Als je een eetstoornis hebt, dan is de kans groot dat je niet zo’n goede relatie met de weegschaal hebt. Misschien sta je er meerdere keren per dag op om te controleren of je niet bent aangekomen dan wel bent afgevallen. Dit zorgt vaak voor veel stress, ondanks dat we allemaal wel weten dat het getal op de weegschaal meer heel weinig zegt over je gezondheid. Je gewicht schommelt immers iedere dag en is afhankelijk van verschillende factoren.
Dit geldt niet alleen voor het gewicht, maar eigenlijk voor heel het lichaam. Een lichaam is geen machine dat altijd maar op dezelfde manier werkt. Het is continu in beweging en wordt beïnvloed door zaken van buitenaf. Toch is dat als je een eetstoornis hebt, lastig om tegen jezelf te blijven zeggen.
Naast wegen zijn er namelijk ook genoeg mensen die obsessief bezig zijn met de omvang van hun lichaam. Zij wegen zich niet alleen, of soms helemaal niet, maar zijn zo dagelijks bezig met het letterlijk op meten van lichaamsdelen. Ze meten met een meetlint bijvoorbeeld de omvang van hun buik of benen om te checken of dit niet ineens een aantal centimeter is toegenomen na het eten van een maaltijd. Zodra dit wel het geval is, kan de paniek toeslaan.
”Op internet las ik dat een BMI eigelijk niet zoveel zegt en dat het veel belangrijker is om te kijken naar je shape. Hierdoor besloot ik eens te kijken naar wat de gemiddelde maten voor een vrouw waren en vergeleek ik dit met mijn omvang. Het viel me toen op dat ik binnen de genoemde getallen zat, maar wel aan de hoge kant. Ik zocht naar meer informatie om dit te kunnen verminderen en vond dat ik hiervoor moest gaan sporten en anders moest eten. Dit deed ik en tegelijkertijd besloot ik mezelf regelmatig te meten om te controleren of ik al centimeters kwijt was geraakt. Alles ging draaien om die getallen, het werd een obsessie.” Larissa
De weegschaal kan hierdoor een ondergeschikte rol krijgen, maar eigenlijk verschuift het probleem naar iets anders, namelijk centimeters, omvang en een meetlint. Dit is nog steeds een obsessie en net zo ongezond als continu bezig zijn met je gewicht. Bovendien is het meten van bepaalde lichaamsdelen eigenlijk net zo onbetrouwbaar als jezelf continu wegen. Als je jezelf meet kun je namelijk tegen heel veel problemen aan lopen waardoor je er eigenlijk bijna nooit vanuit kunt gaan dat een meting betrouwbaar is. Hier een aantal voorbeelden.
♦ De omvang van je buik kan groter of minder groot zijn als er wel of geen ontlasting in zit;
♦ Afhankelijk van hoe je je voeten neerzet, verandert de omvang van je buiken en je benen;
♦ Bij het spannen en ontspannen van je spieren, verandert de omvang van verschillende lichaamsdelen;
♦ De omvang verandert gedurende de ademhaling;
♦ Als je vocht vasthoudt, kunnen je benen een grotere omvang hebben.
Dit zijn slechts een aantal zaken waaruit blijkt dat een meting van de lichaamsomvang niet zo heel veel zegt, zeker niet als je dit erg vaak doet. Er zijn mensen bij wie dergelijke metingen wel zinvol zijn. Het gaat daarbij vaak om mensen die bepaalde sportrajecten volgen waarbij het van belang is dat er specifieke resultaten worden geboekt. Metingen worden dan echter ook maar eens in de zoveel tijd gedaan zodat er een realistisch beeld gevormd kan worden.
”Zelfs op vakantie nam ik het meetlint mee omdat ik gewoon MOEST weten wat het eten in een ander land met mijn lichaam deed. Eenmaal daar huilde ik bijna iedere dag van de stress. Mijn benen waren veel dikker dan normaal en ik wist zeker dat ik ontzettend veel aankwam van alles wat ik daar at. Zelfs mijn polsen waren dikker. Ik voelde me doodongelukkig en had een vreselijke vakantie. Bij thuiskomst besloot ik dat ik drastisch wilde gaan lijnen om alles er weer af te krijgen. Na een paar dagen merkte ik echter dat dit bijna niet nodig was, omdat de omvang van mijn benen en zelfs mijn polsen ineens weer was afgenomen. Toen mijn therapeut zei dat dit waarschijnlijk allemaal met het warme weer in een ander land en dus met vocht te maken had, realiseerde ik me pas waar ik mee bezig was. Ik zat mezelf helemaal gek te maken.” – Larissa
Al met al is het meten van je lichaam, net als jezelf wegen of continu iets willen checken in de spiegel een vorm van schijncontrole. Je denkt immers dat je jezelf en je lichaam onder controle hebt, maar het feit dat je alleen maar bezig bent met centimeters en de toe- of afname van je lichaamsomvang laat zien dat je helemaal geen controle hebt.
Om hier vanaf te komen kun je verschillende dingen doen. Voor sommige mensen helpt het om in één keer een meetlint weg te gooien en er volledig mee te stoppen. Anderen vinden het prettig om het meten af te bouwen zodat ze kunnen wennen aan het feit dat zij hier minder mee bezig zullen zijn. Je kunt voor jezelf bepalen wat prettig is. Het kan helpen om dit met anderen te bespreken zodat ze je kunnen steunen en een stok achter de deur zijn op lastige momenten.
Heb jij ervaring met jezelf meten?
Geef een reactie