Er zijn beroepen waarbij het noodzakelijk is in ploegendiensten te werken. Denk bijvoorbeeld aan de zorg waarbij je vaak vroege diensten, avonddiensten maar ook nachtdiensten draait. En juist die nachtdiensten vragen vaak lichamelijk veel van je omdat je je hele bioritme omgooit. Zelf zeg ik altijd: “ik ga m’n mollenleven voor de komende dagen in” want ja, je slaapt overdag en je werkt ‘s nachts. Daarbij heb ik zelf niet de behoefte om als ik wakker ben wat af te spreken dus het zijn altijd dagen waarop ik nauwelijks contact heb met de buitenwereld, behalve mijn collega’s dan.
Gelukkig heb ik weinig moeite met het omschakelen. Ik merk dat dat voor iedereen heel anders kan zijn. Zelf slaap ik wanneer ik mijn eerste nacht in ga, die dag zo lang mogelijk uit waarna ik ‘s avonds niet naar bed, maar aan het werk ga. Er zijn echter ook collega’s die voorslapen en ‘s middags vast een dutje doen. Ik merk dat ik zelf daar alleen maar lomer van word. Wanneer ik uit mijn nacht thuis kom, ben ik meestal klaarwakker dus doe ik vaak nog even een huishoudelijk klusje, en zoek mijn bed rond negen á tien uur op. En dan slaap ik heerlijk! Zet geen wekker, zo fijn is dat! Het lekkerste is dat je mag slapen als het buiten regent of somber weer is, daar mis je wat dat betreft niets aan. Jammer is het wel als je een mooie zomerdag al slapende doorbrengt. Het is heel fijn als ik pas rond zes a zeven uur wakker word. Dan heb ik heel wat uurtjes rust gehad zodat ik de volgende nacht fit genoeg ben. Ook weet ik dat er collega’s zijn die ‘s middags al vroeg wakker worden en slecht kunnen slapen. Heel vervelend is dat. Ik mag dus in m’n handjes klappen dat ik daar geen last van heb.
De tweede of derde nacht heb je vaak wel even een dipje maar daarom blijf ik meestal bezig. Ook heb ik collega’s die als de situatie het toelaat, want er zijn heus nachten dat je maar doorgaat en aan zitten niet toekomt, even een dutje op de bank doen. Maar ook daarvan word ik alleen maar suffer of wordt je plots wreed uit je weg-dut-moment gerukt wanneer een patiënt belt. Vaak ben ik heel blij als ik ‘s morgens overdraag aan mijn collega’s van de dagdienst, om naar huis te kunnen en verlang ik echt naar m’n bed. Leuk is het altijd wel om te zien dat wanneer je het ziekenhuis uitloopt, je al die nog wakker wordende collega’s tegenkomt. Mensen met slaapogen, mensen die geeuwen, mensen waarbij de rimpels van het matras nog in het gezicht staan. En jij weet, ik mag lekker naar huis, slapen! Voelt best goed soms.
Na de laatste nacht is het niet verstandig lang te slapen omdat je weer moet omschakelen. Dan slaap ik vaak tot een uur of twaalf of één uur. Ga er dan uit zodat ik die avond wel weer gewoon naar bed kan en in het juiste ritme kan komen. De eerste dag na m’n nachtdiensten gaat dat perfect, meestal krijg je na je nachtdiensten op de tweede of derde “day after” wel even een dipje en voel ik me erg moe. Ik weet waar het dan door komt en ook dat dit vanzelf weer over gaat.
Eten tijdens je nachtdiensten
Het eten tijdens mijn nachtdiensten vond ik toen ik voor het eerst m’n nachtdienst ging draaien, een enorm lastig punt. Je eet overdag voor je de nacht in gaat en moet dan ‘s nachts ook ineens eten! Daar waar je dit normaal gesproken niet doet. Het lijkt dus extra. Maar daarin moet je proberen te relativeren en je te bedenken: normaal slaap en rust ik ook ‘s nachts. In je nachtdienst ben je volop bezig en actief. Je lijf heeft daarom ook energie, eten nodig. Ik werd vanzelf terug gefloten in het begin wanneer ik niet op tijd at in m’n nacht. Want wat er gebeurde was dat ik trillerig werd, enorm ging zweten en me slap voelde. Een heel logisch gevolg: ‘s nachts gaat je bloedsuikerspiegel naar een lager niveau vanuit je bioritme omdat je dan rust, weinig glucose verbruikt als je slaapt, niet eet. Maar nu is het bioritme uit balans, je glucosewaarde daalt omdat het nacht is. Het verschil zit ‘m in het feit dat je nu wel actief bezig blijft en je glucosewaarde nog verder daalt. Het gevolg is een hypo, je wordt trillerig en gaat zweten. Een mooi signaal van je lichaam, het vertelt je gewoon dat je MOET eten, of je het nu wilt of niet, anders val je om en daar heb je helemaal niets aan in je nacht wanneer je aan het werk bent.
Dus wist ik, voordat ik m’n nacht in ga, eet ik zelf die avond ervoor, zo laat mogelijk, zodat ik er nog even op door kan. En vaak wanneer ik wakker word na overdag geslapen te hebben, heb ik ook nog totaal geen trek, best lastig als je nog voor je de volgende nacht ingaat, wel even wat moet eten. Ik eet dus omdat ik weet dat ik energie nodig heb om m’n nacht in te gaan. Zeker ook omdat je niet weet of er op tijd gelegenheid is voor pauze door onverwachte drukte.
