Het aantal keren dat ik het allemaal niet meer zag zitten in mijn leven is helaas niet op 1 hand te tellen. Mijn god, wat heb ik vaak geroepen dat ik op was, dat ik niet meer kon, dat ik het allemaal zat was en het het niet meer zag zitten. Wat heb ik vaak gedacht dat er geen hoop voor mij was, dat ik de enige was bij wie het niet goed zou komen: Voor mij was geen positieve toekomst weggelegd, ik zou me altijd leeg, depressief, eenzaam en kil in mijn hart blijven voelen.
Toen ik een paar weken geleden ging verhuizen kwam ik tijdens het inpakken van verhuisdozen de nodige oude dagboeken tegen. Het was pijnlijk om deze terug te lezen.
Er is zoveel wanhoop en verdriet in mijn teksten aanwezig. Zo duidelijk komt naar voren dat ik mezelf kwijt ben en iedereen om mij heen ook omdat ik me volledig terug heb getrokken in mijn eigen negatieve wereldje. Mijn dagboek staat vol zinnen over de angst dat het nooit beter wordt en de wens dat alles, alle negativiteit, gewoon even stopt.
Op de momenten dat ik me zo slecht voelde dat ik het leven echt niet meer zag zitten, was ik erg wanhopig en negatief Ik bestelde boeken die gingen over depressiviteit en anorexia en schreef zelf korte verdrietige gedichtjes. Ik vond het eigenlijk vreselijk dat ik zo negatief dacht, want ik wilde juist dankbaar zijn voor mijn leven, voor de kans die ik had gekregen om te leven. Waarom zou ik die kans niet ten volle benutten? Het maakte me boos op mezelf.
De gevoelens van wanhoop en uitzichtloosheid waren soms zo heftig dat ik niet wist hoe ermee om te gaan. Ik vluchtte in ongezonde dingen en kwam vervolgens terecht in een negatieve spiraal van me slecht voelen, slechte dingen doen en me nog slechter voelen. Ik verloor de verbinding met mijzelf en mijn omgeving en belandde uiteindelijk in bed waar ik hoopte zo lang mogelijk te slapen.
Mijzelf isoleren en ieder contact verbreken voelde fijn en veilig. Ik wilde vluchten overal vandaan en nog het meest van mijzelf vandaan. In mij zat de kilte, de negativiteit, de pijn en het verdriet. Ik snakte naar warmte en liefde. Waarom kwam ik zelfs met de nodige therapie niet van deze nare gevoelens af? Waarom leek niets te helpen en viel ik keer op keer weer in dat diepe uitzichtloze zwarte gat? Was een gelukkig leven gewoonweg niet voor mij weggelegd? Ik kon niet mijn hele leven zo blijven strijden als nu. Mijn leven was 1 groot gevecht en ik stond op het punt om het gevecht te verliezen.
Maar ik ben geen opgever en ga altijd voor de winst, dus vechtte ik door en hield ik val na val een iniminibeetje hoop dat er wel iets positiefs voor mij in de toekomst was weggelegd. Ik kwam er steeds meer achter dat ik moest stoppen met strijden tegen mijn omgeving en tegen mijzelf. Dat dit een gevecht zou zijn wat ik uiteindelijk alleen maar kon verliezen. Ik ging me steeds meer realiseren dat ik de strijd om gelukkiger te worden niet alleen kon winnen en dat ik hiervoor andere mensen nodig had. Ik vond het erg moeilijk mensen toe te laten in mijn niet-perfecte wereldje. Ik had altijd een lach op mijn gezicht gehad en was de spontaniteit zelve geweest.
Ik deed twee studies tegelijk en had een bijbaan bij de bank. Mensen hadden mij altijd gezien als het vrolijke meisje waarmee het gewoon goed ging. Ik wilde graag die perfecte jonge vrouw blijven, de ideale dochter zijn, die carrierevrouw en ga zo maar door. Hoe meer hulp ik moest toestaan, hoe meer barsten er zouden komen in mijn porseleinen masker. Achter dat masker zat een treurig en eenzaam gezicht dat niet meer wist wie ze zelf was, dat niet meer wist welke weg ze moest bewandelen en hoe vrede met zichzelf en de wereld te sluiten.
Hoe meer mensen ik toeliet hoe duidelijker het werd dat het niet goed met me ging. In het begin dacht ik daarom dat het toelaten van mensen averechts werkte. Ik werd alleen maar zwakker en voelde me hierdoor ontzettend minderwaardig! In weze kwam ik steeds dichterbij mijn ware ik en werd ik meer en meer met mijzelf geconfronteerd. Iets dat nodig was om eerlijk naar mijzelf en mijn leven te kunnen kijken en om gemis of pijn te verwerken. Iets dat nodig was om vooruit te kunnen komen in therapie. Ik leerde praten over mijn gevoelens en leerde steun te vragen. Ik leerde het leven niet alleen, maar SAMEN aan te gaan. Anderen konden mijn problemen niet oplossen, maar ze konden er wel voor me zijn en dat voelde een stuk minder eenzaam en uitzichtloos.
Hoe graag ik alles ook alleen wilde oplossen, ik kon het niet alleen en ook dat moest ik leren accepteren. Acceptatie is een belangrijk kernwoord geweest in mijn ongelukkige jaren. Ik wilde namelijk alles perfect hebben en overal goed in zijn. Lukte me dit niet dan raakte ik in gevecht met de omgeving of mijzelf. Ik kon dingen niet accepteren. Hoe meer ik leerde accepteren dat niet alles ging zoals ik wilde, hoe meer rust ik kreeg en hoe minder ik een gevecht zonder winnaar aan hoefde te gaan.
Zo moest ik ook leren accepteren dan ik me soms gewoon slecht voelde. Dat ik soms gewoon zo depressief was dat ik overdag een paar uur in mijn bed ging liggen. Eerder accepteerde ik dat niet en werd ik boos op mezelf en de wereld. Dit maakte me nog negatiever. Na een tijdje leerde ik dit accepteren, was aardig voor mezelf, stond mezelf toe om een paar uurtjes te gaan slapen om vervolgens met een rustiger gevoel wakker te worden en mijn dag positiever voort te zetten.
Natuurlijk leerde ik dit alles niet in een paar maandjes tijd. Het heeft me jaren van mijn leven gekost. Jaren waarin ik bang was dat er nooit meer iets zou veranderen. Ieder jaar hoopte ik weer dat het jaar erop beter zou worden… En na jaren vechten en niet opgeven werd het dat ook. Het werd beter. Dat moment was er niet ineens, het ging heel geleidelijk.
Heel langzaam klaarde de lucht op. Zo langzaam dat ik het op het moment zelf nauwelijks merkte, maar wanneer ik nu terugkijk, een wereld van verschil zie en voel. Therapie, praten, steun vragen verandert je leven niet van de ene op de andere dag. Soms merk je het effect pas maanden of jaren later. Daarvoor is tijd en geduld nodig. Maar dat is het wel waard, hoe zwaar je het nu ook hebt.
Als ik nu terugdenk aan jaren geleden, kan ik me nauwelijks voorstellen dat ik die nare jaren heb volgehouden. Ik denk dat ik een stuk sterker ben dan ikzelf dacht dat ik was. Jaren van uitzichtloosheid, eenzaamheid, pijn, leegte… ik heb het allemaal ervaren en weet hoe vreselijk kil en koud de wereld aan kan voelen. Maar ik weet ook hoe het anders kan en dat het anders kan. Voor mij en zeker ook voor jou. Ik ben niet bijzonder, ik ben net zoals jij. Als het leven voor mij positief kan veranderen, kan het dat ook voor jou.
Loop niet weg, verstop jezelf niet, vlucht niet… het leven wordt beter. Vecht niet alleen, maar vecht samen. Samen staan we sterk en samen kunnen we deze wereld aan.
Geef een reactie