Wanneer het beter gaat of je van je eetstoornis af bent, blijft het je soms nog lang achtervolgen. Zo vond ik nog jarenlang in allerlei vakjes, broekzakken en tussen stapels kleding, dieetpillen. Herinneringen bleven lang aanwezig. Dat kostte vooral tijd. Maar ook mijn omgeving moest wennen aan de nieuwe Nouska die wel goed voor zichzelf kon zorgen en vrolijk was. En weer stuitte ik en mijn omgeving op onbegrip…
Ik weet nog goed dat ik vertelde dat ik anorexia had en klasgenootjes in de pauze verbaasd vroegen waarom ik dan toch een boterham at. Maar ook die keer dat ik zei dat ik een eetstoornis had en ik meteen niet meer uit eten gevraagd werd door vrienden. Zoveel mensen snappen helemaal niets van eetstoornissen…
Ook toen ik beter werd begreep mijn omgeving opnieuw niets meer van me. Sommige dingen begrepen ze beter, maar ondertussen ontstond er ook juist veel verwarring. Mensen deden nog heel voorzichtig, maar anderen dachten juist dat ik meteen weer alles mee deed. Niet alleen voor en tijdens, maar ook na mijn eetstoornis stuitte ik dus op onbegrip.
Ik vond dat ze er weinig aan konden doen, maar toch voelde ik me er soms eenzaam door. Want als ze me wel zouden begrijpen, had ik me veel minder alleen gevoeld in deze herstelperiode. Mijn ouders wisten bijvoorbeeld amper wat ik nou precies deed in therapie. Ze wisten wel wat, maar hoe ze zich dat voor moesten stellen, geen idee.
Mensen die geen eetstoornis hebben gehad, snappen vaak geen bal van waar jij nu eigenlijk mee bezig bent. Ik heb dat mijn omgeving nooit verweten, al ben ik er wel jaren lang keihard tegenaan gelopen. Vreselijk die opmerkingen, het onbegrip en het eenzame gevoel dat ik er tijden door heb gekend. Maar toch eigenlijk ook fijn om zulke gezonde geesten om je heen te hebben die zich er niets bij kunnen voorstellen dat je jezelf dit aan doet.
Ook als je herstellende bent of van je eetstoornis af bent kun je nog op onbegrip stuiten. Zo kwam had ik laatst een fotoshoot voor een interview en vroeg iemand daar heel subtiel of ik light of gewone cola wilde. Ze keek ervan op dat ik normale nam en vroeg ‘’Maar hoe zit dat dan, als je een eetstoornis hebt gehad?” Mensen begrijpen er soms echt helemaal niets van…
Ook wordt er nog vaak gedacht dat ik mezelf dik vind, terwijl ik mijn lichaam juist heel erg prima vind op dit moment. Ze denken ook dat ik nog steeds heel erg let op wat ik eet of zeggen heel duidelijk bij het avondeten dat ze voor een andere soort vet hebben gekozen om in te bakken, omdat dat gezonder is en ik dat vast fijn zou vinden.
Ook als het slecht gaat werd lange tijd gedacht dat ik meteen weer slecht zou eten. Natuurlijk heb ik in zware periodes ook af en toe getwijfeld of ik recht overeind zou blijven staan. Maar steeds die vraag; Eet je wel goed? Ben je niet afgevallen? Als het even wat minder gaat was soms best jammer. Zeker als het al jaren geleden is. Dan voelt het een beetje als wantrouwen.
Die vragen mogen voor mijn part vervangen worden door; Hoe voel je je? Houd je het allemaal nog een beetje vol? En dat soort dingen. Het gaat inmiddels niet meer over eten. En toch kunnen sommige mensen om mij heen mij echt geloven als ik zeg dat ik van mijn eetstoornis af ben. Weinig mensen denken dat het kan. En slechts enkele mensen geloven me echt als ik zeg hoe normaal mijn relatie is met mijn lichaam en eten.
Dat wantrouwen en onbegrip is dus iets wat je misschien wel altijd een beetje zult houden als je te maken hebt (gehad) met een eetstoornis. In welke vorm en mate dan ook, het is er en hoort erbij. Boos zijn op de mensen die het onbegrip naar je tonen, heeft echter helemaal geen zin. Maar uitleg geven en praten helpt wel.
Ik ben altijd heel open geweest over mijn eetstoornis. Als ik er over vertelde, zei ik dat ze mochten vragen wat ze wilden. Ik kon namelijk zelf nog bepalen wat ik wel en niet wilde vertellen. Mensen durfden hierdoor gemakkelijker op mij af te stappen of door te vragen en zo hielpen we een hoop misverstanden uit de weg en voelde ik me veel meer begrepen.
Hoe heb jij te maken met onbegrip?
Geef een reactie