Ruimte innemen in een groep of relatie vind ik één van de moeilijkste dingen die er is. Het gaat dan niet om de fysieke ruimte, maar om het ‘aanwezig’ zijn, door te praten, aandacht te krijgen en een rol in te nemen. Ik ben liever aanwezig door te luisteren en door aandacht te geven. Ideaal gezien is mijn rol in een groep of relatie niet veeleisend, val ik niemand lastig en vind iedereen mij lief.
Ik durf de ruimte niet goed in te nemen, want ik vind stiekem dat ik die ruimte niet verdien. Ik mag niemand lastig vallen en ik mag geen aandacht vragen. Want ik ben het niet waard om ‘aanwezig’ te zijn… ###
Ik was hier vroeger heilig van overtuigd. Dat ik het niet waard was om aanwezig te zijn. Ik voelde mij schuldig: schuldig dat ik bestond. Inmiddels vind ik dat ik wel degelijk ruimte in mag nemen en dat ik de aandacht van anderen ‘verdien’. Maar het heeft me wel jaren én een eetstoornis gekost om dat te gaan voelen en geloven.
Mijn eetstoornis was namelijk een manier om mijn angst, om ruimte in te nemen, fysiek te maken. Als ik nou steeds minder at, steeds dunner werd, dan zou ik steeds minder ruimte innemen. Ik zou verdwijnen, niemand meer lastig vallen. Mijn eetstoornis bevestigde mijn overtuiging dat ik er niet mocht zijn.
Fysiek ging ik inderdaad steeds minder ruimte innemen. Maar verder bereikte ik natuurlijk compleet het tegenovergestelde. Mensen gingen zich zorgen om mij maken, moesten juist aandacht aan mij geven, moesten voor mij gaan zorgen. In plaats van dat ik minder ruimte innam, nam ik ontzettend veel ruimte in beslag. Hierdoor werden mijn schuldgevoelens alleen maar sterker.
Het feit dat anderen zich zorgen om mij maakten, dat ik speciale aandacht moest krijgen, dat ik zo’n last was, vond ik vreselijk. Maar daardoor kreeg ik wel een belangrijke motivatie om van mijn eetstoornis af te komen, om te gaan knokken. Als ik gezond was, zou ik de mensen om mij heen namelijk veel gelukkiger maken. Ik realiseerde mij dat ik ze geen plezier deed door weinig ruimte in te willen nemen. Ik deed ze een plezier door goed voor mezelf te zorgen en gelukkig te zijn.
In therapiesessies en later in mijn opleiding tot therapeut, werkte ik aan die overtuiging dat ik er niet mocht zijn, dat ik het niet waard was. Ik ging op zoek naar mijn kwaliteiten, mijn waarde, mijn kracht. Ik vroeg mijzelf af: ‘waarom ben ik hier in hemelsnaam en wat voor zin heeft het dat ik er ben?’
Ik vond het antwoord op die vraag door iets te doen waar ik gelukkig van word en door mij te omringen met mensen van wie ik houd.
Ik ben ‘het waard’, deels omdat ik iets doe waardoor ik mij ‘nuttig’ voel en deels omdat ik mensen om mij heen heb die van mij houden. Ik haal dus een beetje uit mezelf en een beetje uit mijn omgeving. We zijn namelijk nou eenmaal hier, samen met andere mensen.
We nemen allemaal ruimte in. We delen deze aardbol en moeten er het beste van maken. Liever met liefde dan met (zelf)haat en afschuw. Liefde voor anderen én voor jezelf. Want, waarom niet eigenlijk?
Vind jij het lastig om ruimte in te nemen?
Foto 1: http://www.flickr.com/photos/kitty-kat/
Geef een reactie