Dan eet ik aan het begin van de nacht iets kleins zoals fruit of een cracker met beleg, ga dan alle nachtelijke klusjes doen. Die bestaan in mijn functie uit medische apparatuur checken, opiaten checken, en medicatie voor de ochtend uitzetten, veel antibiotica bereiden. Uiteraard heb je je rondjes langs patiënten die je loopt om te kijken of alles goed gaat naast de bellen van patiënten die jou ‘s nachts nodig hebben. De infusen die afgaan, de familie begeleiden en bijstaan die in huis zijn, al wakende bij hun geliefde die stervende is. Een spoedopname die via de spoedeisende hulp binnen komt et cetera. En zo ben je de hele nacht wel bezig. Meestal proberen mijn collega en ik, want wij zijn altijd met twee, na alle noodzakelijke klusjes, wat te gaan eten.
In het begin was dat moeilijk, want wat moest ik eten in de nacht? Ik keek naar wat collega’s deden maar daar had ik werkelijk niets aan omdat het zo verschillend is wat iedereen eet! De één wil brood, de ander salade, de ander snoept de hele nacht of eet gerust alleen maar chips en andere lekkernijen. Ik heb verschillende dingen uitgeprobeerd maar weet nu wat bij mij werkt: ik eet rond drie á vier uur een soepje, zoals pompoensoep, daar ben ik dol op. En voordat we de drukke medicatie ronde doen, eet ik rond vijf á zes uur een beetje yoghurt met een appel. Wanneer ik terug naar huis rij neem ik in de auto vaak nog iets kleins zoals een stukje ontbijtkoek of een klein eierkoekje. En dan ga ik thuis m’n bed weer in.
Als ik mijn laatste nacht in ga, eet ik meestal ‘s morgens in de auto terug naar huis niets meer omdat ik dan moet omdraaien zo snel mogelijk bij thuiskomst ga slapen en ik ‘s middags weer vroeger opsta en wat eet. Dan moet ik weer het normale dagelijks ritme in. Al met al, een hele omschakeling die mij in het begin best wat kopzorgen rondom eten gaf. Ook merk ik dat m’n darmen altijd wat van streek zijn. Vaak genoeg is in het nieuws voorbij gekomen, dat het ook niet heel gezond is, die nachtdiensten. In de zorg krijgen wij hier wel een financiële vergoeding voor. (ORT, onregelmatigheidstoeslag) Zelf heb ik geen moeite met nachten, vind het eigenlijk best prima. Maar zodra je ritme verandert, en daarmee je eetpatroon ook, is dat niet altijd een feest wanneer je een eetstoornis hebt en kan dus voor onrust zorgen.
Op onze afdeling stond ook een boekje met tips en adviezen in de nachtdienst en wat je op welk tijdstip het beste kunt eten. Daarin staat het volgende beschreven: als je onregelmatige diensten draait dan kan het soms heel moeilijk zijn om een gezond eetpatroon te volgen. Eten van thuis meenemen is niet altijd even gemakkelijk, en daarnaast heb je tijdens je avond- of nachtdienst vaak veel minder trek of juist continu trek omdat je biologische klok in verwarring is. Echter, juist als je onregelmatige diensten draait is het heel belangrijk om gezond te eten, want onderzoeken hebben aangetoond dat mensen met onregelmatige werktijden een veel groter risico lopen om slaapstoornissen, overgewicht en hart- en vaatziekten te krijgen. Juist voor mensen die wisseldiensten hebben is het dus extra belangrijk om gezond te eten, zodat je de kans op allerlei ziektes en aandoeningen sterk vermindert. Maar gezond eten als je wisseldiensten draait is voor velen gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bovendien wordt je biologische klok flink door elkaar geschud als je onregelmatige diensten draait, waardoor je stofwisseling op een laag pitje staat op momenten dat je juist moet eten. Als gevolg hiervan heb je als je opstaat of als je werkt vaak weinig zin in eten, of juist continu trek.
Goede voeding in de nachtdienst
Maaltijd 1: vlak voor of aan het begin van de dienst
Wat: eiwitrijke voedingsmiddelen zoals melkproducten, eieren, vis, vlees, peulvruchten, noten en zaden, kleine portie koolhydraten, vetarm
Waarom: eiwitrijke maaltijden helpen om wakker te blijven
Maaltijd 2: midden in de nacht
Wat: minder eiwitten, veel koolhydraten, zoals bruin brood, aardappelen, pasta, rijst en fruit. Waarom: energierijk. Dat kun je midden in de nacht goed gebruiken
Maaltijd 3: in de ochtend
Wat: licht eten, vooral koolhydraten en melkproducten
Waarom: zowel koolhydraten als de tryptofaan in de melkproducten werken slaapbevorderend
Dit kun je beter vermijden
♥ Alcohol
♥ Zware en energierijke voeding zoals gefrituurde gerechten: ‘s nachts maken ze je slaperig en vlak voor het slapen gaan verhinderen ze het in- en doorslapen
♥ Voedingsmiddelen die cafeïne of kinine bevatten zoals koffie, thee, cola en tonic. Beperk het gebruik tot het begin van de dienst, zodat je na de dienst makkelijker kunt slapen
♥ Sterk gekruid voedsel: dit irriteert de maag
♥ Suikerrijke voedingsmiddelen: op korte termijn verhogen ze de alertheid, maar bij de snelle daling van de suikerspiegel daarna veroorzaken ze slaperigheid
Wat eet jij tijdens nachtdiensten?
Geef een reactie