds ook een terugval. Real time werden de foto’s in een digitale galerij opgehangen, waar iedereen ze kon zien en als het ware ‘langs mijn eetbuienpatroon’ kon lopen. Iedereen, dus ook mijn moeder, mijn collega’s en… wie google jij nu niet voorafgaand aan een date?
Me kwetsbaar opstellen is heel eng en het was confronterend terug te stappen in de periode waarin ik keer op keer keer, trigger na trigger, zwichtte voor de verleiding van het verdoven met eten. Maar hoe verder ik in het project kwam, hoe meer ik leerde over mezelf en dat gedrag. Over hoe dat verdoven werkte. Wat het me bracht maar ook hoe zwaar het was. Een excuus om te rebelleren tegen mijn hoge eisen. In het gemak in interactie en daar geen verantwoordelijkheid in willen nemen. Sowieso geen verantwoordelijkheid willen nemen, omdat er een laagje tussen mezelf en de wereld zat. Hoe fijn hyperfocus kan zijn als je in al je hoofdruimte bezig bent met je verhouden tot je obsessie en daarom niet veel ruimte over hebt voor de rest.
foto: Tom Roelofs
Verhouden tot een obsessie die eten heet en zwart-witdenken. Ik heb door te observeren ook gemerkt hoe zwaar het was. Hoe vol van contrast, fysiek zwaar, slecht voor mijn lijf. Ik had hartkloppingen, was soms misselijk en braken opwekken ging dan verbazingwekkend makkelijk. Daar schrok ik van en ik voelde me daarna leeg en vies. Ik ervaarde weer hoe het is om te leven met een geheim en de drang dat niet te willen laten zien. Perfectie, uit sociaal contact gaan. Iets waarvoor je je schaamt niet laten zien. Dat dat kanten heeft van een verslaving. Gek genoeg heb ik in die dagen ook geproefd aan de verleiding terug te stappen in het destructieve patroon en ik denk dat dat een stukje is dat ik altijd bij me zal dragen, in hoeveel liedjes ik het ook van me af zal schrijven.
Het project ligt nu achter me, maar de expo is nog te bekijken en ‘Take It In‘ is nog te beluisteren. Ik hoop dat ik daarmee het gevoel kan overbrengen van leven met en eetstoornis of destructief patroon. Om meer bewustzijn te creëren en het gesprek op gang te brengen over eetstoornissen. En ikzelf? Ik ben van anorexia naar boulimia naar kunst nu op weg naar een intake bij een behandeling. Omdat ik heb geleerd dat ik het niet meer wil. Het neemt kostbare ruimte in, destructie. Ik koester mijn inzichten want ik wil leven én daar muziek en kunst over maken. Goede wijn, seks, chocolade. Etentjes met lieve mensen; horen, zien, voelen. Als ik oud ben, wil ik geleefd hebben.
x Myrwood
OVER MYRWOOD
Myrwood. Zangeres en kunstenares par excellence in het zwart. Een artiest met een missie: Het stukje tussen haar en de wereld omvormen tot kunst met muzikale omlijsting. Haar doel hierbij is een gevoel over te brengen op haar publiek. In haar ‘cinematic electronic noir’ kun je eindeloos ronddwalen. Haar debuutalbum, ‘City Soundscape’, nam Myrwood op in Brussel met producer/technicus Michiel De Maeseneer (Sylvie Kreusch, Balthazar, Warhaus, Wende). Zeven songs in totaal – vol gesis, gesputter en getik – zijn een onweerlegbaar bewijs van Myrwood’s grenzeloze talent en toewijding. Een perfect impressionistisch decor voor de donkere maar toegankelijke ‘electronic noir’ waarmee Myrwood je haar wereld binnenleidt. Een dwaaltocht tussen onzekerheid en daadkracht, vertwijfeling en hoop.
Geef een reactie