Iedere keer die blikken van anderen, het blijft pijn doen. Iedere keer weer denk ik dat ik er nu wel aan gewend ben dat andere naar mijn littekens staren. Iedere keer weer denk ik dat ik nu de kracht heb om mijn littekens niet te verbergen en anderen maar gewoon te laten kijken en denken. Maar toch iedere keer weer, die pijn van de blikken van anderen. Ken je dat, dat anderen je vooroordelen op je âanders’ zijn? Mijn eetstoornis en littekens hebben al ik weet niet hoe vaak gezorgd voor vooroordelen van anderen en een onzeker gevoel over mezelf.
Soms zou ik zo graag gewoon een gebroken been willen hebben. Dan lopen mensen tenminste niet met een boog om je heen. Alsof ik een of andere besmettelijke ziekte heb. Deze vooroordelen en blikken van anderen doen mij pijn, ik wil dat het stopt. Dat iemand met een psychisch probleem niet âraar’ wordt gevonden door de maatschappij. Dat iedereen normaal door de stad kan lopen, zonder na gekeken te worden. Tijdens een van de momenten dat ik gek werd van alle blikken van anderen heb ik de volgende tekst geschreven. Deze wil ik graag met jullie delen…
“Hoe zal ik eens beginnen… Een heel verhaal, of toch maar niet. Twijfel of ik dit wel moet vertellen, of ik dat wel wil. Maar ik weet ook zo goed dat ik jou kan vertrouwen. Alleen wil ik dit vertrouwen niet kwijt. En vertrouwen? Wat is dat eigenlijk. Nu denk ik je te kunnen vertrouwen, maar is dat ook nog zo als je mijn echte verhaal kent? En moet ik een ander wel lastig vallen met mijn verhaal? Doe ik een ander daar geen pijn mee, en daarmee ook mezelf? Ik wil een ander geen pijn doen of tot last zijn. Toch wil ik zo graag dat er begrip is, dat de taboes weg gaan. Maar hoe?
Dit alles zijn alleen al een klein deel van de vragen die spelen, voor het besluit om te vertellen wat mijn verhaal is. Een verhaal waarvan ik zou willen dat het er niet was. Een verhaal wat mij heel veel heeft gekost. Een verhaal waardoor ik heel veel ben kwijtgeraakt. Maar toch ook zeker een verhaal dat mij heeft gemaakt tot wie ik nu ben. Een verhaal dat mij mezelf heeft leren ontdekken. Kortom, een verhaal dat niet meer weg te denken is uit mijn leven, hoe graag ik dat ook zou willen. Maar dit verhaal vertellen, dat wil ik eigenlijk best graag. Anderen laten weten hoe het is, hoe het voelt en wat het inhoud om dit verhaal mee te maken. Maar vooral ook om te laten weten dat het verhaal zwaar was, dat het heeft gemaakt wie ik nu ben, maar dat het nu niet meer speelt. Dat het een verhaal is dat is afgesloten, maar ook altijd bij mij zal blijven. Er is een nieuw verhaal begonnen….
Toch is het lastig om dit verhaal te vertellen. Het is een verhaal dat negatieve reacties oproept. Een verhaal wat er al heel vaak voor heeft gezorgd dat ik: wordt nagekeken, anders wordt behandeld, zelfs wordt genegeerd en ga zo maar door…
Waar het verhaal begint weet ik niet. Het is een verhaal dat langzaam in je leven sluipt. Heel langzaam een deel van je wordt en je overneemt. Voor mij was er niets aan de hand. Ik had wel het idee dat ik anders was dan anderen, maar dat had ik altijd al gehad. En het ging toch goed met mij? Dus waarom begonnen anderen zich zorgen te maken over mij? Ik voelde mij prima, dacht ik.
Ja, het was wel druk in mijn hoofd, en ik dacht veel na. En ja ik moest veel van mezelf. Maar alles wat ik dacht, moest en vond, was toch normaal? En ja ik werd iedere dag wel gek van mezelf. Kon er dan nooit een keer rust zijn? Toch dacht ik dat dit normaal was. Wel werd de chaos in mijn hoofd steeds erger. Ik werd er moe van, het voelde of ik in een eigen wereld vast zat en daar niet uit kon komen. Een donkere wereld waar je alleen bent, waar niemand je kan horen, hoe hard je ook schreeuwt. Een wereld waar niemand in kan komen en die steeds donkerde wordt.
Mijn omgeving zag mij ook wegglijden. De zorgen werden te groot. Vragen deden ze wel. Maar antwoorden kon ik niet. Ik had altijd wel weer een reden waarom ik deed wat ik deed. Soms moest ik hiervoor ook liegen. En dit terwijl ik een haat heb tegen liegen. Maar ik moest wel. Er was geen andere optie. Liegen of wie weet wat er zou gebeuren als ik zou vertellen wat er speelde… Tot het moment dat er iemand was die door bleef vragen en naar hulpverlening stapte. Dan begint een zware strijd, hoor je dan vaak… Nou, neem maar van mij aan dat die strijd al begint op het moment dat het verhaal je leven in begint te sluipen. De tijd voordat je hulp krijgt is net zo zwaar als alles wat erna komt. Wachtlijsten is punt een. Tja, ze hebben wel enig idee wat het probleem is, maar er is geen plek. Voor een intake moet je al gauw drie maanden wachten. Drie maanden wachten…
Als je beseft dat de stap naar het vragen om hulp misschien wel de grootste stap is. Dan is drie maanden heel erg lang. En dan ben je eindelijk aan de beurt. Maar dan krijg je te horen dat je situatie te ernstig is om hier geholpen te worden… In mijn geval was dit op na een kinderarts om aangemeld te kunnen worden bij een kliniek. Ook hier krijg ik te horen dat mijn situatie ernstig was. Ik moest in het ziekenhuis blijven. Dit was iets wat ik totaal niet begreep. Ik voelde mij toch prima? Ik kon toch alles doen wat ik wilde? Waarom moest ik hier blijven, terwijl er zoveel zieke mensen zijn die in mijn bed in het ziekenhuis zouden moeten liggen? Toch kwam er tijdens deze opname vermoeidheid naar voren. Ik was zo moe… Ik kon niet meer. Na gelukkig een korte tijd in het ziekenhuis, ging ik naar een kliniek. Ook dit vond ik maar onzin. Ik was toch niet ziek? Ik had toch nergens last van? Ik wilde wel rust. Ja, rust was wat ik wilde. Dat die chaos in mijn hoofd nu eindelijk eens zou stoppen. Dat ik eens niet zo moe hoefde te worden van mezelf. Maar ik was toch niet zo ziek dat ik naar een kliniek moest?
Wat een dag was die eerste dag in de kliniek. Meteen regels. Regels die ik niet zag zitten. Regels die ervoor zorgde dat mijn chaos nog groter werd. Die regels kon ik mij toch niet aan houden? Wat dachten ze wel? Die regels vernielde heel mijn wereld. Maakte alles wat ik dacht en mijn regels kapot. En alles wat ik moest. Aankomen, eten, stilzitten, praten over wat ik moeilijk vond. Al mijn controle weg… Toch was die eerste dag ook een opluchting. Ik was niet alleen in mijn wereld. Ik was niet de enige die chaos had. Ik was niet de enige die met deze chaos vocht. Ik was niet de enige met deze gedachten en regels. Wat was dat fijn! Ik was niet alleen! Een lang gevecht, met veel vallen en opstaan ging verder. Veel verdriet en veel pijn. Maar toch ook een gevecht waarin kon worden gelachen en waarin plezier was. Al was dit soms zo klein. Een gevecht waarin ik veel geleerd heb, mezelf heb leren kennen. Een gevecht wat ik alleen moest voeren. Een gevecht waarbij ik hulp kreeg, maar ik toch zo alleen was. Een gevecht waarbij ik vaak geen hulp mocht krijgen van mezelf.
Een gevecht dat loodzwaar was. Een gevecht dat nooit leek op te houden. Een gevecht tegen iets waar je helemaal niet van af wilt, of toch wel? Een gevecht dat oh zo eng is. Een gevecht waardoor ik zoveel ben kwijtgeraakt. Maar ook een gevecht waar ik zoveel voor terug heb gekregen. Een gevecht waarbij je soms denkt dat het beter gaat, maar dan wil je even uitrusten. Uitrusten en dan komt er weer een klap. Een stap vooruit en weer twee terug… Een gevecht wat voor mij nog een groter gevecht werd. Ik moest iets met mijn chaos. Ik wilde rust. Ik kon niet meer. Ik wilde dat er een einde zou zijn. Ik wilde dat het stil werd, dat het zou stoppen. De oplossing die ik hiervoor had, die hielp. Maar ik wilde het niet. Niet zo. Waarom moest ik mezelf beschadigen om tot rust te komen? Waarom kon ik niet gewoon zijn? Waarom moest het zo druk zijn in mijn hoofd? Waarom kon het niet stil zijn? Waarom moest ik steeds meer chaos krijgen? Waarom moest ik mezelf zoveel pijn doen?
Steeds dieper raakte ik in gevecht. Steeds verder weg van de wereld. Steeds eenzamer in mijn strijd. Steeds meer de vraag, wilde ik nog leven? Had ik de kracht nog om te vechten? Had ik nog hoop? Maar vechten bleef ik gelukkig. Nu kan ik zeggen, het doorvechten was het waard. Steeds meer kan ik zeggen dat ik blij ben met wie ik ben geworden. Steeds meer kan ik zeggen dat dit gevecht, dit verhaal ervoor heeft gezorgd, dat ik ben geworden wie ik ben. Dat ik mezelf heb leren kennen. Dat ik nu weet wie ik echt ben. Steeds meer ook durf ik te zeggen dat dit verhaal, dat dit gevecht mij zoveel heeft afgepakt, maar dat het me nog veel meer heeft teruggegeven. Nu kan ik ook zeggen dat dit gevecht een hel is. Dat dit gevecht zwaar is. Dat dit gevecht eenzaam is. Dat je dit gevecht alleen moet voeren, maar dat je bij dit gevecht hulp mag gebruiken.
Nu weet ik dat ik niet altijd gemakkelijk was voor hulpverleners. Dat ik niet altijd gemakkelijk was voor mijn omgeving. Maar dat ik ook niet altijd gemakkelijk was voor mezelf. Nu wil ik dat er begrip is. Dat er begrip is voor dit gevecht. Dat er goede hulp is voor dit gevecht. Dat je niet veroordeeld wordt op dit gevecht. Dat je geen stikker voor de rest van je leven overhoudt aan dit gevecht. Nu weet ik dat ik trots mag zijn op wat ik bereikt heb. Nu weet ik hoe ik beginnen moet. Nu weet ik wat ik wil. Nu weet ik, ik begin, ik vertel dit verhaal. Ik vertel dit verhaal voor begrip. Begrip voor hen die nu vechten, voor hen die met de vooroordelen moeten omgaan. Voor hen die met de gevolgen moeten dealen. En voor mezelf, omdat ook ik nog steeds te maken heb met de gevolgen van dit verhaal. Ik begin, Ik vertel en ik leef…“
Met deze tekst hoop ik dat ik mezelf en ook anderen, de kracht kan geven om jezelf te zijn en je niets aan te trekken van wat anderen denken. Maar ook dat taboes verdwijnen en mensen niet meer vooroordelen.
Zelf heb ik er veel aan om deze tekst te lezen, als het even minder gaat. Ik hoop dat ik anderen met deze tekst ook kan helpen. En vooral hoop ik dat er niemand meer veroordeelt wordt op wat dan ook!
Die nare blikken wil ik niet meer, die nare blikken moeten stoppen. Ik ben net als anderen. En ik heb net als anderen mijn eigen problemen, zoals iedereen zijn eigen problemen heeft. En ja, mijn problemen zijn zichtbaar op mijn lichaam. Maar dus? Dat betekent niet dat ik anders ben. Mij verbergen en verstoppen doe ik dan ook niet meer, ik ben goed en mooi zoals ik ben en wat een ander over mij denkt? Dat interesseert mij niet, ik ben wie ik ben en wie ik wil zijn.
Geef een reactie