Dag stoer, sterk lichaam, wat doe ik je toch aan? Je wandelt al zoveel jaren met me mee, draagt me overal naar toe. Je hebt me eigenlijk nog nooit in de steek gelaten. Hoe kan ik jou dan wel zo in de steek laten? Ik geef je iedere dag niet wat je nodig hebt, terwijl jij mij iedere dag wel geeft wat ik nodig heb. Je geeft me veiligheid en warmte, laat me overal gaan en staan waar ik wil. En wat doe ik? Ik put jou uit. Ik vraag het uiterste van je en ga met je om alsof je niets waard bent, alsof je zo vervangen kunt worden. Dag stoer, sterk lichaam, ik weet dat dit niet eindeloos is. Ik weet niet waar het einde is, maar deze maand stopte je met vruchtbaar zijn. Vandaag, de eerste dag van een nieuwe maand waarin ik niet meer ongesteld word. Dat doet verdomd veel pijn.
Hoe kon het zover komen? Hoe kon ik het zover laten gaan? Ik heb je zoveel ontnomen en vandaag ontneem je mij, mijn vrouwelijkheid. Ik ben als een kind dat nog niet ongesteld wordt en de verantwoordelijkheden van de wereld nog niet aan kan. Een vrouw zonder mogelijkheid om moeder te worden, zonder vruchtbare gevoelens. Ik ben als uitgeputte, droge grond waar geen bloem meer in wil groeien. Dat ben ik, nutteloos. Puur omdat ik jou te weinig water en voeding heb gegeven. Ik weet, het is door mijn eigen toedoen, maar ik heb het nooit zo gewild…
Hoe kan ik mezelf zo verliezen, dat ik mijn gezondheid en daarmee mijn toekomst in gevaar breng. Mijn wens om moeder te worden is groot. Een wondertje in mijn buik, een baby in mijn armen. Wat een geschenk. Liefde kunnen geven, mógen geven op een manier die ikzelf vroeger had gewild. De mooiste rompers en trappelpakjes voor je kopen. Zo veel dat je ze niet eens allemaal aan kunt, of ik zou je meerdere keren per dag moeten verkleden. Dragen in een draagdoek onder zonnestralen die door de groene bladeren van de bomen vallen. Beschermen met mijn leven. Mijn leven, een leven dat ik nu in gevaar breng…
Hoe kan ik een kindje beschermen met mijn leven als ik mijn eigen leven in gevaar breng? Niet. Moeder natuur is hard, maar rechtvaardig. Het is logisch dat mijn lichaam zegt: Tot hier en niet verder. Het is logisch dat mijn lichaam op deze manier duidelijk aangeeft dat het op deze manier niet van plan is een kindje te dragen. Hoe kan het in godsnaam dat ik, die zo droomt van een kindje, mijzelf dit aan doe? Dat is toch wat ik doe? Ik doe mijzelf dit toch aan? …of moet ik het niet zo zien?
Het is zo lastig om een eetstoornis te zien als ziekte, omdat het vaak voelt als iets wat ik mezelf aan doe. Iets wat ik kan veranderen als ik maar wil en mijn best doe. “Kan je niet wat beter je best doen?” “Beloof je me dat je wat beter gaat eten?” “Had je voor mij nou niet even een boterham met kaas kunnen eten?” …vragen die me gesteld worden en die ik keer op keer ongemakkelijk, maar positief en voor de ander geruststellend beantwoord. Vragen die mijn gevoel dat mijn eetstoornis een keuze is bevestigen.
Andere mensen worden ziek, een tumor in hun lijf. En ik? Ik gooi jou, stoer, sterk lichaam zo te grabbel. Nee, ik kies er niet voor om niet meer ongesteld te worden, écht niet. Dat is écht niet wat ik wil. Waarom gebeurt het dan toch? Ik voel me een mislukking als mens en gefaald als vrouw.
Mijn vriendinnen worden zwanger, de halve wereld lijkt bevrucht. Ik voel geluk voor hen, maar voel de eenzaamheid in mij groeien. Het gat tussen mij en hen wordt iedere dag groter en het lukt me niet om het te dichten. Iedere dag glijd ik een stukje verder een diepte in, waarvan ik niet weet of er een bodem is en of er weer een trap omhoog is. Ik wil die diepte niet in, maar ik krijg gewoonweg geen houvast meer. Het ontglipt me. Mijn gevoel en verstand lijken mijlen van elkaar verwijderd. Ik wéét exact wat ik moet doen en waar ik mee bezig ben, maar mijn gevoel domineert en houdt als in een dictatuur alles zijn greep. Er is geen ontkomen aan, of wel…?
Dag stoer, sterk lichaam. Het spijt me zo dat ik je zo weinig respecteer. Dat dit mijn waardering is voor jarenlang zwoegen en strijden. Het spijt me zo dat jij het moet ontgelden. Jij hebt hierin geen enkele schuld en toch krijg je de klappen. In plaats van een kindje te dragen, draag ik nu de gevolgen van mijn eetstoornis. Wat is het toch een nare ziekte. Zo hard, kil en eenzaam. Ik zou zo graag anders willen.
Ik droom ervan om jou te voeden met de lekkerste maaltijden, van overheerlijke pasta’s tot aan donkerbruin brood met pindakaas en het meest goddelijke ijs. Ik probeer als ik rond etenstijd buiten loop soms de geur van eten te vangen in mijn mond. Ik denk eraan om voor jou dagen in bed te blijven en uren in bad te liggen, zodat je eindelijk krijgt wat je verdient en uit mag rusten. Ik droom van zoveel, maar het lukt me allemaal niet.
Dag stoer, sterk lichaam. Ik hoop dat je nog even bij me blijft.
Fotografie: Fokeev
Geef een reactie