De meeste jongeren vinden het supertof als ze eindelijk oud genoeg zijn, zodat ze kunnen beginnen met autorijlessen. Ik keek daar zelf ook wel naar uit, maar vond het ook wel weer spannend. Ik was bang dat ik het niet kon. Ik ben perfectionistisch en heb faalangst. Die twee eigenschappen komen vaak voor bij mensen met eetstoornissen. Nu kan ik daarmee omgaan, maar vroeger vond ik dat veel lastiger. Mijn perfectionisme en faalangst hebben me dan ook behoorlijk in de weg gestaan toen ik mijn rijbewijs ging halen.
Voordat je op praktijkexamen mag, moet je eerst ook nog theorie-examen doen. Zo perfectionistisch als dat ik ben, leerde ik het theorieboek zo ongeveer uit mijn hoofd. Ik oefende me suf met proefexamens die ik op de computer kon doen. Aan de ene kant had ik er wel vertrouwen in dat ik zou gaan slagen. Aan de andere kant had ik ook dat stemmetje in me die me zei dat ik het toch niet zou gaan halen en dat ik er niet hard genoeg mijn best voor had gedaan. Dat stemmetje is er altijd als ik moet presteren.
Ik was onwijs zenuwachtig voor mijn theorie-examen. Ik probeerde mezelf er wel van te overtuigen dat ik er heus niet dood aan zou gaan als ik het niet zou halen, maar dan nog voelde ik die stress en zenuwen. Mijn moeder bracht me die ochtend weg naar het CBR en zij probeerde me ook te kalmeren. Met een heel klein beetje hoop op slagen, ging ik dan ook het theorielokaal in.
Gezakt. Wat baalde ik van mezelf zeg. De tranen stonden in mijn ogen. Ik was ook echt gezakt met één fout te veel. Hoe kon ik nou zo stom zijn? Waarom had ik niet nog beter geleerd? Waarom had ik de vragen niet net wat rustiger gelezen? Waarom haalt iedereen zijn theorie-examen, maar moet ik daar weer in falen?
Mijn moeder zag het al aan mijn gezicht toen ik het theorielokaal weer uitliep. Ze probeerde mij te troosten met de woorden dat heel veel mensen de eerste keer zakken voor hun theorie, dat het zuur is dat ik maar met één fout te veel was gezakt en dat het daarom de volgende keer echt wel goed zou komen.
De volgende keer kwam het ook wel goed, maar die keer was ik nog zenuwachtiger dan de vorige keer. Ik wist nu gelukkig wel beter wat me te wachten stond. Toen ik de uitslag kreeg en zag dat ik was geslaagd, kon ik mijn geluk niet op! Ik wist dat het ‘maar’ mijn theorie-examen was, maar toch voelde het alsof ik was geslaagd voor iets enorms. Dit gevoel heeft te maken met de prestatiedruk die ik altijd heb. Al is het maar iets kleins; ik moet goed presteren van mezelf. Als ik dat niet doe, voelt het meteen als gigantisch falen en als ik wel goed presteer, voelt het alsof ik iets groots heb gedaan.
Naast het theoretische gedeelte dat bij het rijbewijs hoort, vond ik het praktijkgedeelte aan het begin ook lastig. Ik was bang dat ik een keer iets groots over het hoofd zag en een ongeluk veroorzaakte, ik was bang om aangereden te worden en ik was bang om de instructeur en mezelf dood te rijden. Gelukkig ging dit wel beter naarmate ik meer lessen had. Ik leerde veel en kreeg al gauw meer vertrouwen in mezelf. Ik begon zelfs echt plezier te krijgen in het rijden!
Vlak voordat ik op praktijkexamen mocht, had ik een tussentijdse toets. Die tussentijdse toets leek op het praktijkexamen en was eigenlijk een soort oefening, maar als ik de bijzondere verrichtingen (parkeren, hellingproef etc) goed uitvoerde, kreeg ik daar vrijstelling voor op het echte examen. Het zou eigenlijk dus iet uitmaken of ik die tussentijdse toets wel of niet haalde, want ik zou dan alsnog gewoon op praktijkexamen mogen, maar toch had ik opnieuw weer last van die zenuwen en prestatiedruk. Deze tussentijdse toets moest ik ook gewoon halen!
Die toets haalde ik ook. Het rijden ging goed, de bijzondere verrichtingen gingen goed en ik kreeg vrijstelling voor het echte examen. Steeds meer kreeg ik het vertrouwen in mezelf. Dat praktijkexamen zou vast en zeker goed komen. Natuurlijk moest ik nog wel aan een paar puntjes werken, maar ik had nog de tijd.
Na een paar weken was het zover: het echte praktijkexamen! Ik weet nog dat ik in de ochtend om 9.00 af moest rijden. Die nacht ervoor kon ik niet slapen van de zenuwen. Ik probeerde mezelf toen wel de moed in te praten, maar mijn angsten namen de overhand. Relativeren lukte niet. Ik was zó bang om te zakken.
Met trillende handen en benen stapte ik die ochtend met de examinator in de auto. Ik probeerde mezelf te kalmeren door rustig adem te halen en tegen mezelf te zeggen dat ik dit kon. De examinator vertelde me waar ik naartoe moest rijden. Gelukkig, die weg kende ik goed. Ik moest een stuk over de snelweg rijden en het leek alsof ik daar even in de problemen kwam met een andere auto die in wilde voegen, maar de situatie loste zich vanzelf op. Ik voelde de zenuwen toen weer extra in me opkomen, maar daarna zakten ze weer weg.
Toen ik weer terug naar het CBR moest rijden, ging het mis. De examinator greep in en ik wist al gelijk dat ik was gezakt. De tranen stonden in mijn ogen en met die waas voor ogen reed ik weer terug naar het CBR. Daar hoorde ik inderdaad dat ik was gezakt en de examinator legde ook uit waarom. Verdrietig en boos op mezelf ben ik toen vervolgens weer naar huis gegaan.
Ik haatte mezelf toen echt. Het gevoel gefaald te hebben, daar kon ik niet mee omgaan. Ik kon het mezelf heel moeilijk vergeven als iets me een keer niet lukte. Een onvoldoende halen op school kon echt niet, een tenniswedstrijd verliezen ook niet en zakken voor mijn rijbewijs al helemaal niet. Hoe kon ik nou zo stom zijn? Zie je wel, je kan ook echt helemaal niks.
Opnieuw voelde ik die enorme druk toen ik voor de tweede keer op moest voor het praktijkexamen. Deze keer moest en zou ik wel echt gaan slagen. Ik nam homeopathische kalmeringsmiddelen voordat ik het examen ging doen. Alles leek toen mee te zitten en ik slaagde toen wel voor mijn rijbewijs. Ik kon mijn geluk niet op.
Nu zie ik wel dat mijn emoties over het zakken veel te heftig waren. Ik kon in die tijd nog steeds heel moeilijk met negatieve emoties omgaan. Ik betrok alles direct op mezelf en kon het mezelf dus erg lastig vergeven als het een keer anders ging dan ik had gewild. Zakken voor iets als je rijbewijs voelde voor mij echt als een wereldramp.
Door de jaren heen heb ik mezelf wel steeds beter leren vergeven en ben ik ook beter geworden in relativeren. De druk om te presteren is er echt nog wel en de angst om te falen ook, maar ik haat mezelf niet meer als het niet lukt. Het erover hebben met andere mensen heeft mij hierbij geholpen. Ik kon mezelf heel moeilijk vertellen dat ik niet meteen een loser was als iets me niet lukte, maar iemand in mijn omgeving kon me dat wel. Die mensen heb ik nodig gehad om er zelf ook beter in te worden.
Had/heb jij ook last van faalangst voor je rijexamen?
Geef een reactie