“Door persoonlijke omstandigheden zal het helaas in de komende tijd lastig worden om nog veel tijd in te plannen voor de functies naast mijn studie.” Binnen de drukke opleiding geneeskunde, waar de helft van de studenten verschijnselen van een burn-out heeft, voelde dit als een uitleg die door velen nog wel begrepen zou worden. Maar aangeven dat ik op de wachtlijst sta voor een deeltijd therapie voor anorexia anervosa, kwam eigenlijk niet in mij op…
Zelfs tegenover mijn close vrienden heb ik het lang lastig gevonden om het over mijn diagnose te hebben. Ik had voor mijzelf besloten dat ik alleen maar een last zou zijn en dat het bovendien niets op zou leveren om hen te betrekken in mijn ziekte en herstel. Ik deed mijn best om normaal mee te doen met eten als we hadden afgesproken, terwijl ik in mijn hoofd alleen maar bezig was met het tellen van de calorieën in elk klein snoepje. Ergens wist ik nog dat het niet gezond was om twee dagen voor een afspraak al te compenseren door minder te eten en meer kilometers te rennen, zeker met mijn te lage BMI. De drang om controle te hebben over mijn gewicht en de angst om dit te verliezen was echter te sterk om tegen te spreken met mijn gezonde verstand. Omdat ik mij te erg schaamde voor deze obsessieve gedachten om ze te delen, was ik alleen met de eetstoornisgedachten die een overheersende stem vormden in mijn hoofd.
Toen ik vanwege mijn lichamelijke en mentale toestand van mijn ouders hulp moest gaan zoeken, kreeg ik mijn diagnose en kwam op de wachtlijst voor een intensieve behandeling te staan. Wachttijd voor professionele hulp is (welbekend) lang en in mijn geval moest ik rekenen op minstens een half jaar voordat ik terecht kon bij een groep. Ik ben ongelofelijk dankbaar voor mijn moeder die mij enorm heeft geholpen om zelf stapjes in de goede richting te nemen door simpelweg te praten en luisteren naar wat er in mij omging. Ze vroeg me wat me tegenhield om aan te komen; een vraag waar ik zelf niet eens bij stil had gestaan. Na lang zwijgen kon ik uitbrengen “walging van mijzelf en mijn lichaam” en “controle moeten hebben over eten en gewicht”. In feite alle hatende gedachten die mijn eetstoornis elke dag tegen mij riep. Gedachten waaraan ik niet kon vluchten en die enkel verdwenen door eraan toe te geven. Door mijn moeder zag ik in dat de gedachten te sterk waren voor mij alleen om aan te vechten. In middels heb ik mijn familie en vriendenkring weten te betrekken in mijn herstel en ben ongelofelijk blij met hen steun.
Hoewel het in het begin lastig was om te praten en uit te zoeken op welke manier mijn omgeving hulp konden bieden, is het na verloop van tijd makkelijker geworden en zit het in de kleine dingen die een enorm verschil maken. Ik laat anderen voor mij opscheppen als we samen eten en kan de eetstoornisgedachten (bijvoorbeeld dat ik te veel heb gegeten en niet meer mag snacken ‘s avonds) uitspreken zodat ik ze niet alleen hoef tegen te gaan. Ik kan mijn eetstoornis nu ook meer zien als iets dat losstaat van mijzelf en als iets waarbij ik steun mag zoeken.
Mensen met een psychische diagnose hebben veelal te maken met angst voor onbegrip en schaamte wat een drempel vormt om hulp te zoeken. Stigmatisering van mensen met een psychische diagnose is helaas een wijd reikend en hardnekkig probleem. Zo bestaat over eetstoornissen de aanname dat men zelf verantwoordelijk is voor de ziekte, meer dan in vergelijking met andere psychische diagnoses. Daarbij wordt soms gedacht dat mensen met een eetstoornis aandacht zoeken, misleidend, ijdel, zwak of moeilijk om mee te praten zijn. Het stigma speelt zelfs een rol binnen naasten families en onder zorgverleners. De angst om open te zijn over een eetstoornis is dus niet geheel onbegrijpelijk gezien de negatieve labels die bestaan in de maatschappij. Stigma kan er zelfs toe leiden dat mensen met een eetstoornis gaan ‘zelf-stigmatiseren’, wat kan betekenen dat men gaat geloven dat een mentale ziekte hun eigen schuld is en geen hulp durven te zoeken als gevolg. Ook kan het leiden tot sociale isolatie.
Stigma tegengaan is een lastige taak omdat het best begrijpelijk is dat het gedrag dat uit een eetstoornis voorkomt kan leiden tot misassumpties. Het is nou eenmaal lastig voor omstanders om zich voor te stellen wat ten grondslag ligt aan het ‘afwijkende’ eetpatroon en andere symptomen. De zin uit de Netflix film To the Bone ‘I dont get it, just eat’ illustreert het bestaande onbegrip over wat het betekent om een eetstoornis te hebben goed. Met dit in gedachten denk ik dat het juist belangrijk is dat we met met elkaar het gesprek aangaan over eetstoornissen zonder schaamte en zonder oordelen. Open en eerlijk zijn over de eetstoornis helpt om het onbegrip en zo ook het negatieve stigma te verminderen. Mensen die iemand kennen met een eetstoornis blijken namelijk ook minder geneigd te zijn om scherpe vooroordelen te vellen hierover.
Natuurlijk kies je zelf je grenzen in hoe open je wil zijn en tegen wie, maar het is belangrijk om de mensen die dicht bij je staan toe te laten in wat jouw eetstoornis betekent ondanks de angst voor negatieve vooroordelen. Zo hoef je niet alleen te staan in de strijd tegen je eetstoornis en kan je mogelijk ook een stukje onbegrip en vooroordelen uit de lucht halen.
Bronnen:
1. de Goei, L., Plooy, A., & van Weeghel, J. (2006). Handreiking voor de bestrijding van stigma en discriminatie wegens een psychische handicap. https://www.trimbos.nl/docs/8b3eb008-87ff-4078-9bbc-2aacfe4b82df.pdf. https://www.trimbos.nl/docs/8b3eb008-87ff-4078-9bbc-2aacfe4b82df.pdf
2. Crisp A. Stigmatization of and discrimination against people with eating disorders including a report of two nationwide surveys. 2005; https://onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.1002/erv.648.
3. Samen sterk zonder stigma. (2018, 29 november). Oorsprong van stigma: hoe ontstaat stigmatisering precies? https://www.samensterkzonderstigma.nl/wat-is-stigma/kennis/oorsprong-van-stigma/
4. Roehrig JP, McLean CP. A comparison of stigma toward eating disorders versus depression. 2010;43(7):671–4. 10.1002/eat.20760 [doi]
5. Puhl R, Suh Y. Stigma and eating and weight disorders. 2015;17(3):552-015-0552–6. 10.1007/s11920-015-0552-6 [doi]
6. O’Connor C, McNamara N, O’Hara L, McNicholas M, McNicholas F. How do people with eating disorders experience the stigma associated with their condition? A mixed-methods systematic review. 2019;1–16. 10.1080/09638237.2019.1685081 [doi]
7. Griffiths S, Mond JM, Murray SB, Touyz S. The prevalence and adverse associations of stigmatization in people with eating disorders. 2015;48(6):767–74. 10.1002/eat.22353 [doi]
Geef een reactie