Op donderdag vier november 2010 las ik – op wat voor mij nu het allernuttigste topic ooit is geworden “Stel een vraag aan de persoon onder je” – een berichtje van iemand die ik toen nog helemaal niet kende. Ook niet op proud. Ze schreef (als antwoord op wat ze dit weekend zou gaan doen): “concours en werken”. Ik wist dat er die zaterdag de eerste voorronde van het nationaal concours voor jeugdorkesten was, want daar deed ik zelf ook aan mee.
Ik weet nog hoe raar ik het vond, zomaar iemand die daar misschien ook wel naar toe ging. En zou ze dan niet per ongeluk in het zelfde orkest als ik zitten?! Na wat berichtjes heen en weer sturen hadden we bedacht dat we toch wel graag wat wilde afspreken, om elkaar te ontmoeten. Aan mij de eer om het eerste smsje te sturen, aangezien ik haar nummer had en zij het mijne niet. Natuurlijk twijfels, wel doen, niet doen, toch maar wel? Uiteindelijk ben ik gegaan voor wel en heb haar een berichtje gestuurd.
Ik ben best zenuwachtig geweest, niet alleen voor het spelen op het concours. Maar ik vond het vooral heel leuk, spannend en wilde het ook niet voorbij laten gaan: wel weten dat er iemand van proud misschien wel in dezelfde zaal zat, maar haar dan niet zien of spreken. Ik had verteld waar ik zat in het orkest (aanvoerder van de celli) en hoe ik eruit zag, ze had mijn nummer en ik het hare niet (het was allemaal nogal op het laatste moment gegaan). Ze zou mij herkennen en ik haar niet. Ik weet nog hoe ik in spanning zat te wachten op een smsje: zou het wel komen? Uiteindelijk kwam het en hebben we afgesproken bij de wc’s.
Eerst raakt ik een beetje in paniek: allemaal mensen in het shirt van het orkest waar ze in speelde (we wisten inmiddels dat we niet in hetzelfde orkest speelden). Wie moest ik nu aanspreken? Toen ben ik maar naar de wc gegaan en toen ik eruit kwam, zag ik iemand zoekend kijken: ik had haar gevonden.
Raar, zo’n eerste ontmoeting. Iemand die toch al dingen van je weet die anderen niet weten, terwijl je elkaar nog nooit hebt gezien. Al heel snel kwamen er ook andere mensen van beide orkesten bij staan en stonden we met z’n allen te praten over de muziek. Eigenlijk klikte het best goed en na die eerste ontmoeting hebben we dan ook contact gehouden. In eerste instantie bestond dat uit elkaar wat beter leren kennen, mailtjes, sms’jes en soms 1,5 uur aan de telefoon hangen. Daarna ook een keertje wat afspreken en bij elkaar blijven slapen. Een bijzondere ontmoeting ging over in een bijzondere vriendschap.
In het begin was het vooral heel erg raar en vreemd, maar toch ook vooral heel erg fijn. Wat wel grappig was, waren onze ouders die niet goed snapte waar we elkaar nu van kenden en wij die de mooiste smoezen verzonnen (mijn ouders wisten in die tijd ook nog niet eens van mijn eetstoornis).
Het was zo’n toeval, zo’n puur gelukkig toeval. Het vinden, de ontmoeting en dat het zo goed klikte. In die tijd had ik ook nog nooit met iemand ‘in real life’ over mijn eetstoornis gepraat. Dat we toevallig allebei een andere eetstoornis hadden, maakte niet uit. Het werd daardoor ook minder eenzaam, want dat is ook wat ik van veel mensen hoor en zelf ook heb ervaren: een eetstoornis maakt eenzaam. Sociale contacten die moeilijk en minder worden, ik werd meer in mezelf gekeerd: niemand uit mijn omgeving wist eigenlijk nog wat er echt in me omging. Een eenzaam gevoel en juist daarom was dit ook juist zo fijn: iemand die ‘hetzelfde’ was, iemand die me begreep.
Zeker in het begin vond ik het moeilijk om open te zijn. Ik vertelde al zo lang niemand hoe ik me voelde, wat er in me omging. Toch bleef zij vragen stellen, dingen over zichzelf vertellen. Ik ging haar steeds meer vertrouwen en langzaam kon ik me ook steeds meer openstellen. Beetje bij beetje leerde ik praten, delen en vertrouwen. De herkenning die ik vond was zo prettig. Maakte dat ik me minder alleen en onbegrepen ging voelen. Dat we niet op dezelfde manier met eten om gingen speelde daarbij vrijwel geen rol. Ze hield rekening met me, wist me te motiveren en was er altijd voor me.
Nu, meer dan anderhalf jaar later, spreken we elkaar nog steeds heel regelmatig en is het nog steeds even fijn. Zij weet belangrijke dingen als één van de eerste personen in mijn omgeving. En andersom is dat ook zo. Nog steeds ben ik heel erg dankbaar voor het toeval van toen. Met mij gaat het tegenwoordig een stuk beter. Ik heb veel minder last van mijn eetstoornis, hoewel er soms zeker nog dingen waar ik tegen aan loop. Ik kan steeds beter dingen delen, kan en durf beter mijn grenzen aan te geven en heb geleerd dat het ook positief kan uitpakken als je mensen vertrouwd.
Bij mij is er ook zeker veel veranderd sinds 2010. Het feit alleen al dat er mensen weten van mijn eetstoornis, dat ik meer ben gaan praten en dat ik hulp heb. Ondanks dat ik al veel inzichten heb gekregen en ook al wel veel stappen vooruit heb gezet, ben ik nog zeker niet waar ik zou willen komen en vind ik het heel lastig om mijn eetstoornis los te laten. Aanstaande zondag vertrek ik voor een behandeling in Portugal en daar hoop ik dat mijn gevoel ook zal volgen wat ik eigenlijk al wel weet.
Nu zitten we hier samen dit verhaal te schrijven over ons zelf, maar stiekem denken we dat anderen dat gevoel van eenzaamheid zullen herkennen. Weet dat je niet alleen bent! Vriendschap en herkenning zijn waardevol, maar daarvoor zul je je wel open moeten stellen. Ook als iemand een ‘ander soort’ eetstoornis heeft kan je herkenning vinden, denk maar aan dit verhaal.
We zijn misschien nog niet helemaal waar we willen zijn, maar samen komen we er wel!
Door: Maria en Fleur
Geef een reactie