‘’Je kunt wel blijven piekeren over eten, maar dan vergeet je te leven”, zei mijn psycholoog een keer heel duidelijk en kordaat tegen mij. Ik schrok. Ik wist heus wel dat ik niet over eten moest piekeren, maar het hield me gewoon heel erg veel bezig. Ik kon het niet loslaten. Ik was bang om aan te komen, wilde weten wat we gingen eten, wat ik had gegeten en wat erin zit. Ik wilde praten over eten met mijn psycholoog, omdat het probleem was. Omdat dat was waar ik zo bang voor was. Maar zij niet. Zij wilde praten over echte dingen. Waarom had ik daar zo’n weerstand tegen?”
Zeker vijf jaar lang praat ik met mensen zoals jij. Mensen die deze blog lezen en zelf een eetstoornis hebben. In chats of op het forum heb ik het met je over eten, over angst voor eten, over angst om aan te komen, over eetbuien, over compenseren en over hoe ik dat zelf heb ervaren, jaren geleden. Maar eigenlijk wil ik het met jou helemaal niet over die dingen hebben. Want een eetstoornis, gaat helemaal niet over eten. Het gaat uiteindelijk over alles, behalve eten en gewicht.
Toch denken mensen die een eetstoornis hebben, urenlang per dag alleen maar over eten en gewicht na. Over manieren om af te vallen, het plannen van eetmomenten, stiekem compenseren en over het plannen van een eetbui. Het is erin geslopen. Steeds meer en meer begon het je bezig te houden. Je vond het in het begin misschien gewoon fijn om gezond te eten of wat kilo’s kwijt te raken. Gewoon een paar kilo en dan zou je tevreden kunnen zijn. Ondertussen ben je nu maanden of jaren verder en verstrikt geraakt in eetbuien, door het strenge lijnen of ben je doorgeslagen in je poging om die paar kilo af te vallen. Het lukt niet om het in de hand te houden, of je houdt het juist zo strak in handen dat je jezelf verstikt.
Het leek allemaal zo onschuldig. Iedereen is met gezond eten bezig de laatste tijd, dus er was toch niets mis mee? Koken was gewoon een leuke hobby en sporten en gezond eten hoorde daar nu bij. Je was totaal niet van plan om het streng aan te pakken, maar was wel erg ‘gemotiveerd’. Helaas ging het mis toen lijnpogingen mislukte en je je gefaald voelde als je niet was afgevallen. Het leverde je niet op wat je had gehoopt. Het ging niet snel genoeg. Dat moest anders kunnen en zo raakte je langzaam aan verstrikt in gedachtes over eten.
Eten werd een discussie, zoals ik dat bij mezelf herken van vroeger. Ik voerde de hele dag discussies met mijn eetstoornis. Wel of niet eten, wat, wanneer, met wie en hoe? En hoe moest ik dat dan weer compenseren en wat als ik door zou slaan in een eetbui of subjectieve eetbui? Ik hield mezelf voor dat ik gewoon wat meer op mijn eten ging letten, maar ondertussen lette ik nergens meer op, behalve op mijn eten. Alles draaide er om.
Ik denk dat mensen met een eetstoornis, zoals ik er eentje ben geweest, veel aan eten denken om te voorkomen dat ze aan andere dingen gaan denken. Je neemt je voor om er een klein beetje mee bezig te zijn, maar ineens slokt het je op en zit je klem. Je kunt alleen nog maar aan eten en compenseren denken. Aan de ene kant voelt het fijn. Je maakt je veel minder zorgen om andere dingen, maar aan de andere kant voel je je rot. Er ontstaat een angst om aan te komen en een angst om door te slaan, wat soms misschien ook wel gebeurd. Je zit vast, maar aan de andere kant heb je controle of juist een middel om jezelf te verdoven. De eetbuien luchten op, het lijnen geeft je houvast.
Als je van je eetstoornis af wilt komen, kan het fijn zijn om over je eetpatroon te gaan praten. In behandeling voor een eetstoornis, ga je hier vaak ook mee aan de slag. Je moet bijvoorbeeld aankomen, de eetbuien verminderen en uiteindelijk stoppen, meer en/of regelmatig gaan eten en soms word je aanbevolen een eetdagboek bij te houden. Daarin schrijf je niet alleen wat je eet, maar ook hoe je je daarbij voelde of wat je er bij dacht. Je voert gesprekken met een diëtist en hebt het over doelen op het gebied van eten met jouw therapeut.
Maar dat is niet het enige. Vaak is het goed om de manier van vluchten, in dit geval eetbuien, compenseren, piekeren over eten of afvallen, minder wordt of stopt. Zie het als iemand die aan de drank is en in behandeling gaat. Als die blijft drinken, verloopt de behandeling niet zo vlot. Hij komt niet toe aan zijn gevoel. Het is daarom goed dat hij stopt met drinken. Zo is het ook met jou manier van coping; je eetstoornis. Het is alleen bij een eetstoornis ook weer heel ingewikkeld. Je kunt daarbij niet het eten in de kast laten staan, zoals die fles drank. Nee, je moet er gedoseerd mee om leren gaan en dat is een behoorlijke uitdaging.
Wanneer je steeds meer ‘nuchter’ bent, is er ook ruimte voor gevoel. Dat zorgt er misschien voor dat je het lastig vindt je eetstoornis los te laten, maar betekent wel dat je eindelijk met de achterliggende problemen aan de slag kunt. Je kunt naar de oorzaak kijken van jouw worsteling met eten en zelfbeeld. Je kunt natuurlijk elke dag met je diëtist of behandelaar discussiëren over die ene boterham of de hoeveelheid boter, maar je kunt ook proberen daar samen een oplossing voor te bedenken of het toch doen, zodat je verder kunt. Verder dan eten. Naar het achterliggende om vooruit te komen!
Piekeren over eten is een veilige haven geworden. Een plek waarin jij de regels kent. Iets wat jou een gevoel van zekerheid geeft of opluchting. Maar eten is daar helemaal niet voor bedoeld. Wijn is ook niet bedoeld om jezelf knock-out te zuipen en zo is het ook met eten niet bedoeld om jezelf kapot te maken. Zoek hulp, praat over meet dan eten en geef jezelf ruimte om te denken aan meer dan eten. Dan pas kun je verder.
♥
Fotografie: Pexels
Geef een reactie