Een grote schuld, vaak geld tekort en moeilijk rondkomen. Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) maakt zich zorgen om de groter wordende groep mbo’ers die hiermee te maken heeft. Gelukkig ziet het Nibud in het onderzoek ‘Mbo’ers in geldzaken 2015′ wel dat mbo’ers vaker zorg- en huurtoeslag aanvragen en dat, als ze geen schuld hebben, hun inkomsten en uitgaven in balans zijn.
• 1 op de 5 mbo’ers heeft een schuld
Van alle mbo’ers heeft 21% geld geleend bij anderen (formeel of informeel) of bij DUO. In 2011 was dat nog 17%. Niet alleen het aantal mbo-studenten dat leent is gestegen, ook het bedrag dat zij lenen is hoger geworden. In 2011 had de lenende mbo-student gemiddeld 1.265 euro schuld. Nu is dat bedrag gestegen naar 3.681 euro. Worden betalingsachterstanden, roodstand en koop op afbetaling hier ook in meegenomen, dan is de schuldenlast voor lenende mbo’ers in 2015 gemiddeld 4.854 euro. Voor uitwonende mbo’ers is dit zelfs 6.445 euro, voor thuiswonende studenten ‘slechts’ 3.841 euro.
Er wordt vooral geleend voor uitgaven aan school (lesgeld en studieboeken). Daarnaast wordt er geleend voor eten en drinken, kleding, de mobiele telefoon of uitgaan. Het Nibud is geschrokken van het hoge bedrag aan schulden. Mbo’ers zijn een kwetsbare groep. Het zal moeilijk worden om de schuld waarmee ze starten snel af te lossen. Het Nibud adviseert deze studenten dan ook om kritisch te blijven op hun uitgaven en zo schulden te voorkomen.
• Schulden een last
Een groot deel van de mbo’ers (1 op de 5) geeft aan vaak of altijd geld te kort te komen. In 2011 was dit nog 14 procent. 15 procent van alle mbo-studenten vindt zelfs dat hij een financieel probleem heeft. Van de mbo-studenten van 18 jaar en ouder die een financieel probleem ervaren, heeft 75 procent een schuld. Een ruime meerderheid van hen voelt zijn schuld als last. Met name studenten die op dit moment rood staan, ervaren een financieel probleem.
Dat zo’n groot deel van de mbo-studenten zijn geldzaken niet op orde heeft, en daar ook mee zit, is zorgwekkend volgens het Nibud. Met nog weinig financiële verplichtingen zijn de geldzaken van deze mbo’ers nog vrij overzichtelijk. Lenen, rood staan of betalingen uitstellen zou niet nodig hoeven te zijn. Het signaal dat dit onderzoek afgeeft, moet aanleiding zijn voor alle betrokken partijen om extra alert te zijn op de geldzaken van mbo-studenten.
• Mbo’ers incasseren vaker zorg- en huurtoeslag
Huurtoeslag wordt door 33 procent van de uitwonende mbo’ers van 18 jaar en ouder ontvangen. In 2011 was dat nog maar 17 procent. Van de mbo’ers van 18 jaar en ouder ontvangt 69 procent zorgtoeslag. In 2011 kreeg 46 procent zorgtoeslag. Het Nibud is blij met deze stijging. Toeslagen vormen namelijk een belangrijk deel van de inkomsten van mbo’ers. Per maand ontvangen ze (maximaal) 78 euro, wat een bron van inkomsten van bijna 1000 euro op jaarbasis betekent.
Wel kijkt het instituut kritisch naar de mbo’ers die de toeslagen niet krijgen. Bij de mbo’ers die geen zorgtoeslag ontvangen, speelt bij ruim de helft onwetendheid een belangrijke rol: 22 procent weet niet dat ze zorgtoeslag kunnen aanvragen, 16 procent geeft aan dat ze het niet krijgen, omdat ouders de zorgverzekering voor hen betalen en 16 procent geeft als reden dat ze thuis wonen. Zij zijn blijkbaar niet op de hoogte van de voorwaarden voor het krijgen van zorgtoeslag. Dat zijn ruim 55.000 mbo-studenten van 18 jaar en ouder die mogelijk het bedrag van bijna 1000 euro per jaar laten liggen.
Bij huurtoeslag is dit percentage gelukkig beperkt. Slechts 12 procent is niet op de hoogte van de mogelijkheid huurtoeslag aan te vragen.
• Inkomsten en uitgaven
Gemiddeld hebben mbo-studenten 549 euro per maand te besteden. Dit is het totaal aan inkomsten (bestaand uit studiefinanciering, bijdrage van ouders, stage/werkplek, bijbaan etc.). De inkomsten van thuiswonende en uitwonende studenten verschillen sterk: 455 euro versus 903 euro.
Gemiddeld geven mbo’ers 588 euro per maand uit. Dit zijn alle eigen bestedingen, inclusief het verplichte lesgeld dat mbo’ers vanaf hun 18e moeten gaan betalen. Ook in de hoogte van de maandelijkse bestedingen is er een groot verschil tussen thuis- en uitwonenden: 404 euro per maand voor thuiswonenden en 1052 euro per maand voor uitwonenden. Gemiddeld komen uitwonende mbo-studenten maandelijks dus niet rond. Het Nibud wijst er dan ook op dat het voor hen des te belangrijker is aan te vragen waar ze recht op hebben en goed te budgetteren.
De grote uitgaven bestaan voornamelijk uit de noodzakelijke uitgaven als huur (449 euro per maand), boodschappen (165 euro per maand), studieboeken (145 euro per maand) en de zorgverzekering (104 euro per maand). Daarnaast kunnen rijlessen (243 euro per maand) en verkeersboetes (91 euro per maand) een grote kostenpost vormen.
Leen jij geld?
Geef een reactie