Daar stond ik dan. Het was juni, de zon scheen en het was druk op straat. Ik liep net het gebouw van de crisisdienst uit. Daar was besloten dat ik de dag erna opgenomen zou worden op een crisisafdeling. Een vrijwillige opname, maar als ik niet akkoord ging, zou het een gedwongen opname worden. Erg vrijwillig vond ik het daarom niet, maar tegelijkertijd besefte ik ook dat er geen andere opties meer waren. Het was dit of dood.
De volgende dag kreeg ik na een rondleiding op de afdeling de sleutel van mijn kamer en ging de verpleegkundige weg. Toen ik alleen op mijn nieuwe tijdelijke kamer was, voelde ik me eenzamer dan ooit. Ik zat alleen op een totaal onbekende plek. Ik was net negentien, in een groep met mensen die veel ouder waren dan ik en die een hele andere achtergrond hadden. Het enige wat ik wilde was niet meer verder leven en nu zat ik op een crisisafdeling. Ik kon me niet voorstellen hoe dit me ooit moest gaan helpen.
Fotografie: Santea
De eerste dagen bleef ik dit eenzame gevoel houden. Ik zat vooral op mijn kamer en wilde met niemand praten. Bij de dagopening en -sluiting wist ik niet goed wat te vertellen. Het ging slecht, daarvoor zat ik daar en ik zag niet in wat het voor nut had om in een groep te zeggen dat het slecht ging. Een aantal dagen ging het zo verder en ondertussen ging ik me eigenlijk alleen maar slechter voelen.
Na de eerste week kwam een bepaalde verpleegkundige terug van vakantie die mij niet op mijn kamer liet zitten. Hij bleef aandringen tot ik ging praten over wat er in mij omging. Uiteindelijk brak ik en vertelde ik inderdaad. Hoewel ik eerst niet de meerwaarde zag, ervoer ik op dat moment hoe erg het opluchtte om te zeggen wat er allemaal speelde in mijn hoofd. En nee, hij kon het niet oplossen, maar eindelijk voelde ik me iets minder eenzaam en iets meer begrepen. De dagen erna kwam ik hierdoor ook weleens uit mezelf van mijn kamer en durfde ik zelf naar de verpleging te stappen om te praten. Ik voelde me nog steeds ellendig, maar het hielp me om elke dag even te praten over hoe het met me ging en om te delen.
Zo ging het stap voor stap wat beter en volgde ik uiteindelijk ook het programma. Om 8.00 uur zat ik aan het ontbijt, ik deed mij aan creatieve therapie en ging ‘s middags mee wandelen. Ik praatte ook meer met mijn groepsgenoten met wie ik ook nog een klik bleek te hebben.
Na een aantal weken besloot ik na overleg met mijn behandelaar naar huis te gaan. Ik kon het ritme in de kliniek aanhouden en voelde me minder somber. Er was veel verbetering in vergelijking met de dag dat ik binnenkwam. De conclusie was daarom dat de opname geslaagd was en ik het weer zelf kon met hulp van een ambulante psycholoog.
Eenmaal thuis was ik in eerste instantie blij dat ik me beter voelde en dat de opname op de crisis mij zo goed had gedaan. Al snel viel ik echter in een gat. Ik merkte hoe moeilijk het was om de structuur die mij daar werd aangeboden vast te houden zonder de begeleiding en hoe snel ik me weer eenzaam voelde. Slechts een paar weken later werd ik daarom opnieuw opgenomen met dezelfde klachten.
Dit keer maakte ik samen met de verpleging en een behandelaar echter een crisispreventieplan. Dit heeft mij erg geholpen om me voor te bereiden op het weer naar huis gaan. Tevens kreeg ik na de crisisopname dit keer betere nazorg. Hierdoor kon ik na de opname de structuur beter aanhouden en voelde ik me voor langere tijd een stuk beter dan voorheen.
Een crisisopname heeft mij een aantal keer geholpen op momenten dat ik het allemaal niet meer zag zitten. Het gaf mij de kans om tot rust te komen en even uit de wereld te gaan waar het op dat moment zo moeilijk voor mij was. Ook was dit een veilige plek voor mij om met professionals te kijken wat ik nodig had om weer verder te kunnen op een verantwoorde manier.
Een crisisopname heeft echter ook nadelen. Op een crisisafdeling zitten mensen met allerlei achtergronden en verschillende klachten waar je zelf soms helemaal niet mee bekend bent. Dit kan lastig zijn en ook best eng. Daarnaast duren de dagen lang omdat er op een crisisafdeling vaak weinig tot geen dagprogramma wordt aangeboden. Enerzijds is dit goed om tot rust te komen, maar voor sommige mensen kan dit tegenwerken omdat zij juist behoefte hebben aan dagbesteding. Een crisisopname is ook geen behandeling, het is puur bedoeld om uit je crisis te komen. Je doet op dat moment dus niet zoveel aan de oorzaak van je problemen wat maakt dat de kans op terugval wat groter is. Helaas heb ik dit zelf ook een aantal keer ervaren en dit op de afdeling waar ik opgenomen was ook gezien. Veel patiënten kwamen met grote regelmaat weer terug.
Het allerbeste zou natuurlijk zijn als een crisisopname niet ter sprake hoeft te komen. Probeer dan ook in een vroeg stadium om hulp te vragen. Liever zou ik ook nooit opgenomen geweest zijn en hoewel ik achteraf blij ben over hoe het allemaal gelopen is, denk ik nu dat het niet zover had hoeven komen. Als jij het om wat voor reden dan ook allemaal even niet meer ziet zitten en echt niet meer verder kunt, kun je ook een crisisopname overwegen. Onthoud daarbij wel goed dat het geen vakantie of rustoord is. Je zult zelf aan het werk moeten als je er iets uit wil halen.
Ook is het van belang om tijdens de opname al te kijken hoe je thuis weer verder gaat, bijvoorbeeld door middel van een crisispreventieplan. Betrek je omgeving hierbij, praat met je hulpverleners en vertel anderen wat er in je omgaat.
Tijdens mijn tweede crisisopname zei een verpleegkundige tegen mij: ‘’Dat je nu zo diep zit, betekent dat de enige weg omhoog is.” Die zin is mij altijd bijgebleven op momenten dat het weer even wat minder goed ging. Je hoeft het niet alleen te doen.
Geef een reactie