Terwijl ik de psychiatrische afdeling afloop, kijk ik nog eenmalig achterom. Ik kijk naar hen die ik daar achterlaat en in het bijzonder naar Sarah. Sarah ken ik al lange tijd en van de 25 opnames die ik heb gehad, zat ik er ongeveer 7 samen met Sarah. Sarah en ik werden vaste gasten bij deze psychiatrische afdeling alias stamkroeg.
Sarah was op het eerste gezicht bijzonder stil. Hoe beter ik Sarah leerde kennen, hoe belangrijker ze voor mij werd. Sarah en ik hadden de interessantste gesprekken en dan vooral in de late avond en nacht. Onze gesprekken gingen vaak over het leven en de dood en over alles daar tussenin. Met een gigantische dosis zwarte humor konden wij samen alles kapotrelativeren. De leidraad van onze gesprekken was toch vaak wel dat wij samen voor het leven gingen. Wat dat dan ook mocht inhouden, het leven.
Terwijl het met mij steeds beter ging en ik het leven met beide handen krampachtig probeerde vast te houden, ging het met Sarah steeds slechter. Letterlijk en figuurlijk bleef er beetje bij beetje steeds minder van Sarah over en ik voelde mij daarvoor verantwoordelijk. Want waarom lukte het mij niet om Sarah mee te nemen richting het leven in plaats van overleven? We zaten samen in een dal en hadden elkaar beloofd nooit alleen te laten. Maar betekende dat dan dat ik ook in het dal moest blijven zitten om te voorkomen dat Sarah alleen was?
Ik maakte mij veel zorgen om Sarah en vond het in mijn laatste opname ook erg moeilijk haar te spreken. Door in het dal bij haar te blijven, zou ik mij aan mijn belofte hebben gehouden, maar wel met alle risico’s vandien voor mijzelf. Sarah vanaf een afstand steunen lukte mij niet; het was te pijnlijk te zien hoe het steeds slechter ging met Sarah. Uiteindelijk heb ik Sarah helaas moeten loslaten, en hiermee heb ik mijn belofte aan haar verbroken. Hier heb ik mij erg lang schuldig over gevoeld.
Met loslaten creëer je ruimte, ruimte voor jezelf, ruimte voor de dingen die jouw aandacht nodig hebben. In mijn geval was dat mijn herstelproces waar de focus op moest liggen. Dit was ik verplicht aan alle mensen die van mij hielden, mijn behandelaren en vooral was ik dit verplicht aan mezelf. Hoe langer de situatie achter mij ligt, hoe meer ik kan bedenken dat loslaten eigenlijk bij het leven hoort. Denk maar eens aan een zaadje dat in de grond valt. De plant laat het zaadje los en daardoor ontstaat er nieuw leven. Loslaten is misschien nog wel belangrijker dan we ons realiseren.
Ik liet los omdat het moest; het moest voor mijn eigen welzijn. Dat betekendt niet dat loslaten niet moeilijk mag zijn. Het gegeven dat het pijn doet om los te laten, betekent dat er iets is opgebouwd dat waarde heeft; een diepere connectie.
De reden dat ik dit verhaal besloot te delen, is omdat je in tijden van crisis beloftes maakt die je misschien niet geheel kunt nakomen. Je kunt niet iedereen redden, maar (hopelijk) redt iedereen zichzelf wel. Loslaten betekent niet vergeten, verdringen of ontkennen. Loslaten betekent op een andere manier leren vasthouden van iets of iemand. Sarah zal ik in gedachten altijd vasthouden, ik zal onze gesprekken op de afdeling dan ook nooit vergeten. Uiteindelijk besloot ik nog eenmalig achterom te kijken, waarna ik de deur van de psychiatrische afdeling volledig besloot te sluiten.
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie