Het is zover, we gaan samenwonen. Iedereen is hartstikke blij en ik ben dat natuurlijk ook. Tegelijkertijd vind ik het ook heel erg spannend. Niet omdat ik twijfels heb over ons, maar wel of het goed zal gaan nu het eten nog niet helemaal goed gaat. Wat als hij me continue controleert of dingen wil eten die ik nog niet durf te eten? Wat als het daardoor toch misgaat?
Toen ik ging samenwonen met mijn vriend toendertijd was ik al een eind op weg in het loslaten van mijn eetproblemen. Toch spookten er allerlei angsten door mijn hoofd. Ik wist ergens wel dat het goed zat. Ik kreeg tenslotte tot zover niets anders dan steun, maar er was toch een klein stemmetje in mijn hoofd die spoken zag. Als hij me maar niet continue in de gaten ging houden… Daar zat ik niet op te wachten en ik wist dat het vaak averechts zou werken. Ik zou dichtklappen en geheimen bewaren. Geheimen die ik helemaal niet wilde hebben.
Naarmate het moment dichterbij kwam waarop we zouden verhuizen, besloot ik mijn angsten uit te spreken. Ik wilde niet opzien tegen het moment waarop wij samen de volgende stap zouden nemen. Het moest iets fijn zijn! Ik keek ontzettend op tegen het gesprek. Wat als hij het niet zou begrijpen? Wat als ik het nu al verpest? Zoals ik eigenlijk had kunnen verwachten, ging het gesprek hartstikke goed. Net als ik vond hij het ook best spannend, maar één ding stond voorop… We moesten open en eerlijk blijven naar elkaar toe om dit te laten werken. Dit geldt voor iedereen en niet alleen voor ons. Alleen moesten we soms iets harder werken dan een ander.
Achteraf bleken alle angsten niet nodig. Het ging hartstikke goed. Dat wil niet zeggen dat er geen moeilijke momenten waren. Die waren er immers wel…, maar we konden erover praten en we konden afspreken wat voor ons en vooral voor mij helpend zou zijn. We waren partners van elkaar en het was niet aan hem om mij te controleren. In plaats daarvan kon ik hem vertellen wat juist helpend zou zijn. Steun, ruimte en rust. We probeerden samen nieuwe recepten, we leerden nieuwe smaken kennen en zochten producten die aantrekkelijk leken. Het ene gerecht was een succes en het andere was een complete faal. Doordat we er op die manier mee om konden gaan, was het allemaal niet zo erg. Eten was iets gezelligs en lekkers geworden.
Ik voelde me geen moment gecontroleerd door de manier waarop mijn vriend het aanging. Hij vroeg me niet aan het einde van de dag hoeveel ik had gegeten of had gedronken. Als hij dit had gedaan, had ik namelijk nooit eerlijk antwoord gegeven. Ik hoefde niet gecontroleerd te worden. Hij vertrouwde mij. Hij geloofde dat ik mijn best deed, zoveel ik op dat moment kon doen. De ene dag lukte het eten en drinken beter dan op een andere dag, maar dat was oké. Met de ruimte die hij me gaf, groeide mijn zelfvertrouwen. Ik leerde weer voor mezelf te zorgen en dingen te gunnen die ik mezelf een lange tijd had ontmomen. Ik kon weer leren genieten van eten.
In tegenstelling tot mijn angsten was het samenwonen iets wat ik nodig had om dat laatste stukje los te laten. Ik woonde dan wel met mijn vriend samen, maar ik kreeg ook ruimte om mezelf als individu te ontwikkelen. De steun en ruimte die ik kreeg van hem heeft me zeker geholpen, maar het feit dat ik soms op niemand kon terugvallen gaf mij ook kracht. Ik kreeg de verantwoordelijkheid over mezelf en dat bleek iets te zijn wat ik nodig had om mijn eetproblemen los te laten. Mijn weg ernaartoe was lang niet altijd even makkelijk geweest en het ging met vallen en opstaan. Maar het is wel gelukt. Voor eetproblemen was namelijk geen ruimte meer over. Dit werd gevuld met mogelijkheden en vrijheid. In plaats van de problemen vond ik weer mijn liefde voor eten en koken. Dit is tot op de dag van vandaag aanwezig gebleven…
♥
Geef een reactie