Afgelopen oktober kondigden we het al aan: het tweejaarlijks NAE congres, georganiseerd door De Nederlandse Academie voor Eetstoornissen, stond weer voor de deur. Een – dit jaar online – evenement voor cliënten, naasten, behandelaren en ervaringsdeskundigen, die bijeen komen met het doel de zorg voor mensen met een eetstoornis telkens weer te verbeteren. Een dag vol workshops, lezingen, sprekers, presentaties en waar via een chat kon worden meegepraat en vragen konden worden gesteld door de aanwezigen. Zo’n 240 man, waaronder wij van Proud2Bme. In een aantal blogs delen wij graag met jullie de kennis die we die dag hebben opgedaan. We gaan verder met de tweede en laatste workshop die ik gevolgd heb en sluiten daarmee deze serie ook af.
Alles over mijn eerste workshop ‘Kwaliteit van leven bij een langdurige eetstoornis’ kun je hier lezen. Mijn tweede workshop luidde ‘Lichaamsbeleving en bewegingsdrang; hoe breng je dit in kaart?’. Daarnaast werd er ook ingegaan op hoe je een negatieve lichaamsbeleving en bewegingsdrang bij mensen met een eetstoornis kunt behandelen. Naast het behandelen van het eetgedrag is lichaamsbeleving net zo belangrijk om in kaart te brengen en actief te betrekken bij de behandeling. Het kan namelijk een een belangrijk element zijn voor iemand met een eetstoornis.
Lichaamsbeleving klinkt als één vast ding, maar is natuurlijk iets wat per persoon enorm verschilt. Als je een negatieve lichaamsbeleving gaat behandelen, is het belangrijk te weten wat je precies behandelt. Klinkt logisch natuurlijk, maar daar horen bepaalde metingen bij. Een onderzoek waarin cijfers aan te pas komen. Niet omdat alles uit te drukken is in cijfers, maar omdat het goed kan zijn om een meting aan het begin en aan het einde af te kunnen lezen. Daarom wordt lichaamsbeleving vaak in kaart gebracht door middel van vragenlijsten, maar dit gebeurt natuurlijk in combinatie met de professionele kijk van de behandelaar. Er wordt gekeken welke aspecten negatief en/of verstoord zijn.
Drie domeinen
Lichaamsbeleving kent drie domeinen, waartussen vaak een overlap te merken is:
- Lichaamsbewustzijn: dit gaat over het kunnen registreren van interne lichaamssignalen. Het gaat hier over of iemand een idee heeft van hoe zijn of haar lichaam zich verhoudt tot de ruimte. Hoe je van binnen je lichaam ervaart en signalen kunt herkennen, maar ook hoe je je lichaam van buitenaf ervaart.
- Lichaamswaardering: Dit gaat over de mate waarin iemand tevreden is over het eigen lichaam. De focus ligt op kenmerken en de functies van het lichaam en de mate waarin iemand dat kan en wilt waarderen.
- Lichaamsattitude: Dit is het grootste domein en gaat over het cognitieve en affectieve stuk, dus over de overtuigingen en gevoelens die iemand ervaart ten opzichte van zijn of haar lichaam. Welke gedachtes en gevoelens heeft iemand over het lichaam en hoe dit wordt gekoppeld aan de consequenties voor het gedrag.
Wat opvallend is, is dat bij een eetstoornis het lichaamsbewustzijn eigenlijk niet verschilt van mensen zonder eetstoornis. Hier is wel een uitzondering te zien als het gaat om patiënten die een eetstoornis hebben en autisme, dan is het lichaamsbewustzijn vaker verstoord. “Hoe zit dat dan bij dissociatie?”, is een vraag die tijdens de workshop werd gesteld. Er zit een verschil tussen het niet kunnen voelen of registreren van het lichaam of dat iemand zich er (tijdelijk) voor afschermt. Tijdens een dissociatie kan er inderdaad een verstoring plaatsvinden in het lichaamsbewustzijn, maar het vermogen om het juist te registreren is er op andere momenten dan vaak wel.
Om er een praktijkvoorbeeld uit te halen focussen we deze workshop op het domein lichaamswaardering. Dat domein kun je ook weer onderverdelen in drie subschalen.
Lichaamswaardering
- Gewichtsgerelateerd: deze vorm van waardering gaat vaak over specifieke lichaamsdelen. Vaak gaat het over billen, buik, bovenarmen, benen. Het idee dat daar iets aan verandert (of verandert kan worden) als het gewicht ook verandert, speelt hierin de hoofdrol.
