Op jezelf wonen en een eetstoornis

Een paar jaar geleden tekende ik rond deze tijd een huurcontract voor een kamer in een studentenhuis. Ik had mijn middelbare schooldiploma gehaald en zou in september beginnen aan een studie in een stad die twee uur reizen bij mijn ouders vandaan lag. Omdat er thuis veel ruzie was en de situatie niet altijd even stabiel was, wilde ik al langere tijd uit huis. Ik had eigenlijk al een aantal jaren naar dit moment toegeleefd en was enorm opgelucht dat ik zo snel een kamer had kunnen vinden.

Bron

Voor de verhuizing
Anderzijds liep ik, net als vele anderen, ook tegen een aantal dingen aan. Dat waren soms praktische zaken, zoals het regelen van hulp bij de verhuizing, het aanschaffen van meubels, het zoeken van een nieuwe huisarts, het aanvragen van studiefinanciering, het begrijpen van het huurcontract en het afsluiten van een inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering. Mijn ouders konden mij gelukkig helpen bij het verhuizen en hadden ook de mogelijkheid om een deel van mijn meubels te betalen. De financiële zaken en de verzekeringen kwamen wel op mijn eigen schouders terecht. Ik vond dat erg lastig. Ik snapte niet alles en wilde natuurlijk graag de juiste keuzes maken, maar ik was erg bang dat ik de gevolgen van mijn keuzes niet kon overzien. Bovendien had ik geen idee bij wie ik aan kon kloppen voor hulp en durfde ik dat ook niet goed, omdat ik bang was dat ik mijn ouders zou ‘verraden’ als ik die hulp bij buitenstaanders zocht.

Daarnaast was het ook gewoon heel spannend om te verhuizen naar een huis met mensen die ik eigenlijk helemaal niet kende. Ik had twee van mijn huisgenoten ontmoet op de kijkavond die een kwartiertje duurde en de andere drie ontmoette ik pas tijdens de verhuizing. Ik vond het bizar en eng om een huis te moeten delen met een stel onbekenden, maar was tegelijk ook blij dat ik überhaupt iets had gevonden en dat dit binnen mijn budget viel.

Verhuisd, en dan?
Toen ik eenmaal verhuisd was, waren de meeste praktische zaken wel geregeld. De financiële zaken waren geregeld en dankzij google maps vond ik mijn weg in de stad. Na de eerste paar weken merkte ik dat het mentaal wel een stukje zwaarder werd om op mezelf te wonen. Ik voelde me alleen en herinnerde me opeens dat er, naast de ruzies, ook veel warmte bij mijn ouders thuis was. Mijn nieuwe huisgenoten deden aardig en liepen de deur soms plat, maar omdat ik hen nog niet goed kende en nog niet zoveel van mezelf durfde te laten zien, liet dit me soms nog eenzamer voelen. Ik had het idee dat andere mensen, zowel mijn huisgenoten als studiegenoten, sneller contact maakten en was bang om alleen ‘over te blijven’. Achteraf hoorde ik van veel mensen dat ik niet de enige was die die eerste maanden zo moeilijk vond. Waar ik geneigd was om me terug te trekken, hoorde ik van een vriendin dat zij zich juist zo spontaan en extravert mogelijk opstelde. Ze kreeg veel vrienden waarbij ze zich eigenlijk niet thuis voelde en ook zij voelde zich, ondanks het grote aantal mensen om zich heen, erg alleen. Desalniettemin blijft het natuurlijk naar, je eenzaam en alleen voelen, ook al weet je dat er meer mensen zijn die hiermee zitten.

Wanneer je ook nog met een eetstoornis of andere psychische problemen kampt, kan het op jezelf gaan wonen nog wat andere problemen met zich meebrengen. Dingen waar ‘gezonde’ mensen misschien in mindere mate ook tegenaan liepen, maar die nog belangrijker en lastiger kunnen zijn wanneer het in je hoofd niet goed gaat. Het kan lastig zijn om de structuur in je dagen en eetmomenten te bewaren, zeker wanneer je helemaal alleen woont of wanneer je niet samen eet met je huisgenoten. Er is niemand die zo goed op jou let als je ouders misschien deden en je hoeft tegenover niemand verantwoording af te leggen over wat je zojuist wel of niet hebt gegeten. Het wordt daardoor makkelijker om veel te weinig te eten of juist grote eetbuien te hebben, om veel te sporten en om je af te zonderen van de buitenwereld.

Hulp vragen aan je omgeving kan in zo’n situatie misschien lastiger zijn dan normaal, omdat je ouders ver weg zijn, je vriendinnen van je middelbare school hun eigen leven hebben opgebouwd en je misschien nog niet zo’n groot sociaal vangnet hebt gecreëerd in je nieuwe stad of dorp. Mensen beroepen zich misschien op jouw ‘eigen verantwoordelijkheid nu je op jezelf woont’ die je ook zeker hebt, maar waarvan het lastig kan zijn om deze verantwoordelijkheid te nemen. Je moet plots zoeken naar je eigen kracht om goed voor jezelf te zorgen, terwijl je misschien eventjes niet meer sterk wilt zijn en gewoon wat steun wilt ervaren.

Bron

Anderzijds kan het misschien ook juist makkelijker zijn om (professionele) hulp in te schakelen wanneer je op jezelf woont. Ik hoor wel eens van mensen dat ze het als een verlossing ervaren dat ze niet bang hoeven zijn dat ze de oude buurvrouw tegenkomen bij de huisarts, of dat ze eindelijk in therapie durven gaan omdat het niet meer uitmaakt of hun ouders daar op tegen zijn en ze het hun ouders niet meer hoeven vertellen.

