Vandaag heb ik een tatoeage laten zetten: “Beauty starts in your head, not in the mirror”. Nu hij er staat zet hij me aan het denken, waarom hou ik het verhaal erachter geheim? Waarom hou ik een deel van wie ik ben geheim? Angst. Angst voor onbegrip en veroordeling. Maar ik wil niet meer bang zijn. Daarom wil ik jullie voorstellen aan Robin, mijn maatje, mijn vijand, mijn ziekte.
Nice to meet you
Toen ik bijna 14 jaar was kwam er langzaamaan een nieuwe ‘ik’ mijn leven in. Een ‘ik’ die ik later Robin heb genoemd. In het begin vond ik Robin nog onaardig. Ze sloeg namelijk toe wanneer ik op mijn zwakst was en dwong me om in de spiegel te kijken. Dwong me om mijn vet vast te pakken, waardoor ik woedeaanvallen kreeg waarin ik dat vet probeerde weg te graven met mijn nagels. Ze dwong me naar mezelf te kijken en maakte me wijs dat ik lelijk en niks waard was.
Niet veel later werd Robin mijn vriendin, een van mijn beste vriendinnen. Want zij wilde net als ik dat ik mooi zou zijn en dat iedereen mij leuk zou vinden. En ze wist hoe ik dat kon bereiken. Door af te vallen. Zo begon ik meer te sporten, ging mijn ontbijt overslaan en gooide later ook mijn lunch weg op school. Calorieën tellen werd het belangrijkste dat er was en ik stond zo’n 3 keer per dag op de weegschaal. Ik luisterde naar Robin en dan zou alles goedkomen, dacht ik.
Tot ik last kreeg van eetbuien. Dan werd Robin boos en schreeuwde naar me dat alles voor niks was geweest en ik alles wat ik tot nu toe bereikt had, had weggegooid. Om haar stil te krijgen stak ik dan een vinger in m’n keel, maar dat was niet genoeg. Voortaan moest het avondeten er ook uit, dus daar zorgde ik voor. Met behulp van laxeerpillen kon ik dit makkelijker voor elkaar krijgen en zo kreeg ik Robin weer tevreden. Voor even. Wat ik aan het doen was, was niet goed, maar het werd een soort verslaving, een soort verplichting. Het gaf me de controle die ik nodig had en om die weer te verliezen leek me honderden keren erger.
En nu even realistisch!
Voor zover ik weet heeft nooit iemand gemerkt wat er aan de hand was, omdat ik nooit broodmager ben geweest. Mijn ziekte was niet te zien voor de buitenwereld. Het is dan ook een klein, nog realistisch nadenkend, deel van mijzelf geweest die me halt toeriep. Want toen ik bijna 2 jaar bevriend was met Robin merkte ik dat mijn energie op begon te raken. Sporten lukte bijna niet meer, trainingen kon ik niet meer uitzwemmen en mentaal zorgde dat alleen maar voor meer woede en verdriet. Uiteindelijk heb ik de stap gezet om aan iemand te vragen wat hij zou vinden van iemand die zo leefde. Anorexia was zijn keiharde antwoord.
Stappen zetten
Wat het was weet ik niet precies. Maar het antwoord kwam zo hard aan dat ik me begon te beseffen dat ik mezelf aan het verpesten was. Zelfstandig plande ik een afspraak bij mijn huisarts en hij stelde de diagnose Eetstoornis NAO (Niet Anders Omschreven) en vertelde me dat behandeling alleen mogelijk was met toestemming van mijn ouders, omdat ik nog geen 16 jaar was.
Niet wetend wat te doen met deze informatie fietste ik naar het huis van een van mijn beste vrienden waar ik in huilen uitbrak, hij was de eerste die ik het vertelde. Eenmaal thuis pakte ik mijn zwemspullen en fietste naar de training, waar ik halverwege in een paniek van tranen het bad uitklom. Mijn trainer, die onderhand familie voor me was, kwam naar me toe en vroeg wat er aan de hand was. Maar ik kon het hem niet vertellen. Ik zal nooit vergeten hoe hij me vastpakte, me dwong hem aan te kijken en me op een gebiedende maar toch bezorgde toon zei: “Als er iets is waar je zo van overstuur raakt moet je het aan iemand vertellen! Sanne, je moet het aan iemand vertellen!”
Eenmaal thuis zag mijn moeder meteen dat ik had gehuild, ze heeft zo’n 15 keer gevraagd wat er aan de hand was. Tot ik weg liep, boven een doosje laxeerpillen pakte, terug naar beneden liep en het doosje op haar schoot gooide. Ze keek me stomverbaasd aan, begreep het oprecht niet en vroeg “Wat is dit?!”. Hoe de uren daarna zijn verlopen kan ik me niet eens meer herinneren.
Tijd om te vechten
Ik ben uiteindelijk vanaf mijn 15e bijna anderhalf jaar in behandeling geweest. Ze hebben me geholpen met het opkrikken van m’n zelfvertrouwen, het omgaan met emoties en het engste, het afscheid nemen van Robin. Wat ik als een van de meest moeilijke dingen heb ervaren in die periode, was de machteloze blik van mijn ouders en verdere naasten. Want machteloos waren ze. Een eetstoornis gaat niet weg met een medicijn en naar mijn mening ook niet door de liefde die je krijgt van de mensen in je omgeving. Robin zat in mijn hoofd, mijn hoofd. En alleen ik kon haar de mond snoeren.
Voor nu
Als ik nu terugdenk zijn er nog steeds vragen, zoals waarom, onbeantwoord gebleven. En die antwoorden zal ik waarschijnlijk ook nooit gaan vinden. Maar ik focus me op wat ik wel weet. Ik ben nu gezond, ik ben gaan houden van lekker eten en koken, ik ben mezelf meer gaan waarderen en ik ben dichterbij gelukkig zijn dan toen. Ik weet dat Robin waarschijnlijk nooit helemaal weg zal zijn, maar ik weet ook dat ik het lef en de kracht heb om niet meer naar haar te luisteren. Omdat ik weet dat ze ongelijk heeft in alles wat ze zegt.
Wat ik vooral tegenkom als ik met iemand over mijn eetstoornis praat is dat veel mensen alleen weten van anorexia en een beetje van boulimia. Dit heeft mij vaak het gevoel gegeven dat mijn eetstoornis geen serieuze eetstoornis is. Wat ik het liefste zou willen is dat meer mensen kennis krijgen van de ziekte eetstoornis in het algemeen en zich beseffen dat wanneer je een normaal gewicht hebt, dit niet betekent dat je niet ziek bent. Niemand heeft precies dezelfde ervaringen als een ander en ik hoop dat door dit soort verhalen te delen, mensen die nu met de ziekte te maken hebben zich beseffen dat iedereen op zijn eigen manier ziek is.
“Beauty starts in your head not in the mirror”
Geef een reactie