Soms denk ik terug aan vroeger als ik kinderen zie spelen op straat en stiekem vind ik het best jammer dat die tijd van spelen op straat voorbij is. Van de week zag ik een stel kinderen belletje lellen en dit deed mij terugdenken aan de tijd dat ik bedacht met een stel vriendinnen om een ‘KattenKwaadClub’ op te richten. Op een middag hadden we niks te doen en we vonden op de zolder van een vriendin van mij een stel witte petjes, dat zou ons ‘onherkenbaar’ maken en daarmee was de KKC geboren.
Nadat we de witte petjes hadden versierd met allerlei kleuren en met groot de letters KKC, erop konden we op pad. Hele middagen vermaakten we ons op straat met allerlei verschillende soorten kattenkwaad. Ik was altijd de uitkijk, want stiekem vond ik het best wel eng allemaal, maar wel heel stoer om erbij te horen. We hadden een soort van thuishonk, namelijk op een grote barak midden in de wijk, die was iets van 3 meter hoog en we hielpen elkaar met erop klimmen. Dit mocht natuurlijk ook helemaal niet, dus telkens als er een auto langskwam gingen we liggen en kon niemand ons zien.
Belletje lellen
De klassieker natuurlijk! Wie heeft dit nou niet gedaan. Toch zijn er veel verschillende manieren van belletje lellen. De beginnende doerakken, vooral de jonge kinderen, zullen net zo lang rennen tot ze niet meer kunnen en het dan nog spannend vinden om gepakt te worden. Terwijl wanneer je meer ervaring hebt, je achter een hegje gaat staan kijken hoe degene reageert die open doet. Een hele andere manier is aanbellen en dan wachten tot degene open doet en dan zeggen ‘oeps, vergeten weg te rennen’ en dan alsnog als een malle wegrennen.
Portemonnee gevonden?
Een monopoly briefje of een oude portemonnee van je opa met een heel dun visdraadje eraan voor de deur leggen en aanbellen maar. Degene die dan open doet denkt, ‘he, er ligt een portemonnee voor mijn deur!’ en wilt deze oppakken. Net op het moment dat iemand de portemonnee wilt oppakken trek jij aan het draadje en gaat de portemonnee of het briefje weg, hilarisch!
Schuttingdeuren
Dit was ons ‘lievelingskostje’, we hadden voor alle soorten kattenkwaad een naam. Dit vonden we verreweg het leukste. In ons dorp was een straat met aan de ene kant allemaal voordeuren maar aan de andere kant allemaal deuren van de schuttingen van de straat ernaast. Die deuren zaten lang niet altijd op slot en je begon aan het begin van de straat om vervolgens zo snel mogelijk zo veel mogelijk deuren open te doen en dan maken dat je wegkomt.
Flatje kijken
Dit vond ik het spannendste van allemaal, hier stond ik ook altijd alleen op de uitkijk. Door middel van een smoesje, zoals bij iemand aanbellen en zeggen dat je voor kinderpostzegels komt of met iemand mee naar binnen glippen kwamen we de flat in en zo konden, in dit geval mijn vriendinnen, genieten van het uitzicht helemaal bovenin de flat of belletje lellen bij de deuren van de flatbewoners zelf. Dit was nog in de tijd dat we geen mobiele telefoon hadden dus als ik dan ‘gevaar’ zag kon ik ze niet waarschuwen, dat vond ik altijd wel naar. Maar daar had ik zo mijn manieren voor, petje af betekende gevaar, wanneer ik dan mijn petje af deed konden mijn vriendinnen dat vanaf boven zien.
Matten omruilen
Wat wij ook veel deden was het omruilen van matten in een straat waar geen auto’s mochten rijden. Je keek of niemand thuis was en pakte de deurmat om die vervolgens bij de buurman of buurvrouw neer te leggen en andersom. Helaas kon je niet zien hoe de mensen reageerden dat er ineens een andere mat voor de deur lag, want dat duurde te lang. Dit was een van mijn favorieten. Jammer genoeg is hiermee onze kattenkwaadclub wel geëindigd. Een vrouw deed op een middag plots wel de deur open en dreigde met het bellen van de politie, wij deden het zo wat in onze broek en hebben gezworen aan elkaar dit nooit aan iemand te vertellen. Nu kan ik er natuurlijk om lachen, want, wat zou de politie doen als je een mat 2 meter hebt verschoven?
De weg vragen
Soms hadden we genoeg van alle kattenkwaadspelletjes en werden een beetje bang om gepakt te worden. Dan gingen we iets ‘veiligs’ doen, namelijk de weg vragen bij mensen. We belden aan het vroegen om een straat, waarvan we al lang wisten hoe we er moesten komen en we er bovendien ook helemaal niet hoefde te zijn. De mensen gingen dan uitgebreid uitleggen hoe we naar die straat toe moesten komen, dat was erg grappig. Ik heb het ook een tijdje met mijn Duitse nichtje gedaan, die vroeg het dan in het Duits hier in Nederland en toen gingen de mensen het uitleggen in hun beste Duits.
Stiekem denk ik er soms nog best over na op ergens aan te bellen en weg te rennen, daar ben ik nu toch echt te oud voor, maar af en toe…
Herkennen jullie deze kattenkwaad?
Hebben jullie nog andere maffe dingen gedaan vroeger?
Geef een reactie