Netjes zaten we op een rij te wachten. Mijn zusje, mijn moeder en ik. Tegenover ons zat een vrouw die ik één keer eerder had gezien. Ze was al bij ons thuis geweest. Ze wierp een blik op de klok. Haar irritatie werd iets zichtbaarder. Evenals die van ons. Er werd gezucht. “Zie je wel, hij komt niet…”
Het kwam voor mij niet als een verrassing. Eigenlijk had ik het stiekem zelfs een beetje gehoopt. Ik had hier helemaal geen zin meer in. Het vertrouwen had ik allang niet meer. Dat hij de handdoek in de ring had geworpen, betekende voor mij dat ik het ook op mocht geven. Ik was er klaar mee.
Mijn vader was verslaafd. Misschien nog steeds wel, ik weet het niet. Heel bewust heb ik er een aantal jaar geleden voor gekozen om geen contact meer met hem te hebben. Een beslissing waar ik toen geen moeite mee had. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik inhoudelijk ga begrijpen wat dit betekent. Ergens maakt dit me boos. Het frustreert me dat ik geen invloed heb op de situatie, behalve de keus of ik het contact wel of niet aanga. Ik ben niet degene waar hij de drank voor aan de kant zal leggen. Ik zal niet degene zijn die hem van zijn probleem af zal helpen. Niet alleen omdat ik het niet kan, maar ook omdat ik het niet meer wil. Dat heb ik geprobeerd, maar zonder succes. Het is klaar. De deur is dicht.
Hoe hard mijn moeder haar best ook deed, hij had zelf ook al vrij snel de deur dicht gedaan. Hij lapte alle afspraken aan zijn laars. Als ik aan Kerst denk, denk ik aan de keer dat de kaasfondue aanbrandde omdat de drang om te ruziën sterker was dan de behoefte om het vuur uit te maken. Hoe ik huilend de supermarkt uitliep toen hij de winkelkar bleef vullen met flessen wijn. Het euforische gevoel dat ik kreeg toen ik toch een keer een ijsje met hem ging halen, maar hij de hele middag lam op een terras zat en ik in mijn eentje terug naar huis liep. De eerste keer dat ik hem ‘mijn vader’ noemde in plaats van ‘papa.’
‘It’s been a long hard road without you by my side
Why weren’t you there all the nights that we cried
You broke my mother’s heart
You broke your children for life
It’s not okay,
But we’re alright
I remember the days, you were a hero in my eyes
But those were just a long lost memory of mine
I spent so many years learning how to survive
Now, I’m writing just to let you know that I’m still alive…’
Good Charlotte – Emotionless
Jarenlang heb ik mezelf opgesloten. Letterlijk, in mijn donkere slaapkamer. Het leven leek niet aan mijn kant te staan; ik kon het dan ook maar beter niet aangaan. Ik vond herkenning in duistere muziek en begon het leven als een ware uitdaging te zien.
Ik herinnerde me de eerste jaren op de basisschool. Mijn ouders waren één van de weinigen die nog bij elkaar waren. Ik vond scheidingen op dat moment best cool klinken. Twee keer mijn verjaardag vieren? En dan ook nog eens twee slaapkamers? Dat leek me waanzinnig. Toen het eenmaal zover was, voelde het helaas niet zo cool. Ook al wenste ik al jaren dat mijn ouders de scheiding doorzetten, het moment dat het eenmaal rond was, voelde alsof ik een deel van mezelf verloor. Ineens moest ik ook het beeld dat ik van mezelf en mijn leven had bijschaven. Ik kwam niet meer uit een gezin, maar uit een gebroken familie. En dat deed intens veel pijn.
Soms zeg ik heel stoer dat ik me niet herinner dat mijn vader een papa is geweest. Dat ik me niet herinner dat hij er voor me is geweest. Dat ik me niet herinner dat ik hem heb gezien als een held, zoals veel kinderen hun vader zien. Maar dat is niet helemaal waar. Ik weet het nog heel goed. Misschien wel zo goed dat ik het juist daarom probeer te vergeten. Want ergens weet ik dat hij, ondanks alles wat hij heeft gedaan en gezegd, misschien best wel een oké mens is, of had kunnen zijn. En dit besef doet nog meer pijn dan het verleden waar ik afstand van heb genomen. Het is makkelijker om de deur helemaal dicht te doen, dan deze op een kiertje te laten. Om mezelf te beschermen. Ik wilde mijn verleden niet ook mijn toekomst laten zijn.
Ooit waren we twee handen op één buik. Dit heeft misschien niet lang geduurd, maar die connectie is er ooit geweest. Het doet pijn om dit op te schrijven, omdat ik hiermee erken dat hij wel degelijk een leuk mens is geweest. Dat het er wellicht allemaal heel anders voor had gestaan als er nooit alcohol in het spel was gekomen.
Een verslaving kan een gezin kapot maken. Dat heeft het in mijn geval ook gedaan. Het ging zover dat ik mijn vader niet meer los van de verslaving kon zien, wat natuurlijk heel kwalijk is. Ik heb me mijn hele jeugd geschaamd, eenzaam en extreem vernederd gevoeld. De vader die ik kende was een man gedrenkt in alcohol. Een man waar ik soms voor weg moest rennen, in plaats van op kon zoeken. Door diezelfde verslaving heb ik vroeger nooit echt een stabiel en warm thuis gekend. Een gebrek dat me best wel heeft getekend. Ik ontwikkelde een aversie jegens het verlangen naar een liefdevol gezin en hechten ging me steeds minder goed af in mijn latere jaren. Items die ik later terug kon koppelen aan mijn onstabiele jeugd.
Meer dan 10 jaar later vind ik het soms nog steeds lastig te accepteren hoe mijn leven gelopen is zonder dat ik er, voor mijn gevoel, zelf echt invloed op heb gehad. Het voelt alsof ik vrij snel al 1-0 achterstond. Jarenlang ben ik ontzettend boos geweest op mijn vader hierover. Het frustreerde me dat hij mij dit aandeed, dat hij mijn moeder dit aandeed. Terwijl hij het zelf misschien ook niet zo makkelijk had. Maar daar denk je als kind zijnde niet aan. Als kind zie je de gebreken, je hoort en ziet de ruzies, je voelt de klappen. Hij was er niet toen ik het moeilijk had en het meest pijnlijke voor mij hierin is misschien wel dat hij vaak de oorzaak van mijn tranen was. Ik was voorheen te jong om te weten wat een verslaving inhield. Mijn vader dronk te veel. Punt. Het heeft me veel jaren gekost om alles te verwerken en te accepteren. Met enige regelmaat denk ik aan de tijd die is geweest en die in mijn ogen anders had moeten zijn. Ik zou graag willen zeggen dat het nu oké is zoals het is. Maar dat is het niet. Het is niet oké als je één of beide ouders moet missen door een verslaving. Zo hoort het niet, ook al voelt het normaal.
Ironisch genoeg was mijn (niet-)eetverslaving mijn manier om met deze gevoelens om te gaan. Ik wilde ze uit te weg gaan; ik mocht de pijn niet voelen. Wat ik op dat moment niet inzag, is dat ik in principe hetzelfde deed als mijn vader. Ik had alleen een andere uiting gevonden. Dit inzicht maakte het voor mij iets makkelijker om met het gemis van een vader om te gaan, maar echt de pijn verzachten deed het niet. Ik was zijn kind, zijn verantwoordelijkheid. Waarom voelde het dan niet zo…?
De wonden zijn inmiddels geheeld, maar de littekens zijn nog steeds zichtbaar. Elke dag vervagen ze wat meer, evenals de boosheid. Maar het verdriet blijft. Ik durf ondertussen zelf alcohol te drinken, ik schrik niet meer bij elke man die mij passeert op straat en ik heb geen nachtmerries meer. Niet zo vaak meer tenminste. Stappen die mij veel energie en tranen hebben gekost. Stappen die vanzelfsprekend zouden moeten zijn.
Mocht je dit lezen; je hebt niet alleen mij, maar ons allemaal ontzettend veel pijn gedaan. Pijn die ik jaren later nog steeds voel. Ik ben er klaar voor om dit achter me te laten. Om alles los te laten, mezelf te bevrijden van alles wat mij tot nu heeft gekenmerkt. Alles wat mijn eetstoornis in stand hield, wat mij tegenhield om echt te leven. Ik ben meer dan mijn verdriet, dan mijn pijn. I am more then you ever gave me credit for.
Het is niet goed, maar het is oké.
Mocht je delen herkennen van mijn verhaal, dan hoop ik dat er mensen zijn bij wie je je veilig voelt en je verhaal durft te delen. Vanavond, 26 augustus, is er tussen 20.00 uur en 21.00 uur een themachat: ‘ouder met een verslaving’. Voel je vrij om mee te praten.
♥
Wil je meer lezen over dit thema en hoe ik ermee omging? Bekijk dan ook deze, deze en deze blog.
Geef een reactie