Vroeger heb ik een dagboekje gehad, maar echt verder dan ‘Ik vind het stom dat mijn zusje haar spruitjes niet opeet’ ging het niet. De laatste tijd ben ik meer bezig met hoe het brein met (chronische) stress omgaat, en steeds opnieuw hoor ik de woorden ‘dagboekjes’ en ‘opschrijven’. Ik denk ook dat de dagboekjes hier op Proud2Bme het meest bezochte stukje van de website vormen. Met een reden dus: van je af schrijven kan helend werken: door te journalen, een dagboek bij te houden, activeer je een stukje brein waardoor het beter lukt om emoties en gebeurtenissen te verwerken. Daarnaast verhoogt het je concentratievermogen en verlaagt het je stressniveau.
Ook al merk ik dat ik veel weerstand voel (ik schrijf vast iets stoms), heb ik besloten om het eens een tijd te proberen. En omdat ik altijd bij jullie meelees, leek het me fair om dat eens om te draaien. Vooral ook om dit te laten zien: ook al ben je hersteld van een eetstoornis (en ja, herstel maakt het leven een stuk minder gecompliceerd), geen eetstoornis meer hebben betekent niet dat je nooit meer ergens tegenaan loopt. Niet om je te ontmoedigen, maar wel om een eerlijk beeld neer te zetten van het leven. Dat je altijd een soort ongoing project bent, nooit af of gepolijst, en dat dat soms heel eng is, maar dat je het niet weg hoeft te stoppen. Je mag zoeken, je mag verdwalen, je mag twijfelen en dat is allemaal menselijk en helemaal oké.
Log 1
“Ik ben niet goed genoeg. Ik wist dat allang. Maar het uitspreken daarvan, vooral om het uit de mond van iemand anders te horen, is toch even anders. Het voelt alsof anderen verwachten dat ik een ander mens had moeten zijn. Alsof ik niet ‘juist’ ben zoals ik ben geworden. Niet goed, niet af. Alsof ik altijd beter, meer moet. Meer moet kunnen, meer moet willen.
Ik denk dat ik lang het verlengde van ‘ik ben niet goed genoeg’ heb gevoeld: het wegcijferen. Altijd de goedkoopste optie nemen als ik uit eten ging, om maar niet tot last te zijn. Nooit iets voor mezelf durven kopen, tenzij het flink was afgeprijsd. Mezelf het daadwerkelijk niet waard vinden. Dat is wel echt veranderd, maar schijnbaar is de tegenovergestelde kant het pleasen, het overcompenseren. Dáár zit nu mijn valkuil, mijn moeite. Ik voel mijn grenzen niet goed aan, wil dat anderen zich altijd goed en fijn voelen. Dat vaak ten koste van mezelf. Maar hoe verander je dat?
De weegschaal is niet in balans. De ‘ik ben niet goed genoeg’-overtuiging weegt zwaarder dan het bestrijden ervan, waardoor ik nog meer moet bestrijden. Maar door meer te doen, meer te bolwerken, werk ik mezelf krom tot het ene schaaltje de grond raakt en niet verder kan. De overtuiging steekt erbovenuit; maar de overtuiging wordt niet lichter door meer te overcompenseren. Die aandacht die nu naar het bestrijden gaat, mag gaan naar het helen, naar het opnieuw in evenwicht brengen van die ongezonde kern. Erkennen dat je het moeilijk hebt gehad, dat het soms nog steeds ingewikkeld is. Het hoeft niet allemaal bestreden te worden. Maar ik ben wel goed genoeg.”
Ik geef mijn grenzen aan, want ik ben het waard. Nee, die voelt niet goed. Opnieuw. Ik geef mijn grenzen aan, ondanks dat ik het lastig vind. Ja, die voelt passender. Erkennen, laten zijn. Gunnen.
Log 2
“Niet alle angst is erg, niet alle stress is ongezond. En zo is het ook met leegte. Leegte klinkt vaak negatief, vind ik. Maar ik zoek er soms ook bewust naar. Door naar buiten te gaan zonder mezelf op te vullen met muziek. Door yoga te doen. En toch, dat is een andere leegte. Een geforceerde, maar kalme leegte.
Ik voel me een beetje leeg nu. Dat heb ik veel gezegd deze week, veel gedacht ook. Maar gisteren kwam ik tot een conclusie: misschien voel ik me niet per se leeg, want dat klinkt verkeerd en zo voel ik het niet. Ik denk dat ik een soort gebrek, een afwezigheid voel van angst, onrust. Voor het eerst in tijden geen opgejaagd of gehaast gevoel. Een soort scala aan interne prikkels die me vermoeiden, die ik nu niet voel – door rust te nemen. Ik voel me leeg, maar ik ben het niet. En dat is een groot verschil.”
Log 3
“Een coping als bescherming. Dat was mijn eetstoornis, het obsessieve schoonmaken. Mijn werk. Het zoeken van een toevlucht. Beschermen voelt veilig, maar kan ook uitlopen op iets dat helemaal niet meer veilig of goed voor je is. Het continu willen uitstellen van hulp is menselijk, je wilt niet toegeven dat er iets niet goed is, maar op een gegeven moment kan je er niet maar aan voorbij. Op het moment dat je op de keukenvloer huilend in elkaar stort door je bescherming, is het niet meer helpend of gezond. Maar wel een teken. Een heel duidelijk signaal van je lichaam dat je, ondanks alle eerdere signalen die je hebt genegeerd, niet meer kan negeren. Niet meer mág negeren.
“Slechte coping is als een soort glijbaan. Als je op het trappetje staat, kan je nog terug. Maar hoe hoger je gaat, hoe lastiger. Hoe minder gevoelig je bent, hoe minder goed voelbaar je eigen grenzen worden. En als je dan eenmaal glijdt, dan kan je niet meer terug.”
Dat moment op de keukenvloer; daar gleed ik. En ik kon niet meer terug. Ik kon niet meer terug omhoog krabbelen en het trappetje grijpen. Nee; ik moest het ervaren. En dat doe ik nu. Door rustig aan te doen, bewuster om te gaan met prikkels en mezelf.
Ik loop naar het raam. Ik kijk naar de wonkere wolken die voorbijdrijven en de zon die erdoorheen breekt. Het is prachtig en ik voel hoe het is om dat te mogen ervaren. Om te mogen beseffen dat die wolken ook voor mij weer wegdrijven. Dat voelen niet erg is, maar soms wel lastig en ingewikkeld.“
Langzaam raak ik er meer en meer van overtuigd dat schrijven voor mij nu ook helpend kan zijn. Ik voel me lichter worden, alsof ik letterlijk iets van me afschrijf. Alsof ik daarmee ook al erken. Ik hoop dat ik je, als jij nog geen dagboekje hebt hier (jouw eigen Proudplekje), langzaam een beetje heb overtuigd om daar eens te buurten. Om lekker van je af te schrijven, zonder oordeel. Weet dat je welkom bent.
Geef een reactie