Het op jezelf gaan wonen kan ook een andere positieve kant hebben. Voordat ik op mezelf ging wonen had ik geen last meer van mijn eetstoornis en depressie, maar had ik nog wel een aantal angstklachten en was ik soms nog somber. Ik dacht dat dit allemaal kwam door mijn thuissituatie. Toen ik uit die lastige thuissituatie stapte en een eigen plekje had, werden sommige angsten inderdaad minder, maar waren er nog steeds dingen waar ik tegenaan liep. Dit gaf me duidelijkheid dat er ook bij mijzelf nog wat dingen waren waar ik aan moest werken. Ik hoor vaker van mensen dat het op zichzelf gaan wonen hen inzicht bracht in hun eigen problemen, dat ze zagen dat niet alleen de thuissituatie de oorzaak was van hun eetstoornis of andere problemen, en/of dat ze zichzelf serieuzer durfden te nemen nu hun problemen ook buiten de thuissituatie bleven bestaan. De vrijheid die je hebt als je op jezelf woont, kan op deze manier ook veel positiefs bijdragen.

Uit huis gaan kan voor iedereen lastig zijn. Wanneer het daarnaast in je hoofd niet goed gaat, kan de stap om op jezelf te gaan wonen nog moeilijker zijn. Hoewel het op jezelf gaan wonen je vrijheid kan bieden en je de kans kan geven om jezelf verder te ontwikkelen zoals jij dat wilt, kan het ook eenzaam, leeg, spannend en financieel & praktisch moeilijk zijn. Belangrijk voor mij was om te bedenken dat het ook lastig mag zijn en dat je ook fouten mag maken. Sommige keuzes die ik destijds heb gemaakt, zou ik een ander niet perse aanraden. Toch heb ik hier ook veel van geleerd, wat heeft gemaakt dat ik nu op een fijne plek woon en op een fijne manier mijn gang kan gaan. Het allerbelangrijkste is misschien wel dat je jezelf de tijd geeft om te wennen en om er je eigen fijne plek van te maken. Bij mij heeft dat bijna twee jaar en nog een verhuizing geduurd.

Bron

Themachat
Dit blog bevat niet veel concrete tips, omdat jouw situatie waarschijnlijk anders is (geweest) dan de mijne en ik ook denk dat het vooral belangrijk is dat iedereen zijn eigen keuzes maakt, waarbij het ook goed is om soms een foute keuze te maken. Wel denk ik dat het soms fijn kan zijn om met anderen te kunnen praten over dingen waar je tegenaan loopt als je op jezelf gaat wonen of al een tijdje op jezelf woont, dat is iets wat ik destijds zelf wel heb gemist. Daarom is er vanavond tussen 19.00 en 21.00 uur een themachat over dit onderwerp. Je bent welkom!

Sandra

Geschreven door Sandra

Reacties

4 reacties op “Op jezelf wonen en een eetstoornis”

  1. Ik ben afgelopen jaar voor het eerst op kamers geweest, en voor mij was dit een enorme stap vooruit. Ik leerde dat ik voor mezelf kan zorgen en vond het leuk dat de verantwoordelijkheden die ik kreeg, ik ook kon vervullen. Het enige waar ik me aan stoor zijn mijn huisgenoten op vlak van hygiëne. De afwas blijft er weken staan, waardoor ik geen servies of potten en pannen kan gebruiken om te koken, en ook de douche kan wel eens een poetsbeurt gebruiken….

    Volgend jaar heb ik een kamertje waar ik zelf een klein kitchinette heb. Misschien zorgt dit ervoor dat ik wat minder sociaal ben (je hoeft tenslotte niet meer samen te eten, of in dezelfde ruimte), maar het zal wel rustiger in mijn hoofd zijn qua hygiëne en orde !
    xxx

  2. Ik ben 4 jaar terug op kamers gegaan. Ik was toen 16 en ging studeren. Het leek voor mij de oplossing en dat was het ook grotendeels! Ik had leuke huisgenoten en het ging goed.

    Wel metkte ik al snel dat vriendinnen van de middelbare school verleden tijd waren. Iedereen beloofd om langs te komen en iedereen gaat van alles met je doen. Maar nu ik op de 4 jaar terug kijk heb ik 3 logés gehad waarvan 2 van de opleiding die ik nu doe…

    Na een tijdje gingen de leuke huisgenoten weg en kwamen er 2 minder leuke huisgenoten voor terug. Toen heb ik me erg alleen gevoeld en besefte ik dat het bij mijn ouders toch wel fyn was dat als je thuis kwam er iemand was om je verhaal aan te doen.

    Nu 4 jaar verder is het tijd voor de volgende stap! Een eigen appartement… Spannend… Maar ben benieuwd!!

  3. Probeer SoLink eens, die stichting koppelt studenten aan vijftigplussers. Zo zit je niet in een misschien eng studentenhuis maar heb je wel iemand aan wie je vragen kunt stellen en een dagritme mee te kunnen delen.

  4. Toen ik op kamers ging en mijn relatie vlak daarna uitging, kreeg mijn eetstoornis pas echt vrij spel. Vraag me nog steeds af hoe mijn leven en lijf er nu uit zouden zien als ik thuis was gebleven.. Maar dat zullen we nooit weten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *