Het is ontzettend belangrijk om hulp te zoeken bij een eetstoornis en andere mentale problematiek. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter en sneller het behandeld kan worden. Dus trek aan die bel! Daar sturen wij altijd op aan. Toch ervaart niet iedereen hulp vragen als iets positiefs. Het kan zelfs zo zijn dat je spijt hebt dat je om hulp hebt gevraagd. Maar het was toch goed om te doen, waarom voelt het dan zo?
Er kan een aantal redenen zijn waarom het achteraf toch niet goed kan voelen dat je om hulp hebt gevraagd. Dit wil echter niet zeggen dat het niet goed was om te doen. In deze blog bespreek ik een aantal redenen die aan het gevoel van spijt ten grondslag kunnen liggen. Hopelijk geeft het wat inzicht in waar het gevoel vandaan komt en hoe je daarmee om kan gaan; zodat je toch om hulp kunt blijven vragen, want herstellen van een eetstoornis doe je niet alleen.
Ik kom onder ogen dat ik niet ben waar ik wil zijn
Mijn eetstoornis had een functie. Handelen naar mijn eetstoornis en leven in die eetgestoorde wereld, leverde me dus ergens ook wat op. Mijn eetstoornis heeft verschillende vormen gekend. Het voelde een tijdje juist als iets sterks, iets waar ik helemaal niet vanaf wilde. Later, na een gefaalde eerste behandeling en toen mijn eetstoornis andere vormen aan begon te nemen, dacht ik: het valt wel mee, ik heb het wel onder controle, ik moet gewoon even wat meer mijn best doen en me niet zo aanstellen. Dit soort gedachtes maakt het voor velen lastig om op tijd aan de bel te trekken. Maar wat ik ook heel lastig vond, was dat wanneer ik mijn eetstoornis erkende, ik ook erkende dat het dus eigenlijk helemaal niet zo goed ging. Om hulp vragen betekende erkennen dat ik het niet alleen af kon en dat ik een serieus probleem had. Ik moest onder ogen komen dat mijn leven helemaal niet een kant op ging waar ik wilde zijn, en dat vond ik heel pijnlijk.
Over dit onderwerp is ook een gastblog geschreven door Marleen, genaamd ‘Levenspijn’. Je kan deze blog hier lezen.
Ik voel me slechter nu ik er aandacht aan geef
Je problemen onder ogen komen kan dus behoorlijk confronterend zijn. Maar alleen met die eerste erkenning was het helaas nog niet gedaan. Herstellen van een eetstoornis kost tijd. Het heeft zelfs nog jaren geduurd voordat het echt weer wat beter ging. Het voelde als zo veel en zo moeilijk en ik viel steeds maar weer terug. Doordat ik er zoveel mee bezig was, werd ik me extra bewust van wat er allemaal niet goed ging. Op sommige momenten lijkt het dan makkelijker om de boel maar de boel te laten en niet steeds te hoeven vechten. Laat maar! Maar ja, een leven lang een eetstoornis blijven houden, was dat dan het alternatief? En dus zette ik – met hier en daar een dipje in mijn motivatie – door. Alleen ik kon dit tij keren.
Achterliggende oorzaken en gevoelens komen naar boven
Een eetstoornis heeft een functie. Vaak heeft de eetstoornis een verdovende werking. Je voelt niet meer zo veel van die heel moeilijke gevoelens waar je mee worstelt. Ook kan de eetstoornis je een gevoel van controle geven. Strikte regels en gewoontes, het gevoel dat je ergens invloed op hebt, waar je dat elders in je leven zo intens mist. Wanneer je die eetstoornis aangaat, komen mettertijd ook deze achterliggende oorzaken en gevoelens naar boven. Een eetstoornis gaat wat dat betreft niet alleen maar over eten – was het maar zo makkelijk. Dat kan een heel erg zwaar proces zijn, waarin je je misschien eerst slechter (of minder verdoofd) gaat voelen dan je eerder deed, maar daar doorheen werken levert zoveel meer op dan de destructieve eetstoornis. Weer gaan leven, in plaats van enkel overleven. Dat is het zo waard.
Ik ben bang dat ik het niet kan
Dit hele proces kan ontzettend overweldigend zijn. Van de eerste stappen naar hulp, woorden moeten geven aan je gevoelens, eerlijk durven zijn, die eetlijst onder je neus geschoven krijgen, je elke week onder toeziend oog moeten wegen. Maar ook na verloop van tijd het gevoel hebben dat je maar niet vooruit komt en steeds terugvalt, trauma’s verwerken, leren omgaan met stekende onzekerheid. Ik heb regelmatig het gevoel gehad dat het me nooit ging lukken om te herstellen van mijn eetstoornis. Zo blijkt maar weer dat je toch echt meer kan dan je van tevoren denkt. Het is dan ook een proces dat tijd nodig heeft.
Ik voel me tot last
Nu zal ik niet iedereen over één kam scheren, want dat kan niet. Maar je hoort toch regelmatig terug van mensen met een eetstoornis dat ze moeite hebben met gevoelens van perfectionisme, zelfvertrouwen en/of ruimte innemen. Ik herken dat zelf ook heel erg. Ik schaamde me voor mijn problemen en wilde een ander ook niet tot last zijn. Ik was bang dat ik anderen teleur zou stellen of dat ik afgestoten zou worden. Dit ervaarde ik in mijn directe omgeving, maar ook in therapie. Als ik weer eens een eetbui had gehad, vond ik het zo moeilijk om dat toe te geven. Alsof ik dus niet genoeg mijn best had gedaan en faalde in de therapie. Terwijl, als het zo makkelijk was, dan had die hele therapie niet hoeven bestaan. En net zoals je bij iets fysieks als een gebroken been bepaalde zorg nodig hebt, heb je bij mentale kwetsbaarheid ook bepaalde zorg nodig. Daarmee ben je niemand tot last, dat is gewoon wat het is. Dat is menselijk.
Ik schaam me heel erg
Ik noemde het al onder het vorige kopje, schaamte kan een grote rol spelen wanneer je worstelt met een eetstoornis. Zelf herken ik dat ook heel erg. Delen over mijn eetbuien en het braken, vond ik vreselijk beschamend. Het voelde zo vies en ook heel zwak. Je deelt het omdat je weet dat het goed is en dan plots bekruipt een gevoel van schaamte je. Oh nee, nu weten ze het… wat heb ik gedaan?! Gaan ze me nu anders behandelen of anders over me denken? Toch is het heel goed dat je het hebt verteld. Die schaamte is heel naar, maar schamen is niet nodig. Ik denk dat het heel belangrijk is om deze taboes te doorbreken en daar hoop ik ook aan bij te dragen met de openheid die wij op Proud geven. Een eetstoornis is een ziekte en jij bent niet jouw eetstoornis.
Anderen bemoeien zich met me
Maar dat anderen plots weet hebben van jouw eetstoornis kan ook een ander effect hebben. Je omgeving is misschien geschrokken, of je hebt nu de hulp van een huisarts of psycholoog ingeschakeld, en plotseling gaan deze mensen zich met jou en jouw eetstoornis bemoeien. Iets wat ze nog niet deden toen ze het niet wisten, of hun vinger er niet op konden leggen. De hulp heb je ook nodig, maar een eetstoornis laat je niet zo makkelijk los. Vanuit je eetstoornis zal je ook weerstand gaan voelen, het voelt ineens heel eng en helemaal niet fijn dat anderen op je letten en steeds vragen hoe het gaat. Want nu wordt die eetstoornis, die dus een functie vervult, plots uitgedaagd. Ook hierbij is het goed om te beseffen dat jij niet je eetstoornis bent. En dat de eetstoornis haast een identiteit op zichzelf is, die gedachten in jouw hoofd fluistert. De eetstoornis wordt aangevallen, in die zin, maar niet jij. Ik zeg wel eens: streng voor de eetstoornis, lief voor de persoon.
Ik kreeg helemaal geen reactie
Nou, bemoeide iemand zich maar met me, denkt een ander misschien. Dat je een warm en zorgzaam sociaal vangnet hebt, is helaas niet voor iedereen vanzelfsprekend. En helaas kan het ook gebeuren dat de huisarts je eetstoornis over het hoofd ziet. Je krijgt helemaal niet echt een reactie op de hulp die je hebt gevraagd en dat is heel naar. Het kan enorm als een afwijzing voelen, waardoor je misschien wel spijt krijgt dat je om de hulp had gevraagd. Het bevestigt misschien wel het gevoel dat je er niet toe doet of dat je je niet zo aan moet stellen. Maar weet dat dat niet aan jou ligt. Een huisarts kan helaas iets over het hoofd zien, of je omgeving kan je iets niet bieden wat je wel verdient. Het is dan ook niet verkeerd om een second opinion te vragen of naar iemand anders die jij vertrouwt toe te stappen en hierin voor jezelf op te komen. Hoe rot het ook is dat het is gebeurd.
Ik kreeg een negatieve reactie
Het kan ook nog compleet de andere kant op slaan. Misschien heb je dan eindelijk de moed verzameld om het aan je ouders, relatie of ander contact te vertellen – en dan worden ze plots boos. Ik heb weleens meegemaakt dat ik het eindelijk durfde te vertellen aan mijn toenmalige relatie, en toen echt een hele nare reactie van hem kreeg. Uiteindelijk was dit ook helemaal geen fijne of gelijkwaardige relatie geweest en dat zegt dan ook veel meer over de ander dan over jouzelf. Weet dat jij niet hebt gekozen voor een eetstoornis, maar door het vragen om hulp wel kiest voor herstel en openheid – en dat is alleen maar iets om trots op te mogen zijn. Weet dat jouw (mentale) gezondheid iets ontzettend belangrijks is en dat dat door niemand onbelangrijk gemaakt mag worden. Dat je mag opkomen voor jezelf en dat het goed is om om hulp te vragen bij wie jou dat kan bieden.
Tot slot
Deze gedachten, gevoelens en gebeurtenissen kunnen er helaas bij horen, maar dat betekent niet dat het niet goed is om om hulp te vragen. Het is wrang, maar bij eetstoornisherstel voelen goede stappen soms eerst minder goed, bijvoorbeeld omdat je tegen de angsten van de eetstoornis ingaat. De eetstoornis hield zich min of meer koest omdat je er gehoor aan gaf, en nu voel je die weerstand. Maar had je dan altijd zo door kunnen gaan? Waar was het dan geëindigd?
De stap naar hulp is een goede stap, maar het kan soms even zoeken zijn voordat je de juist hulp vindt: de juiste aansluiting, klik of therapievorm. Misschien moet je dat sociale vangnet nog ontwikkelen, kom je uit een onveilige thuissituatie waar geen ruimte is voor jou problemen, maar dat maakt je probleem niet minder belangrijk. Ga die eetstoornis te lijf hand in hand met de mensen die er voor je kunnen zijn. Want jij verdient veel beter.
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2022
Geef een reactie