Als je meer wilt begrijpen van de symptomen van anorexia is het heel waardevol om eens wat te lezen over het Minnesota Starvation Experiment. Stel: Je hebt anorexia, ondergewicht en je bent in therapie om ervan te genezen. In therapie kom je echt niet verder omdat je met de therapeuten terecht bent gekomen in een strijd over je gewicht. Het lukt je niet om aan te komen én die welbekende aankomeis van een halve kilo per week te halen. Jij vindt dat het nodig is om eerst te praten over je problemen en wat er allemaal achter je eetstoornis zit en dan pas aan te komen in gewicht, maar de instantie waar je in behandeling bent vindt dat je eerst wat aan moet komen in gewicht. Pas als je aan bent gekomen in gewicht valt er volgens hen goede therapie te bedrijven…
Hoe komen ze hier toch bij? Om deze manier van behandelen te begrijpen is het goed om dit eens te bekijken vanuit een historisch perspectief. Hiervoor gaan we terug naar het Minnesota Starvation Experiment.
Eén van de meest voorkomende symptomen bij anorexia nervosa is uithongering, oftewel consequent te weinig eten. De invloed van dit gedrag op onze fysiek en psyche kan enorm groot zijn. Wist je dat veel bekende kenmerken van anorexia uiteindelijk puur kenmerken van uithongering zijn? Het Minnesota Starvation Experiment laat dit heel duidelijk zien. Het experiment werd meer dan 60 jaar geleden gedaan door Ancel Keys aan de Universiteit van Minnesota.
Het Minnesota starvation experiment
Uit een groep van 100 mannelijke vrijwilligers werden 36 jonge, gezonde en toegewijde mannen geselecteerd. Hun calorie inname werd gedurende zes maanden flink beperkt. Dit ‘starvation experiment’ is zo bekend geworden omdat hieruit blijkt dat de mannen veel overeenkomsten hadden in gevoel en ervaring met mensen die lijden aan de eetstoornis anorexia nervosa en met mensen die een streng dieet programma volgen.
Gedurende de eerste drie maanden aten de vrijwilligers een normale hoeveelheid. Gedrag, persoonlijkheid en eetpatroon werden gedurende deze drie maanden gedetailleerd vastgelegd. Hierna werden ze gedurende zes maanden op een dieet gezet van de helft van hun eerdere calorie inname waardoor de mannen gemiddeld 25 procent van hun totale lichaamsgewicht verloren. Deze zes maanden van gewichtsverlies werden opgevolgd door drie maanden van herstel waarbij de mannen geleidelijk meer te eten kregen. Een groep van 32 mannen werd vanaf de refeeding periode nog negen maanden lang gevolgd. Ondanks dat de reacties op het gewichtsverlies onderling vrij veel verschilden, vertoonden ze allen heftige fysieke, psychologische en sociale veranderingen. Veel veranderingen bleven zelfs onveranderd of gedeeltelijk aanwezig tijdens de herstel weken.
Ik zal nu beschrijven welke invloed de ondervoeding had op de 36 gezonde mannen, die in veel gevallen overeenkomstig zijn met diverse symptomen van anorexia nervosa. Tussen deze uitleg door kan je quotes lezen van verschillende mensen met anorexia nervosa die last hebben van dezelfde symptomen.
♥ Gedrag ten opzicht van voeding en eten
Eén van de meest opvallende gevolgen was de obsessie met voeding. De mannen hadden steeds minder concentratie voor hun gebruikelijke activiteiten omdat ze voortdurend aan eten dachten. In de gesprekken die ze voerden werd voeding ook hét onderwerp van gesprek. De mannen gingen lezen en dagdromen over eten. Hoe meer interesse er was voor eten, hoe minder de interesse voor hun dagelijkse activiteiten en voor seksualiteit. Uit de verslagen van het experiment blijkt bovendien dat de mannen gingen spelen met hun eten, het bewaarden om het later volgens een bepaald ritueel op te eten en soms meer dan twee uur deden over het opeten van een maaltijd.
Kookboeken, menu’s en borden met eten erop werden in toenemende mate extreem interessant voor de mannen, terwijl ze hier eerder nauwelijks in geïnteresseerd waren. De mannen haalden plezier uit het zien eten van anderen of ruiken van eten. Ze gingen naast keukengerei, ook allerlei andere non-food producten verzamelen, zoals kleding en boeken. Deze drang om te verzamelen zien we ook bij anorexia patiënten terug én zelfs bij ratten die lange tijd te weinig eten krijgen. Ondanks dat er eerder nauwelijks interesse was in culinaire activiteiten gaf 40 procent van de mannen aan allerlei kookplannen te hebben voor de toekomst én veranderden zelfs drie mannen na het experiment van beroep: ze werden kok!
“Ik had vroeger eigenlijk niet zoveel met eten en koken. Het interesseerde me niet. Ik maakte snelle en eenvoudige maaltijden en mijn lunch of ontbijt was ook gewoon een simpele boterham met kaas of hagelslag. Toen ik anorexia ontwikkelde veranderde dit. Ik werd langzaam steeds meer geïnteresseerd in voeding. Ik maakte de meest bijzondere combinaties wat betreft broodbeleg, ik zocht de naar de lekkerste recepten en stond in de avond graag uren in de keuken. Ik veranderde van een sukkel in de keuken in een keukenprinses” Pien, 23 jaar, anorexia.
De mannen waren verder veel in conflict over het eten zo snel mogelijk opeten of heel traag eten en bij ieder klein hapje heel gedetailleerd te ruiken en proeven. Ze maakten daarnaast in toenemende mate gebruik van zout en kruiden en dronken veel meer thee en koffie dan ze gewend waren. Er moest hierdoor een beperking van 9 kopjes per dag werden opgelegd. Daarnaast gingen er mannen ook extreem veel gebruik maken van kauwgom. Sommigen bleken meer dan 40 kauwgummetje per dag te kauwen waardoor zelfs pijn in de kaken ontstond. Ook hier moest een beperking voor worden opgelegd. Ook tijdens de refeeding periode bleef het grootste deel van deze voedings gerelateerde gedragingen en obsessies in stand.
♥ Eetbuien
Gedurende de periode van beperkte voedselinname hadden alle deelnemers in toenemende mate ernstige trek/honger. Sommigen konden deze gevoelens accepteren, anderen hadden hier meer moeite mee en kregen last van extreem controleverlies met als gevolg eetbuien. Eén van de deelnemers bekende meerdere ijsjes en milkshakes achter elkaar te hebben gegeten en penny wafels uit de winkel te hebben gestolen. Een andere man, die in de supermarkt werkte, bekende ook dat hij op een bepaald moment meerdere koekjes, popcorn en overrijpe bananen had gegeten, alvorens hij de controle weer terug kon vinden. Hij voelde zich direct erna emotioneel zeer slecht, gaf over en had extreem veel zelfkritiek bij terugkeer in het lab waar het onderzoek plaatsvond.
Eén van de mannen werd ook buiten het experiment geplaatst omdat deze continu eten bleef nemen wat niet mocht volgens de regels van het experiment. Ook gedurende de weekenden hadden de mannen moeite met hun voedingsinname te controleren en werden als gevolg hiervan soms maaltijden van 8000 tot 10.000 kcal gegeten. Men kon niet meer stoppen met eten.
“Het was vreselijk. Ik had constante drang om heel veel te eten. Ik voelde me hierdoor echt een veelvraat, iemand die geen controle kon houden. Lui. Als ik eenmaal aan iets had toegegeven kon ik niet meer stoppen, dan bleef ik door eten tot mijn maag pijn deed. Hierna voelde ik me dan vreselijk schuldig en probeerde het weer kwijt te raken en de volgende dag te compenseren. Ik kon soms uren door de supermarkt lopen, starend naar snoep, koek, chips en ijs. Ik wilde dat allemaal zo graag eten…” Saar, 19 anorexia.
Na 5 maanden van hervoeding/refeeding gaf de meerderheid van de mannen aan weer een normaal eetpatroon te hebben. Bij enkele mannen bleef de drang naar overeten echter aanwezig.
♥ Emotionele veranderingen
Ondanks dat de proefpersonen psychisch zeer sterk en gezond waren bij aanvang van het experiment, liet het merendeel duidelijke emotionele aftakeling zien gedurende de ‘dieet fase’. De meeste proefpersonen leden onder ernstige emotionele stress. Eén op de vijf mannen had zoveel emotionele stress dat het functioneren onder druk kwam te staan. Depressieve gevoelens en ernstige stemmingswisselingen ontstonden bij een aantal van de mannen.
“Mijn irritatie niveau was vrij dramatisch in de tijd dat ik aan anorexia leed. Er hoefde maar dit te gebeuren of ik zat op de kast. Alles kon me irriteren en ik kon overal extreem boos om worden. Echt buiten proportie. Heel stom, want zo was ik helemaal niet voordat ik anorexia ontwikkelde. Ik vond het naar als mensen boos werden en ik had nooit zoveel last van irritatie.” Pien, 23 jaar anorexia
Daarnaast hadden veel mannen last van snelle irritatie en woede uitbarstingen, ondanks dat hier voor het experiment nauwelijks of nooit sprake van was geweest. Ook angstgevoelens gingen een rol spelen. De mannen gingen hierdoor roken of zelfs nagelbijten. Apathie kwam ook voor en het slechter zorgen voor persoonlijke hygiëne. Gedurende de fase van hervoeding/refeeding gingen al deze symptomen niet direct weg. Deze bleven gedurende een aantal weken nog aanwezig.
“Wat ik het meest naar vond in de periode dat ik anorexia had, was dat ik zo kil was geworden. Het leek wel of al mijn gevoel uit me was gezogen. Alsof mijn hart bevroren was. Weinig kon me meer schelen en ik kon vreselijk hard zijn naar alles en iedereen om me heen. Heel naar, want zo was ik helemaal niet en zo wilde ik ook helemaal niet zijn!” Tara, 25 jaar
De mannen waren voor de ‘honger fase’ vrij sociaal. Gedurende deze fase ontstond er echter veel meer isolatie gedrag en vermindering van humor en gevoel van saamhorigheid. Ze voelden zich sociaal een stuk onhandiger. Ook het contact met vrouwen nam gedurende deze fase ernstig af. De mannen die wel contact onderhielden met vrouwen gaven aan dat deze contacten meer gespannen waren dan voorheen.
Seksuele interesse nam gedurende deze fase ook ernstig af. Masturbatie, seksuele fantasieën en seksuele impulsen bleven weg of namen flink af. Eén van de mannen gaf aan dat hij net zoveel seksuele gevoelens had als een zieke oester. Gedurende de hervoeding/refeeding fase kwamen de seksuele gevoelens langzaamaan weer volledig terug.
“Ik kwam mijn huis nauwelijks meer uit, sprak bijna niemand meer en seks…? haha, nee daar was helemaal geen sprake van. Ik voelde geen enkele zin en hield alles af. Die seks drive was wel echt dood.” Diane, 27 anorexia.
♥ Cognitieve en fysieke veranderingen
Het merendeel van de deelnemers rapporteerden gedurende de ‘honger fase’ ernstige concentratieproblemen, moeite met alert blijven en alles goed begrijpen en beoordelen. Ook fysiek veranderden er allerlei dingen gedurende deze fase: darmproblemen, gasvorming, minder behoefte aan slaap, duizeligheid, hoofdpijn, extreme gevoeligheid voor geluid en licht, minder spierkracht, vochtophoping, haarverlies, steeds slechter tegen de kou kunnen, vlekken in het gezichtsveld, gehoor problemen, prikkelingen in voeten en handen.
De lichaamstemperatuur en hartslag gingen omlaag. Ook het metabolisme vertraagde: het lichaam had minder kcal nodig. Aan het einde van de ‘honger fase’ hadden de mannen bijna 40 procent minder kcal/energie nodig. Dit laat goed zien hoe knap het lichaam zich kan aanpassen aan noodsituaties. In de fase van hervoeding/refeeding ging het metabolisme weer omhoog, zeker bij diegenen die de meeste kcal aten.
♥ De betekenis van dit experiment
Op basis van voorgaande tekst kan je al een beetje concluderen dat veel symptomen van anorexia nervosa en boulimia nervosa niet het gevolg zijn van de ziekte op zich, maar puur het gevolg van uithongering. Om die reden is het ook zo belangrijk dat de voedselinname en het gewicht zo snel mogelijk weer worden hersteld om ervoor te kunnen zorgen dat het psychisch ook beter kan gaan.
Het is bijzonder om te ontdekken hoe het lichaam zich aanpast aan wat het te eten krijgt en in een overlevingsstand terecht komt waardoor het minder energie nodig heeft en het gewicht op een bepaald level blijft. Hiermee zie je ook dat afvallen niet enkel een kwestie van ‘wat doorzettingsvermogen” is, maar dat er veel meer bij komt kijken waar wij nauwelijks tot geen invloed op hebben. Bij de refeeding fase is te zien dat de deelnemers niet plotseling heel veel aankomen. De meeste van hen komt aan tot het originele gewicht of 10 procent erboven. Echter na ongeveer zes maanden daalt dit weer langzaam naar het gewicht waarmee ze het experiment waren gestart.
Uithongering heeft op ieder mens, gezond of ongezond, met een normaal gewicht of met ondergewicht een enorm effect op lichaam en geest. Er ontstaat een obsessie met eten en een verlies aan energie en interesse in activiteiten die eerder als positief werden ervaren. De gevolgen van uithongering zijn gender neutraal: hetzelfde voor mannen als vrouwen.
Voor omstanders van iemand met anorexia is het soms lastig om begripvol te goed blijven. Het is daarom belangrijk voor hen om te beseffen dat er sprake is van deze fysieke, psychische en sociale gevolgen van uithongering waar iemand niet bewust voor gekozen heeft. Het gaat hier om een ernstige psychische ziekte, geen keuze.
“Toen ik hoorde over dit experiment begreep ik pas waarom de hulpverleners er bij mij zo op hamerden dat mijn gewicht en voeding-inname eerst omhoog moest. Ik dacht dat al mijn rare gedrag enkel onderdeel was van de anorexia. Ik wist niet dat er zo’n groot verband was met ondervoeding! Ik begrijp nu dat uren praten over de achterliggende redenen van mijn eetstoornis niet veel nut gaan hebben als de ondervoeding in stand wordt gehouden door mijzelf. Tegelijkertijd blijft dit alles wel heel ingewikkeld, want ik durf niet goed meer te gaan eten en wegen en heb het idee dat ik daarvoor moet praten om dat in werking te zetten. Een beetje de kip en het ei verhaal.” Pien, 23 jaar, anorexia.
In het kader van bovenstaand experiment is het wat mij betreft ook beter te begrijpen dat bij veel behandelingen eerst gewerkt moet worden aan herstel van het gewicht en voedingspatroon alvorens daadwerkelijk ingegaan kan worden op de achterliggende problematiek.
Tenslotte is het uiteraard van belang om dit individueel te bekijken en niet voor iedereen dezelfde methodiek hierin te hanteren. We zijn immers allemaal anders en niet iedereen heeft exact dezelfde behandeling nodig.
Wel mag er soms, hoe lastig ook voor de cliënt én zijn of haar eetstoornis, misschien wat meer begrip komen voor de strategie van: eerst aankomen en beter eten, dan praten? Op die manier hoeft er misschien ook ietsje minder strijd gevoerd te worden tussen hulpverlener en cliënt.
Tegelijkertijd blijft het lastig, want de mannen in dit experiment hadden het hongeren niet nodig als copingmechanisme en er speelde geen onderliggende problematiek zoals bij een eetstoornis. Dit moet het “gewoon weer gaan eten” voor hen een stuk eenvoudiger maken, dan voor iemand met een eetstoornis. Het is en blijft een hele lastige en nare ziekte, helaas zonder één perfecte behandeling of oplossing.
Fotografie: Emma Brown
Geef een reactie