- Niet gewichtsgerelateerd: delen van het lichaam waar niets aan verandert als de patiënt aankomt of afvalt. Zoals het haar, de ogen, de mond of de handen.
- Functioneel: Dit gaat over de waardering voor hoe het lichaam werkt, niet over hoe het eruitziet.Het is belangrijk om de waardering voor de functie in de behandeling te vergoten. Het negatieve gaat vaak over het uiterlijk, over het esthetische en de functie staat bij mensen met een eetstoornis vaak niet op de voorgrond.
Behandeling
Wat helaas niet altijd gebeurt, is dat deze vragenlijst en de uitkomst ervan uitgebreid besproken wordt met de patiënt. terwijl dat wel belangrijk kan zijn. Het kan nieuwe inzichten geven en helder laten zien hoe iemand zijn of haar eigen lichaam bekijkt, ervaart en beoordeelt. Het doel van de behandeling die zich richt op lichaamsbeleving is doorgaans het breder leren kijken naar het lichaam. De focus afhalen van het negatieve en de blik verbreden, kan ervoor zorgen dat het minder groot en beladen voelt voor iemand.
Binnen de behandeling wordt gevraagd om vijf items uit te kiezen van het eigen lichaam die de cliënt belangrijk vindt om te kunnen waarderen. Dus aspecten van het lichaam aanwijzen die hij of zij belangrijk vindt om mooi te vinden en die belangrijk zijn om makkelijker door het leven te gaan. Opvallend is dat het vrijwel altijd de negatieve aspecten zijn die iemand uitkiest, die ook als belangrijkste lichaamsonderdelen gezien worden. De vraag is altijd neutraal gesteld, maar de dingen die al gewaardeerd worden, zijn minder belangrijk voor iemand dan de lichaamsdelen waar negatief over wordt gedacht. Vaak is dat ongeacht de functie van dit lichaamsdeel.
Bewegingsdrang
Om bewegingsdrang te kunnen behandelen is het belangrijk ook de mate van beweging te meten. Als je het wilt managen en wilt op- of afbouwen, moeten de manieren en redenen van iemands bewegingsdrang duidelijk zijn. Psychologische factoren zijn hierbij heel belangrijk. In hoeverre is iemand afhankelijk van beweging en voelt zich verplicht te bewegen?
Redenen om te bewegen zijn eveneens weer op te delen in verschillende subschalen.
- Fitheid en gezondheid
- Uiterlijk en gewicht
- Stress en stemming
- Sociale activiteit
Wat blijkt, is dat mensen die bijvoorbeeld excessief sporten in een sportschool er eerder mee kunnen stoppen (of ermee kunnen afbouwen) dan de mensen die een actieve levensstijl hebben. Het vele wandelen is moeilijker af te bouwen en een halt toe te roepen dan de hoeveelheid sportlessen die een patiënt ingepland heeft. Wat bij alle gevallen – maar zeker ook bij de mensen die een actieve levensstijl hebben – belangrijk is, is het verplaatsen van de focus van het bewegen. Het doel is om te gaan voor het plezier, de ontspanning, de functie en het sociale aspect dat bewegen kan brengen in iemands dagelijks leven.
Bij de behandeling van bewegingsdrang bij mensen met een eetstoornis zijn de redenen om te bewegen voor de gezondheid en voor het sociale aspect vaak laag. In de metingen wordt ook beweging als emotie regulatie niet vaak aangetoond, hoewel er in veel gevallen ook bewegen wordt om niet te voelen. Het verschil is dat dit door de patiënt vaak niet zo ervaren wordt en dit voor de persoon zelf niet de reden voelt om toe te geven aan de bewegingsdrang.
Persoonlijk denk ik dat die focus op de verschillende domeinen en de persoonlijke – letterlijke – beweegredenen een hele belangrijke invalshoek voor een behandeling kunnen zijn. Na deze workshop vraag ik mij toch af hoe ik mijn eigen lichaam ervaar en beoordeel. Hoe verhoud ik mezelf tot die verschillende subschalen waarin ik mijn lichaamswaardering kan afmeten? Ik hoop dat deze korte terugblik op de workshop jou wat extra informatie, handvatten of inzichten heeft gegeven hierin. En dat als je nu – of over een tijdje – vijf lichaamsdelen van jezelf uit moet lichten, je daar voldoende waardering uit kunt halen.
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie