Het snikhete weer van de afgelopen dagen maakt haast iedereen gelukkig. Meisjes stralen als ze over straat, flaneren in korte zomerjurkjes, de terrasjes in mijn buurt zitten stampvol en iedereen gaat massaal de stad in om een nieuw zwempak aan te schaffen. Iedereen wordt happy, behalve ik… De afgelopen dagen had ik meermaals tranen in mijn ogen en voelde ik me alles behalve goed.
Ik check ’s avonds alvast het weerbericht op mijn mobiele telefoon om te beslissen wat ik morgen zal aandoen. Voor modeverslaafde zielen als ik, zou dit een fijn vooruitzicht moeten zijn: de fashionable combinaties die ik kan maken met mijn fleurige jurkjes, rokjes en shortjes zijn dan ook echt eindeloos. In mijn gedachten staat enkel één ding voorop: Hoe kan ik zo weinig mogelijk van mijn lichaam tonen en toch niet smelten in deze warmte? Hoe zal ik erin slagen mijn armen en benen te bedekken? Begrijp me niet verkeerd, ik doe dit niet omdat ik walg van mezelf en wil afvallen. Neen, integendeel… Ik walg van mezelf omdat ik tot op heden, ondanks mijn vele inspanningen van mijn nieuwe herstelplan, nog steeds angstaanjagend mager ben…
Mensen kijken me na op straat, roddelen achter mijn rug of zeggen zelfs recht in mijn gezicht dat ik er lelijk uitzie. Ik zie ze denken: “Kind, eet alsjeblieft, je bent een afschuwelijke verschijning”. Als ik zelf al niet ongelukkig word van het feit dat ik geen mooie nieuwe bikini kan aanschaffen of uitkijken naar onze vakantie aan het zwembad, zorgt de wereld daar dus wel voor. Normaal gezien heb ik er allemaal niet zo’n last van en kan ik reacties van anderen steeds goed van me afzetten. Ik relativeer en denk dan bij mezelf “Wat jammer, dat je zo kleingeestig bent”. Nu is het anders. Ik word immers haast onwel van de warmte, kàn en wil geen blote schouders of benen dragen om anderen niet te choqueren. Niet bepaald leuk, maar als ik daardoor mijn beperkte zelfwaarde nog kan beschermen, dan is het maar zo…
Nou, vergeet dat laatste maar! Het onbegrip, medelijden en walging van mensen op straat gaan bij me door merg en been. “Is het echt nog niet genoeg dat ik haast uit mijn vel zweet?”
Ja, ik heb een eetstoornis. Weliswaar niet meer zo ernstig en kritisch als de afgelopen 2 jaar, maar mijn strijd en littekens zijn op m’n lichaam af te lezen. Ik werk mezelf elke dag uit de naad om beter te worden, bouw een ambitieus herstelplan op, zet doelstellingen naar gewicht toe en daag mezelf keer op keer uit nieuwe gerechten op het menu te zetten. Op begrip hoef ik niet te rekenen, hoor. En ik begrijp het ook allemaal wel: dat ik zo graag uit dit magere lichaam wil groeien, kan je immers niet op mijn gezicht aflezen natuurlijk. Maar het is haast een schande hoe weinig respect ik nog krijg als ik me over straat begeef. Vreemd toch?
“Don’t be a hater, cause I’m neither a celebrator!”
We springen allemaal met veel plezier in voor een collega met een burn-out, helpen vrienden en vriendinnen die neerslachtig zijn weer uit de put, maar ‘oh jeetje’ als jouw uitdaging op je magere lichaam af te lezen is! Dan ben je een aansteller, kan de menigte er massaal niet met het verstand bij, wordt je geen greintje begrip gegund. En bovendien: Wat als ik nou eens kanker had, zou je dan zo naar me kijken? Zou je dan van me walgen? Wellicht niet. Dan zegt men: “Chapeau, ze trotseert nog de menigte terwijl ze herstelt van haar zware ziekte”.
Gisteren ben ik dan ook tijdens een kleine trip door de stad heen in tranen uitgebarsten. Ik ben naar huis gevlucht, heb alle luiken van mijn appartementje gesloten om de warmte toch een beetje buiten te kunnen houden en een nieuwe Nutridrink met de laatste estafettereep van Tony Chocolonely genomen. Op de radio spelen ze deze maand een marathonuitzending voor studenten en ik kreeg al meermaals heimwee naar mijn eigen studententijd, toen ik nog helemaal gezond was en kon genieten van het leven eens die zware examens voorbij waren. Ik pinkte een traan weg en maakte me zorgen om mama, die me net in deze trieste moed opbelde… Dat het maar snel weer regent, dan zal alles vast beter worden….
Geef een reactie