Ik zat in een terugval toen ik hoorde dat mijn eerste stiefvader was overleden. Hij was degene geweest die mij – jaren ervoor – dagelijks had gemotiveerd om te herstellen. Dat ik een terugval had, wist hij niet. Hij was ziek geworden en kreeg het allemaal niet meer mee. Hij ging dood, dat wist ik. Ik wilde hem niet meer belasten met het feit dat ik een terugval had. Dat zou hem alleen maar nog meer pijn doen. En pijn had hij al teveel.
Sinds mijn moeder hem mee naar huis nam, waren we twee handen op één buik. Ik was beschadigd geraakt door mijn eigen vader. Wantrouwend. En toch had ik met Pieter meteen een klik. We konden goed praten, lachen. Hij hielp me mezelf wat meer begrijpen. Tijdens een van onze gesprekken kreeg hij een TIA. Later nog één. Hij is nooit meer de oude geworden. Wekenlang lag hij in het ziekenhuis. Daarna in een verzorgingstehuis. Het hospice volgde op vrij natuurlijke wijze. Het leven ging door. Mijn moeder kreeg uiteindelijk een nieuwe vriend, maar bleef wel Pieters mantelzorger. Ik had destijds een terugval in mijn eetstoornis. Ik wilde dit niet laten merken, dus begon ik hem maar te mailen. Wekelijks.
Ook al kan ik de tijd niet terugdraaien, toch zijn er dingen die ik nu anders aan had gepakt. Natuurlijk is ieder rouwproces anders. Dat mag ook, dat hoort ook. Niemand kan hetzelfde reageren op een soortgelijke situatie. Rouwen is niet makkelijk, evenals het hebben van een eetstoornis. En die twee samen zijn al helemaal niet fijn. Maar helaas kan het wel gebeuren. Hopelijk geeft deze blog je wat handvatten om hier doorheen te komen als jij in zo’n situatie zit. Jouw verdriet mag er zijn, maar laat je eetstoornis hier geen misbruik van maken.
Praat erover
Ik was niet gewend om te praten. Wel had ik dat met mijn stiefvader gedaan. Maar met zijn vertrek was ook mijn deur dicht gegaan. Niemand vertrouwde ik zoals ik hem vertrouwde. Niemand begreep mij zoals hij dat had gedaan. Hij was degene die mij normaal in zo’n periode had opgevangen. En nu kon dat niet. Voor mij was dit reden genoeg om die deur dus helemaal dicht te doen. Me helemaal af te sluiten.
Heel helpend was dit alleen niet. Ik zette mezelf hierdoor nog meer vast in mijn eetstoornis. Nu terugkijkend is het misschien haast wel logisch dat ik hier mijn vlucht in zocht. Mijn eetstoornis gedijde prima op verdriet en boosheid. Gevoelens die met dit overlijden omhoogsijpelden. Op een haast natuurlijke manier hield ik deze gevoelens voor mezelf. Dit overlijden maakte veel los, niet alleen bij mij. Mijn moeder had zelf genoeg aan haar hoofd, evenals de anderen in mijn omgeving. Dit werd een drempel voor mij om mijn gevoelens uit te spreken. Het leek me beter om dit bij mezelf te houden. Ik ben inmiddels volwassen, dan kan ik dat alleen wel aan. Maar dat kon ik helemaal niet. Beetje bij beetje kreeg de eetstoornis de overhand. Om de pijn te verzachten, om maar op een manier met het verdriet om te gaan. Dit is niet normaal, maar voor mij was het wel natuurlijk.
Hoe alleen ik me ook voelde, echt eenzaam was ik niet. Ik had een vriend, familie en genoeg vrienden. Toch had ik niet het gevoel dat zij mij zouden begrijpen. Maar misschien was dit vooral mijn eetstoornis die hier sprak. Ik weet het niet. Hoe dan ook had ik prima aan de bel kunnen trekken. Bij wie dan ook. Al was een huisarts wellicht nog het beste idee geweest. Alleen al om te voorkomen dat die gevoelens meer macht zouden krijgen, evenals mijn eetstoornis.
Zoek jouw manier
Na Pieters overlijden bleef ik hem mailen. Nog steeds stuurde ik hem wekelijks foto’s. Dit was destijds mijn manier om met mijn verlies om te gaan. Dit was geen ontkenning, zeker niet. Maar ik had ruimte nodig om aan het idee te wennen. Ook al kreeg ik geen antwoord meer terug, op een manier hielp dit mij om het af te kunnen sluiten. Hoe dit werkt weet ik nog steeds niet zo goed en misschien hoef ik dat ook niet te weten.
Daarnaast schreef ik ook in een dagboekje. Ik schreef gedichten, printte zijn foto uit en plakte die ernaast. Ik had een manier nodig om mijn gevoelens te reguleren en dit werkte destijds een beetje. Niet genoeg achteraf, ook al dacht ik toen van wel. Juist omdat een rouwproces zo persoonlijk is, is het naar eigen inzicht in te vullen. Het is dan vooral belangrijk om jouw manier te kiezen. Wat helpt jou en hoe geef je dit vorm?
Bescherm jezelf
Dit punt ging mij persoonlijk niet zo goed af. Ik had wel wat manieren om de pijn te verlichten, maar de eetstoornis werd sterk. En ik ging erin mee. Vrijwillig. Dat hij er niet meer was, deed veel met me. Meer dan ik wilde toegeven. Mijn eetstoornis nam dit verdriet gretig aan om te groeien. Alle pijn die ik voelde, wilde ik vergeten. Mijn eetstoornis maakte dit mogelijk. Ik bleef verdrinken in problemen die ik groter maakte door ze te vermijden.
Misschien, als ik er wel over had gepraat, had ik het vóór kunnen zijn. Natuurlijk is dit speculatie, maar uit andere ervaringen weet ik dat praten me heeft geholpen om inzicht te krijgen in mijn situatie. Ik vond het moeilijk om mezelf te beschermen tegen iets waarvan ik dacht dat het goed voor me was. Maar schijn bedriegt. Een eetstoornis bleek alles behalve goed. Het maakte me kapot, waar ik dacht dat het me zou helen. Ik ervoer inderdaad minder pijn, maar dit kwam achteraf des te meer terug omdat ik het niet had kunnen verwerken. Ik dacht dat ik het had verwerkt, maar ik had het simpelweg alleen weggestopt. Om te negeren.
Eer het mooie
Zoals ik eerder al zei heb ik het verdriet op dat moment zelf dus niet goed kunnen verwerken. Tijdens mijn herstel kwam het dan ook weer omhoog. Ik pakte mijn boekje met foto’s erbij en ineens kon ik weer zien wat ik in miste. Maar ook wat ik van het leven had gemist door mij zo te verliezen in een eetstoornis. Hoe verdrietig dat misschien ook klinkt, voor mij was het juist iets moois. Niet alleen omdat dit betekende dat ik weer kon voelen, maar ook omdat het me was gelukt om de mooie dingen weer te kunnen belichten.
Bij de naam ‘Pieter’ denk ik nog steeds aan de man die Luikse wafels voor mij bakte omdat hij wist dat ik die het lekkerst vond. De man die mij pushte en me in mezelf liet geloven toen ik wilde afzien van de auditie aan de kunstacademie. De man die zei “Zie je wel” toen ik inderdaad werd aangenomen. En die mijn lievelingseten toen al lang en breed op tafel had staan. Die ene persoon die altijd in mij geloofde, die me dat ook liet merken. Die van mij een beter persoon maakte en waardoor ik nog dagelijks streef om dit waar te maken. Dat was hij voor mij.
Dat is hij ook gebleven. Tijdens mijn herstel begon ik hem juist te zien als motivatie. Dit bleek achteraf een excentrieke motivatie, maar het heeft me wel geholpen om de eerste stappen te zetten en me weer op te vangen wanneer het wat minder ging. Ik wilde hem trots maken, mezelf trots maken. Zoals me dat eerder ook was gelukt.
Ga jij op dit moment door een soortgelijke periode heen, wil ik je meegeven dat jouw verdriet, je woede, je pijn er echt mag zijn. Hopelijk heb je genoeg steun om je heen om je door deze tijd heen te helpen. Wees alert op eventuele tekenen dat je eetstoornis misbruikt maakt van dit verdriet. Je hebt het al zwaar genoeg.
♥
Geef een reactie