We hebben er lang op gewacht, maar eindelijk is daar het zomerweer! De zon schijnt volop en het is heerlijk warm buiten. De perfecte week om naar het strand te gaan. Lekker in de zon liggen op een handdoekje of genieten van een verkoelende duik. Maar hoe is dat als je kampt met een eetstoornis? Is het dan ook zo fijn om naar het strand te gaan?
Er is altijd wel iets aan je lichaam dat je niet mooi vindt of waar je een beetje onzeker over bent. Misschien heb je wel hele kleine borstjes en staat hierdoor iedere bikini in jouw ogen suf. Of je hebt hele grote borsten en je vindt het heel ongemakkelijk hier zo ‘bloot’ mee rond te lopen op het strand.
Misschien heb je last van uitslag op je lichaam of heb je opvallende moedervlekken of littekens. Het kan ook zijn dat je last hebt van veel pukkels op je rug, van eczeem op je voeten of overmatige haargroei. Wat het ook is, het is niet raar. Er zijn miljoenen mensen met bovenstaande kwaaltjes. Het is begrijpelijk dat je je schaamt, er onzeker over bent, maar het is niet nodig.
Als je last hebt van een eetstoornis, maak je je zeker als je naar het strand gaat, overmatig druk over je uiterlijk. De angst dat je er dik uitziet of dat je lelijk bent in bikini is enorm. Misschien weet je verstandelijk wel dat je niet dik bent, maar voel je je absoluut niet dun. Sterker nog, je hebt misschien wel het idee dat je lichaam lelijk is en niet goed in proportie. Je buik is te bol, je bovenbenen zijn te dik, je ziet zelf toch echt vet bij je heupen en ook je billen zijn naar jouw mening te dik voor het zwembroekje. Allemaal veel voorkomende denkbeelden van meiden met een eetstoornis. Denkbeelden, want in 99% van de gevallen ben jijzelf de enige die het ziet en is er in weze ‘niets aan de hand’ met jouw lichaam.
De angst dat je er dikkig en/of lelijk uitziet zorgt ervoor dat je niet naar het strand durft of er in ieder geval ontzettend tegenop ziet. Misschien probeer je thuis eerst nog eens je bikini uit om jezelf te beoordelen. Het liefst zou je gewoon in een wetsuit naar het strand gaan. Lekker onbezorgd, niemand, inclusief jijzelf, die jouw lichaam ziet en erover kan oordelen.
‘Als ze bij H&M nou ook nog even een lange broek vastmaken aan dit zwempak,
zie ik het strand helemaal zitten!’
Voordat je naar het strand gaat vind je het misschien wel lastig om te eten. Je bent bang dat je buik er hierdoor boller (in jouw ogen dikker) uit gaat zien en dat wil je absoluut voorkomen. Daarom ga je voordat je op het strand uit de kleren gaat nog even naar zo’n vies strand/wchuisje waar pis en pleepapier op de grond ligt, om een plas te doen. Dit, in de hoop dat je buik dan net iets platter wordt.
Je moet je op het strand letterlijk en figuurlijk blootgeven…. en daar ben je niet zo goed in. Naar het zwembad gaan is eenvoudiger, want dan kan je tot het laatste moment een handdoek om je lichaam houden, tot 1 seconde voordat je het zwembad induikt… Op het strand moet je die hele wandeling maken van jouw ligplek naar het water. Dat water is dan ook nog eens verdomde koud, dus sta je 5 minuten te ‘iewwwllll koud!!!’ voordat je je lichaam kan verstoppen onder het water. Eenmaal in het water daalt het gevoel van ongemak en angst. Mensen kunnen je nu niet goed meer bekijken en jij kan jezelf ook niet meer naar beneden halen met al je negatieve zelfkritiek. Na het zwemmen, kan je niet, zoals in het zwembad, snel naar de kleedhokjes om de kleren aan te trekken, maar wordt er van je verwacht dat je een flinke tijd in je bijna blote lichaam liggend op het strand doorbrengt.
Dat liggen in de zon op het strand voelt uiterst ongemakkelijk. Allemaal mensen die voorbij lopen en naar jouw blote buik, benen, armen, voeten… kijken. Wat denken ze wel niet als ze naar je kijken? Meidengroepjes die voorbij lopen en lachen. Lachen ze je uit? Jongens die voorbij lopen en dingen zeggen die je niet verstaat. Hebben ze het over jou?
Dan volgt de chips. Degene met wie je naar het strand bent, haalt een grote zak chips uit haar tas. Je hebt enorme trek, maar wil eigenlijk niets eten van de chips. De chips is in jouw ogen ‘fout’ en een ‘dikmaker’. Wat moet je nu? Het is namelijk ook wel heel gezellig en lekker om nu op het strand samen wat chipjes te eten. ‘Een paar dan maar?’ Hoeveel of hoe weinig je er ook neemt, je voelt je erna schuldig. ‘Had ik het maar niet gegeten’. Je had net zo goed gezwommen, kcal verbrand… nu eet je het er allemaal weer aan. Dat het ook lekker en gezellig was, is inmiddels van zeer ondergeschikt belang. Je gaat opnieuw zwemmen, maar voelt je door de chips dikker. Je rent naar het water en duikt er dit keer direct in om de negatieve confrontatie met je lichaam zo kort mogelijk te houden.
Eenmaal weer op het strand zie je om je heen zoveel knappe en slanke meisjes. Je hebt het gevoel dat iedereen knapper en slanker dan jij is. Met de minuut verslechterd je humeur en voel je je negatiever over jezelf. ‘Waarom kan ik niet zo mooi zijn?’ ‘Waarom heb ik niet zulk lang haar?’ ‘Waarom zie ik er niet zo goed uit in bikini?’ ‘Waarom heb ik niet zo’n strakke buik?’ Waarom waarom waarom…. Je vergelijkt jezelf uiteraard alleen met mensen die in jouw ogen knapper, slanker en leuker zijn.
Tijd om te gaan! …maar eerst nog een ijsje. Althans, dat is wat jouw vriendin wil. Jij hebt stiekem ook best trek in een ijsje, maar wil dit liever niet. Het is al 17:00 uur en om 18:30 uur moet je alweer avondeten, dus je kan de trek nog best even verduren tot die tijd… Je wordt overgehaald ook een ijsje te nemen. Bij het strandhuisje staat een lange rij. Van veraf zie je het bord waarop alle ijsjes staan aangeboden. Door je hoofd gieren de kcal van ieder ijsje. ‘OMG wat moet je nou kiezen!?’ Je vriendin roept direct dat ze een magnum met nootjes neemt. Verdorie, jij hebt ook trek in een Magnum, maar dat is in jouw hoofd echt iets uit den boze. Wat nu, wat nu? De rij is lang, dus je hebt nog even, maar de stress slaat flink toe. Dan maar een veilige Solero, raket of Calippo? Of moet je een keer gaan voor waar je echt zin in hebt? De tweestrijd in je hoofd is enorm! Ineens besluit je gewoon voor een witte Magnum te gaan. Punt uit!
En jij? Wat wil jij voor ijsje?
STRESS! ….uhmm.. uh… uh.. ik.. sorry. Ja, doe maar een raket.
Je baalt van jezelf. ‘Doe nou toch eens normaal!’ denk je bij jezelf. Kon je dat maar, kon je maar gewoon van de ene op de andere dag normaal doen. Opgelucht kom je thuis aan. Je hebt het strand weer overleefd.
Morgen weer? Vraagt je vriendin.
Nee, sorry… dan moet ik naar mijn oma.
Je moet helemaal niet naar je oma, maar 1 dagje strand was wel weer even voldoende voor deze week.
Misschien herken je veel van bovenstaande. Verdrietig eigenlijk toch? Dat iets wat zo fijn en leuk kan zijn, zo gespannen, angstig en onprettig is geworden. Weet dat je – als je vecht tegen je eetstoornis – ooit weer van het strand, zonnen en zwemmen kan gaan genieten! Keep your head up!
Geef een reactie