Er zijn ontzettend veel verschillen soorten therapie. Binnen die verschillende soorten therapie zijn weer allerlei verschillende soorten opdrachten en manieren van aanpak. Bij iedereen past weer iets anders, dus soms is het even zoeken wat bij jou aansluit. Wees niet bang om dingen aan te geven bij je behandelaren, maar probeer ook open te staan en het tijd te gunnen. In deze blog bespreken wij de oefeningen waar wij veel aan hebben gehad tijdens therapie.
De helpende oefeningen van Irene
♥ G-schema’s
G-schema’s zijn een onderdeel van cognitieve gedragstherapie (CGT); een therapievorm waar ik veel aan heb gehad. Bij CGT onderzoek je je gedachtegangen en kijk je hoe je die eventueel kunt aanpassen. Hierdoor heb ik ontzettend veel over mijzelf geleerd. Door het maken van G-schema’s leerde ik dat mijn gevoelens niet zomaar uit de lucht kwamen vallen, maar dat ze een gevolg waren van de gedachten die ik had. Als ik iets met mijn gedachten kon doen, had dat ook invloed op mijn gevoel. Door dit zwart op wit te kunnen zetten en erover te praten, werd het voor mij een stuk overzichtelijker.
♥ Eetdagboek-kanttekeningen
Wie aan een eetdagboek denkt, denk misschien alleen aan het bijhouden van wat je eet. Dit is inderdaad een belangrijk onderdeel ervan, maar een ander belangrijk onderdeel zijn de kanttekeningen die geadviseerd worden erbij te maken. Hoe voelde je je tijdens het eetmoment? Waar dacht je aan? Wat speelde er? Waardoor ging iets goed of fout? Als het niet zo lekker ging met eten, had ik vaak geen zin om mijn eetdagboek bij te houden. Dat vond ik veel te confronterend. In veel gevallen deed ik het dan ook niet. Maar als ik het wel deed, had ik er júist op die moeilijke dagen iets aan. Niet per se aan het opschrijven van wat ik precies had gegeten (ook wel hoor), maar vooral aan de tekstjes die ik erbij schreef. Daardoor werd een hoop duidelijk over hoe ik me voelde en wat bepaalde triggers waren. Maar ook op het moment zelf kon het schrijven van één regel een voorzet zijn van een hele lap tekst als uitlaatklep. Goh, er zat me toch iets best dwars. Op deze manier kon ik dat gevoel, wat zo’n grote invloed had op het eten, er veel meer laten zijn.
De helpende oefeningen van Daphne
♥ Touwtjes bij PMT
Sowieso vond ik alle oefeningen bij Psycho Motorsiche Therapie (PMT) heel erg confronterend en helpend tegelijk. Elke week barstte ik daar in huilen uit en liep ik met nieuwe inzichten weer naar buiten. Wat mij wel mijn ogen heeft doen openen, was de oefening met de touwtjes. Ik voelde mij altijd ontzettend dik en zag mijzelf ook zo; elke dag opnieuw. Dat gevoel moest ik als het ware gaan toetsen door met touwtjes de omtrek van mijn lichaam op de grond te omcirkelen. De eerste cirkel zoals ik dacht dat het was, de tweede cirkel zoals ik wilde zijn en pas bij de derde cirkel mocht ik het opmeten. Voor mij op de grond zag ik mijn eigen vertekende lichaamsbeeld. Ik was de helft van hoe ik dacht dat ik was en ik was mijn ‘streefcirkel’ zelfs al voorbij… Ik kon mijn eigen gevoel en mijn eigen kijk op mijn lichaam dus simpelweg niet vertrouwen. Het werd de hoogste tijd voor een meer kloppend beeld en meer kloppend gevoel bij dit lichaam. In ieder geval tijd om daarin te investeren, want dat zou mij zo veel opleveren.
♥ Eetdagboek
Ik vergeet het vaak, omdat heel veel creatieve en confronterende oefeningen achteraf meer indruk achterlieten. Maar als ik mijn schriften doorblader uit therapie, zie ik pas hoe veel ik heb gehad aan het bijhouden van dat eeuwige eetdagboek. Ik zie terug dat het echt routinewerk is geworden en dat ik elke week meer schreef. Naast mijn eten van die dag, schreef ik ook altijd het gevoel op dat ik die dag met mij meedroeg. Het was geen leuke tijd, dus ik voelde me vaak ook helemaal niet fijn. Gek genoeg waren er ook dagen dat ik me dik en lelijk voelde, maar tegelijkertijd soms ook ‘best oké’. Gevoelens konden naast elkaar bestaan. Ik kon me slecht en dik voelen over dat koekje tussen de middag. Maar als ik ‘s avonds met mijn familie had gegeten, kon ik alsnog een fijne en ontspannen avond hebben. Dat eetdagboek zorgde eigenlijk elke dag voor het bewijs dat ik kon relativeren en dat alles altijd weer over zou gaan. Maar ook dat je in een minder fijne periode ook goede momenten kunt hebben. Grappig genoeg lijkt het eten de hoofdzaak omdat je daarmee begint te schrijven, maar komt het veel sneller tot gevoelens en zaken die je echt bezighouden.
De helpende oefening van Nadine
♥ Taartdiagram tekenen
Een oefening die mij enorm aan het denken heeft gezet, is die waarbij ik een taartdiagram moest tekenen. De taart (die mijn leven moest voorstellen) moest ik verdelen in stukken. Elk stuk stond voor een deel van mijn leven: de eetstoornis, vrienden/familie, werk/studie, liefde, vrije tijd, et cetera. Hierdoor kon ik laten zien hoeveel ruimte dat in verhouding tot elkaar in mijn leven innam. Daar hoefde ik eigenlijk niet lang over na te denken: driekwart van de taart was voor de eetstoornis (of eigenlijk: eten + mijn lichaam), een kwart voor de rest. Ondanks dat ik dit vrij snel had bedacht, was het toch wel even een reality-check. Ik heb daar lang en veel over nagedacht. Ik wilde toch niet dat het de rest van mijn leven op deze manier verdeeld zou blijven? Nee. De taart die de toekomst zou weergeven, die moest er heel anders uitzien. Veel meer tijd voor mijn relaties met anderen, werk/studie, vrije tijd, leuke dingen doen. En ja, natuurlijk zou (zorgen voor) mijn lichaam ook een deel innemen, maar een kleiner deel. Én positiever! Het is natuurlijk niet zo dat na het tekenen van die ‘toekomst-taart’ de dingen direct anders waren. Maar het besef dat ik het anders wílde, is voor mij een grote motivatie geweest om serieus aan het probleem te gaan werken.
De helpende oefening van Lonneke
♥ Spiegelen
Dit is een oefening die ik bij PMT een aantal keer heb moeten doen. Vaak wist de groep van tevoren al dat we die dag moesten spiegelen en de spanning was de hele dag te voelen. De langwerpige spiegel werd naar het midden van de zaal gerold en vol zenuwen stonden we één voor één even voor de spiegel. Tijdens mijn eetstoornis heb ik de spiegel vaak vermeden. Make-up gebruikte ik niet meer, dus daarvoor had ik hem niet meer nodig. Mijn tandenpoetsen kon ik ook wel zonder spiegel. En een crème gebruikte ik ook niet meer. Alleen mijn haar borstelen deed ik soms nog voor de spiegel. Het was dan ook even schrikken toen ik mezelf weer aan moest kijken. Ik herkende mezelf niet eens meer. De twinkel in mijn ogen was weg, ik zag er dof en moe uit. Het deed me pijn om dit onder ogen te moeten komen. Minutenlang moest ik mezelf aankijken en opnoemen wat ik zag. Ik kon het niet. Ik wilde het niet. De weg naar huis heb ik gehuild. Het verdriet was te pijnlijk.
Dit heb ik een aantal keer moeten doen. Gek genoeg werd het uiteindelijk makkelijker. Ik raakte iets meer gewend aan het gezicht dat ik maandenlang had vermeden en ik begon mezelf weer een beetje te leren kennen. Ik begon in te zien dat ik mezelf niet kon vermijden. Even lukte dat dus wel, maar dat is niet haalbaar. En ook niet gezond. Langzaam begon ik thuis ook weer wat vaker in de spiegel te kijken. Hoe meer ik dit oefende, hoe meer ik inzag dat ik misschien niet zo lelijk en waardeloos was als ik altijd dacht. Ik wilde vooral deze gedachte niet ervaren. Het was te makkelijk om mezelf naar beneden te praten, dat ik het misschien niet eens anders wilde. Dat was te spannend. Maar die spanning bleek uiteindelijk best wel mee te vallen.
De helpende oefeningen van Hannah
♥ Exposure
Al eerder heb ik hier een blog over geschreven, maar exposure-oefeningen hebben mij heel erg geholpen om van mijn spanning rondom supermarkten en het kopen van eten af te komen. Alleen al het zien van een supermarkt was voor mij op een gegeven moment een trigger voor een eetbui. Ik kreeg al enorme spanning als ik wist dat ik op weg naar school langs een winkelcentrum zou komen. De spanning werd soms zo hoog dat ik ruim een half uur om reisde, zodat ik dat winkelcentrum kon ontwijken. Met exposure-therapie daagde ik mezelf uit onder begeleiding van mijn socio-therapeute. Samen stelde we een plan op met stappen die mij dichterbij de supermarkt brachten, waarna ik daar ook eten ging kopen, enzovoorts. Het einddoel was om in mijn eentje naar de supermarkt te kunnen gaan en daar eten te kopen zonder dat de eetbuidrang (extreem) hoog werd. Bij iedere stap die ik maakte, moest ik aangeven hoe hoog mijn spanning was; op een schaal van 1 tot 10. Hier praatten wij dan over en we gingen samen op zoek naar hoe ik die spanning weer omlaag kon krijgen. Met exposure-therapie heb ik flinke stappen gezet omtrent de eetbui-triggers. Hoewel de spanning nog niet volledig verdwenen was, durfde ik na afronding van de therapie wel weer in mijn eentje naar de supermarkt.
♥ Mijn lichaam leren voelen
Dat klinkt misschien een beetje gek, maar het gaat vooral over het leren herkennen welke signalen jouw lichaam geeft. Deze benaderingswijze gaat er vanuit dat je lichaam en gevoel met elkaar in verband staan. Het is niet één concrete oefening, maar meer een werkwijze in therapie die ik ook meeneem naar huis. Toen mijn therapeute mij voor het eerst vroeg “Waar in je lichaam voel je dat?”, vond ik dat echt een heel rare vraag. Ik voelde me er ook een beetje ongemakkelijk bij. Hoezo? Waar voel ik dat? Ik snapte er helemaal niks van. Langzaam maar zeker begon ik toch te begrijpen wat ze bedoelde. Spanning in mijn buik, een geknepen gevoel in mijn keel… Mijn emoties hebben effect op mijn lichaam. Door hierbij stil te staan, leer ik dichter bij mijzelf te blijven. Ik leer herkennen wat mijn emoties zijn voordat ik erin word meegesleept of er juist volledig aan voorbij ga.
Aan welke oefening heb jij veel (gehad)?
Geef een reactie