Ik kijk om me heen. Nee, ik zie niemand. Terwijl ik mijn hoofd terugdraai, werp ik snel een blik op de reflecterende autoruit. Nee, ik ben echt alleen. Toch kan ik het niet laten om een minuut later over mijn andere schouder te kijken. Ik schrik als ik mijn telefoon voel trillen. Kijkt die man nou naar mij? Mijn duim op de noodoproep-knop. Ik weet nu toch wel zeker dat ik word achtervolgt.
Er zijn bepaalde dingen die ik (liever) niet doe. Alleen over straat gaan in het donker is daar een voorbeeld van. Op dit soort momenten ben ik me altijd extreem bewust van mijn kwetsbaarheid. Misschien omdat ik een vrouw ben, misschien omdat ik angstig aan ben gelegd. Misschien beide. Ik wil met deze blog niet zeggen dat mannen verkeerd zijn, absoluut niet zelfs. Wél ben ik het niet altijd eens met de manier hoe de standaarden tussen mannen en vrouwen bepalend kunnen zijn. Geslacht mag geen beweegreden worden, evenals een excuus.
Al eerder schreven we de blog ‘Omgaan met straatintimidatie‘. Op het moment van schrijven wist ik niet zo goed wat ik moest met straatintimidatie. Of misschien had ik destijds het inzicht niet. Hoe ouder ik word, hoe meer ik bewust word van bepaalde privileges, hoe meer ik erover praat met anderen en hoe kwalijker ik bepaald gedrag ga vinden. Zo heb ik, al sinds ik naar de middelbare school ging, mijn telefoon in mijn hand geklemd wanneer ik op een plek ben die ik niet ken of wanneer ik word aangesproken door onbekenden die ik niet ken. Mijn sleutels, zwetend in mijn handpalm, gevaarlijk bereikbaar wanneer nodig. Het gevoel van actieve onveiligheid.
Alleen heb ik het nooit als dusdanig ervaren. Juist omdat zoveel vrouwen, meiden, vriendinnen ditzelfde gevoel ervoeren en op dezelfde manier hun sleutels dichtbij hielden, heb ik het als normaal ervaren. Het is normaal om nageroepen te worden, om afgesneden te worden terwijl je op de fiets zit, om vreemde handen om jouw schouders te vinden en aangesproken te worden op je uitstraling. Hoe dit wordt weggezet als “maar het is toch een compliment” wanneer mannen, of jongens, op straat in mijn billen willen knijpen. Maar wanneer mijn lichaam weg wordt gezet als een karaktereigenschap, vind ik dit eerder een belediging. En hoe normaal is het eigenlijk, om – mede hierdoor – altijd alert te zijn? Bewust van je eigen gebreken en hierdoor altijd bang te zijn?
Over dit onderwerp schreef oud-redactielid Laura al eerder ‘Nageroepen worden op straat‘, waarin ze ook een video aanhaalt die demonstreert hoe dit eruit kan zien.
Los van de angst die me was aangeleerd, opgelegd, ontwikkelde ik ook andere angsten. Angsten voor mannen in het bijzonder. In de blog ‘Drie signalen van mijn trauma‘ beschreef ik al eerder hoe het trauma dat ik in mijn jeugd heb opgelopen zijn uiting had mijn gevoel van veiligheid op straat.
“Bij elke man in een leren jas stokte mijn adem even. In elke vreemde man zag ik mijn vader en versnelde ik mijn pas.”
Mijn trauma’s, gecombineerd met de angst die door mijn omgeving werd opgelegd, versterkten elkaar. Ik denk dat beiden ook een bepaald fundamenteel gevoel raken. Het gebrek aan veiligheid werd hierdoor pijnlijk blootgelegd. Ik begon alle mannen als onveilig te zien. Iets dat, mede door die trauma’s, makkelijk te verklaren is. Maar het maakte het niet makkelijk voor mannen om mij aan te spreken, ook al was de intentie goed. Het schild dat ik voor mezelf ontworpen had, oversteeg zijn functie. Niet alleen weerde ik het ‘kwaad’, ook raakte ik immuun voor alles wat me zou kunnen triggeren, maar ook helen.
Mede door deze ervaringen wilde ik mezelf onzichtbaar maken. Mezelf niet definiëren als vrouw om zo hopelijk alle ‘problemen’ die hierbij hoorden te mijden.
“Ik wilde terug naar die grote schommel voor de deur en de koekjes bij de thee. Geen rare reacties over mijn brede heupen. Geen mannen die naar mijn borsten keken of aanraakten als ik dat zelf niet wilde. Een vrouw zijn stond in mijn ogen gelijk aan aandacht krijgen, aandacht die ik niet wilde. Aandacht waar ik niet om vroeg. Ik wilde terug naar mijn onaangeraakte lichaam, alleen van mij. Puur en niet besmet door andere handen.” Uit de blog: Eetstoornis om geen vrouw te zijn.
Ik leerde mezelf aan dat het beter was om mezelf te verstoppen. Zo klein mogelijk te maken. Onzichtbaar te zijn. Mijn eetstoornis hielp mij hierbij. Door mezelf kapot te maken, hoefden anderen dat niet meer te doen. Hoe zieker ik was, hoe zieker ik eruitzag. Ik weigerde aantrekkelijk te zijn. Laat mij maar gewoon ‘lekker’ lelijk zijn.
Het is niet gezond om situaties als deze aan te pakken en er op een eetgestoorde manier mee om te gaan, maar ik denk dat dit destijds ook een manier was om met deze angst om te gaan. Het ging niet alleen over het veranderen van mijn fysiek, maar over een intense zelfhaat gecombineerd met een manier van copen die mij verder bracht dan mijn oorspronkelijke doel: leven.
Juist door opmerkingen over mijn lichaam, of deze nu positief of negatief waren, werd in mijn hoofd bevestigd dat ik er was. Dat mijn lichaam er was. Dat mijn lichaam er voor anderen was. En omdat ik me hierdoor onveilig begon te voelen in mijn lichaam, vertaalde deze angst zich ook naar het onveilige gevoel op straat. Misschien was ik niet bang voor de mensen om me heen, maar vond mijn angst een hele andere oorsprong.
Dit zeg ik niet om iets te goed te praten. Mensen kunnen vreselijke dingen doen. Wel ben ik – nu – van mening dat ik niet alle mensen, alle mannen, over één kam kan halen. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar acties, maar ik denk niet dat dit uit context gehaald moet worden. Die nare ervaringen die ik heb gehad, waren niet mijn fout. Ik lokte niets uit, maar ik kreeg wel de problemen. Nachtmerries en het vermijden van drukke straatbeelden tot gevolg. Misschien dat hier – deels – mijn kern lag voor de angst waartegen ik jarenlang heb gevochten. Waardoor ik mannen niet aan durfde te kijken of straat. Bang dat ze mijn kwetsbaarheid zouden zien.
Het gevoel altijd bang te moeten zijn is slopend. Waar die angst ook vandaan mag komen. Misschien dat je dit zelf heel goed weet, maar misschien ook niet. Ik hoop met heel mijn hart dat je deze (hardnekkige) angst, het gevoel van onveiligheid, uit kunt spreken. Misschien is deze angst – ongeacht of deze gegrond is of niet – te behandelen. Gun jezelf de optie om dit te onderzoeken. Om constructieve gedragingen aan te leren in plaats van jezelf kapot te maken. De angst is veelal begrijpelijk, maar laat het niet je leven overnemen. Ook al al kan het zo eenzaam voelen, je bent niet alleen.
Is er iets gebeurd tegen je wil? Chat met Fier is bedoeld voor iedereen die nare ervaringen heeft gehad en hier anoniem over willen praten.
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie