Tijdens mijn eetstoornis had ik onwijs veel en strenge regels voor mezelf. Een x aantal calorieën, een x aantal eetmomenten, een lijst met veilige en verboden producten, bepaald voedsel waarna je net zo goed een eetbui kon hebben en ga zo maar door. Om van mijn eetstoornis te herstellen moest ik van die strenge regels af zien te komen en om dat te bewerkstelligen bedacht ik, je raadt het al, nog meer regels! Regels tegen mijn eetstoornis. Regels waar ik me absoluut aan moest houden, want anders…
Toen ik voor het eerst in therapie ging had ik anorexia. Daar was het allemaal mee begonnen. In die tijd heb ik nooit echt actief meegedaan met therapie. Ik bleef me aan de regels van mijn eetstoornis houden. Ik was heel goed in dat dubbele leven, maar uiteindelijk is mijn korte periode van anorexia overgeslagen in een iets langere periode van BED gevolgd door een nog langere periode van boulimia. Het hele rijtje eetstoornissen ben ik afgegaan en ik besloot dat ik er nu wel echt klaar mee was. Ik wilde weg uit eetstoorniswereld. Toen ik weer opnieuw begon met therapie was ik erg gemotiveerd om iets aan mijn eetstoornis te doen, maar het ging tegelijktijd erg slecht met mij. Ik gaf meerdere keren per dag over, had geldproblemen en mijn hele leven lag in puin.
Elke week stelde ik doelen samen met mijn psychologen. Ik wilde meteen als doel stellen geen eetbuien meer te hebben, geen enkele. Ook zou ik keurig mijn eetlijst volgen en hopelijk een beetje afvallen, want ik zat niet lekker in mijn vel en ik dacht dat dat me wel zou helpen. Ik had immers gehoord dat dat vanzelf zou gaan wanneer mijn eetbuien zouden stoppen, dus dat leek me een prima doel. Ook wilde ik weer vol voor school gaan, een sport oppakken en op stap met m’n vrienden. Ik wilde alles tegelijkertijd aanpakken en dat dan ook nog helemaal in één keer goed doen. Ik had er nu toch voor gekozen? Waarom zou ik me dan inhouden? Mijn therapeuten vertelden me dat het zo niet werkte en dat ik in kleine stapjes moest proberen te denken en het hele doel van willen afvallen juist moest laten varen. Dat zou ik wel zien, dacht ik.
Zodoende bouwde ik mijn eetbuien af naar één keer per dag en vroeg ik een mentorgesprek aan op school. Elke week stelte ik mijn doel ietsjes hoger. Niet meer braken na een subjectieve eetbui, twee keer per week een eetbui toestaan, een geplande eetbui, die knoop over school doorhakken, iets leuks doen met vrienden, m’n huis opruimen en een pak hagelslag in huis hebben zonder die in één keer leeg te eten. Stapje voor stapje leek ik toch een beetje vooruit te komen tot ik uiteindelijk stagneerde. Deze stagnatie had met verschillende dingen te maken. De macht der gewoonte, een stukje achterliggende problematiek en de, ondanks dat het kleine stapjes waren, strenge manier van doelen stellen en behalen.
Ja, ik was inderdaad veel stappen vooruit gegaan, maar als ik eens een stapje terug deed of alleen al een mindere dag had kon ik dat moeilijk van mezelf accepteren. Ik mocht alleen maar vooruit gaan van mezelf, achteruit gaan of stilstaan betekende voor mij dat het toch allemaal niet meer uit maakte. Als het goed ging, dan ging het goed en was er niks aan de hand, maar als het ook maar een beetje slecht ging voelde ik me meteen een mislukking en voelde dit als een vrijkaart om alles dan maar te verpesten. “Ach, het maakt nu toch niet meer uit en dan kan ik mezelf nog één keertje laten gaan,” dacht ik dan. Mijn eetstoornis maakte goed gebruik van mijn perfectionisme en lange tijd heb ik hier dan ook tegenaan gelopen.
Plotseling leek ik het door te hebben. Het was natuurlijk al honderd keer tegen me gezegd niet het hele servies stuk te gooien als ik slechts één kopje had laten vallen, maar ik voelde het niet echt. Tot ik plotseling weer eens ongelooflijk diep in de put zat en me echt geen raad meer wist. Ik had door dat ik niet echt verder leek te komen en dat er iets anders moest. Goed, mijn doel is geen eetbuien te hebben, maar wat nou als het per ongeluk wel gebeurt, ik toch halverwege stop en me niet verlies in weer drie dagen vol met eetbuien, zoals mijn psychologen me hadden verteld. Zou dat echt oké zijn? Ze zijn er immers om me te helpen, dus misschien zit er wel een kern van waarheid in.
Lange tijd was ik als de dood dat het accepteren van halve doelen er uiteindelijk voor zou zorgen dat ik slordigheden zou accepteren en alles compleet uit de hand zou lopen. Een keertje niet naar een verjaardag komen stond in mijn ogen gelijk als het verliezen van een vriendschap. Een jaartje niet naar school kunnen betekende dat ik nooit mijn diploma zou halen. Een halve eetbui accepteren zou betekenen dat ik ongelooflijk dik zou worden, maar toen ik toch die week na een halve eetbui was gestopt en het mezelf had vergeven dat dit was gebeurd voelde ik me eigenlijk ongelooflijk sterk.
Na die week begreep ik wel wat mijn psychologen steeds bedoelde en ik wilde er voor gaan. Dat laatste stukje, dat zal ik ook wel overwinnen. Door mild te zijn naar mezelf, fouten te accepteren en de draad zo snel mogelijk weer op te pakken als ik even een uitschieter maakte. Het doel was nog altijd om helemaal geen uitschieters te maken, maar als het gebeurde ging ik de volgende seconde meteen verder en stelde ik mijn doel niet uit tot de volgende week.
Het besef was er, maar dat betekende natuurlijk niet dat de angst dat alles uit de hand zou lopen meteen verdwenen was. Keer op keer moest ik relativeren en sprak ik mijn zorgen uit naar andere mensen. Ik had besloten dat, wilde ik van mijn eetstoornis afkomen, ik toch zou moeten accepteren dat mijn gewicht eventueel wat zou stijgen. Om mijn angsten uiteindelijk te overwinnen, moest ik ze onder ogen komen. Dit was doodeng, maar het gaf me uiteindelijk een hoop zelfvertrouwen. Ik weeg nu inderdaad iets zwaarder dan dat ik voor mijn eetstoornis woog, maar ik voel me erg goed bij. Bovendien ben ik geen tiener meer, maar een volwassen vrouw. Een gezond gewicht kan best variëren en dat is prima. Ik heb een gezond gewicht en een goede relatie met eten en achteraf is het misschien makkelijk praten, maar het was het onder ogen komen van die angsten meer dan waard. Achteraf bleek er namelijk maar weinig van die angsten te kloppen.
Ik laat nog steeds wel eens steekjes vallen op verschillende gebieden, maar geen enkel moment heeft dat geleid tot een cruciaal punt dat mijn leven voor altijd verpestte. Sterker nog, ik voel me beter en sterker dan ik me ooit gevoeld heb. Laat je strenge regels en hoge verwachtingen niet in de weg zitten voor je herstel. Fouten maken is oké, is menselijk en zal je ook na je herstel nog wel maken. Soms kan het accepteren van een vervelende situatie al een hoop druk van de ketel halen, waardoor het makkelijker is om verder te komen.
Zitten jouw hoge eisen en strenge regels je herstel in de weg?
Geef een reactie