Vandaag een blog over sondevoeding in het algemeen en sondevoeding bij anorexia. Wat is sondevoeding en wanneer wordt sondevoeding ingezet? Wat voor soorten bestaan er en hoe wordt dit toegediend? Wanneer is sondevoeding nodig bij anorexia en andere eetstoornissen?
Wat is sondevoeding
Sondevoeding is een vloeibare voeding die middels een slangetje in je maag of darmen wordt toegediend. Sondevoeding wordt altijd door een arts of diëtist voogeschreven. Dit kan worden gedaan als gewone voeding niet lukt door bijvoorbeeld een ziekte. Sondevoeding kan de gehele voeding vervangen en levert dan alle benodigde voedingsstoffen waaronder ook de vitamines en mineralen. Je kan sondevoeding echter ook gebruiken als aanvulling op de gewone voeding.
Toedieningsvorm
Sondevoeding kan in je maag of in je darmen worden toegediend. Is sondevoeding een tijdelijke manier van voeden dan wordt er vaker gekozen voor een neusmaagsonde. De voeding gaat dan via de neus, naar de slokdarm en de maag. Is het een blijvende of langer durende oplossing dan wordt er eerder gekozen voor een PEG sonde. Deze sonde wordt door middel van een punctie direct in de maag geplaatst. Soms kan het echter niet wenselijk zijn dat de voeding in de maag terecht komt en wordt de voeding in de darmen toegediend, dan spreken we van een jejunostomie.
De manier van toedienen kan ook verschillend zijn. Zo kan je een continue aanvoer van sondevoeding hebben of juist in porties. Dit laatste wordt toediening per bolus genoemd. Een derde variant is intermitterend voeden, ofwel druppelsgewijs gedurende een dagdeel, dit kan bijvoorbeeld ‘s nachts gedaan worden. Dit zie je vaak als aanvulling op gewone voeding. De manier van toedienen kan ook verschillen. Zo kan de sondevoeding met een spuit worden toegediend of met een pomp. Voordeel van voeden van sondevoeding met een voedingspomp is dat het heel nauwkeurig kan worden toegediend.
Soorten sondevoeding
Er bestaan speciale sondevoeding voor kinderen en voor volwassenen. Er zijn een heleboel verschillende varianten beschikbaar. Dit heeft onder andere te maken met wat de reden is voor sondevoeding. Bij bepaalde aandoeningen zijn weer andere eisen aan de sondevoeding. Als je bijvoorbeeld moeite hebt met het verteren van bouwstoffen dan bestaat er sondevoeding waarin de koolhydraten, eiwitten en vetten al zijn voorverwerkt. Dit wordt oligomere sondevoeding genoemd. Door deze voorvertering kan de voeding makkelijker door het lichaam opgenomen worden.
Zo is er ook sondevoeding met vezels of zonder vezels verkrijgbaar. Bij ondervoeding wordt er vaak gekozen voor een eiwitrijke of energierijke sondevoeding. Er bestaat echter ook sondevoeding die energiebeperkt is. Voor mensen die een overgevoeligheid hebben voor koemelkeiwit bestaat er ook sondevoeding op basis van soja.
Voor specifieke aandoeningen zijn ook sondevoedingen beschikbaar. Denk aan een sondevoeding voor mensen met COPD (chronische Long ziekte) of voor mensen met diabetes of nierfalen. Smaak is bij sondevoeding minder belangrijk omdat dit rechtstreeks in de maag of darmen wordt toegediend.
Sondevoeding bij anorexia en andere eetstoornissen
Op het werk heb ik ook te maken met sondevoeding. Als iemand bij ons in behandeling komt hebben sommige een ziekenhuisopname achter de rug waarbij er vaak ook sondevoeding is gegeven. Hoe snel iemand dan over kan gaan naar gewone voeding hangt ook af of er naast de sondevoeding ook al gewone voeding werd gebruikt. Is dat laatste het geval dan is vaak de overgang naar gewone voeding makkelijker. Is dit niet het geval dan zie je vaak dat er in het begin nog gebruikt wordt gemaakt van bijvoeding zoals nutridrink bijvoorbeeld.
Sondevoeding wordt geïndiceerd op somatische gronden, zoals bij dreigende complicaties door ondervoeding, of ten behoeve van een snellere gewichtstoename. Een duidelijke eensluidende indicatie over wanneer een patiënt wel of niet meer in staat is om een verantwoorde beslissing over de eigen gezondheid te nemen, ontbreekt tot op heden. Het toedienen van sondevoeding is geïndiceerd wanneer de weigering om voedsel tot zich te nemen leidt tot lichamelijk risico. Aanbevolen wordt dat dit gebeurt binnen de context van een met de patiënt en/of de wettelijke vertegenwoordigers van tevoren opgesteld behandelplan waarvoor de lichamelijke veiligheid van de patiënt de leidraad is. In een dergelijk plan wordt aangegeven wanneer welke stappen genomen worden om de veiligheid van de patiënt te garanderen. Bron: richtlijneetstoornissen.nl
Heb jij ervaring met sondevoeding? Dan ontvangen we graag jouw ervaringsverhaal. Stuur jouw verhaal (mag anoniem) naar redactie@proud2Bme.nl
Fotografie: Donnie Nunley
Geef een reactie