Een nieuwe dag. Een nieuwe kans om tegen die eetstoornis te vechten. Zo stond ik dag in dag uit op. Vandaag ga ik je verslaan. Vandaag ben ik sterker dan dit alles. Vandaag geef ik mezelf een schop onder m’n kont en m’n eetstoornis een schop de deur uit. Het zou me lukken. Ik zou dit gevecht winnen.
Blijf vechten tegen die eetstoornis. Hoe vaak zeg jij het tegen jezelf? Hoe vaak moedigt een ander jou om tegen die eetstoornis te vechten? Om vandaag niet naar die stem te luisteren en keihard tegen je gevoelens in te gaan? Zelf zeg ik het ook hoor. Ik zeg het tegen jullie. Ik zei het tegen mezelf. Blijven vechten. De strijd niet opgeven. Dat vind ik nog steeds, maar misschien zou het helpen om dat vechten eens op een andere manier te benaderen.
Vechten met mijn eetstoornis betekende min of meer dat ik in gevecht was met mijzelf. Ik was natuurlijk niet mijn eetstoornis. Ik was en ben veel meer dan dat, maar die eetstoornis was wel deel van mij gaan uitmaken. Die eetstoornis bepaalde wel mijn gevoelens en gedachten. Daar tegenin gaan voelde af en toe onwijs onnatuurlijk. Ja maar! Ik durf niet… Dat maakt niet uit Irene, je móet.
Hoe meer ik aan het vechten was mijn met eetstoornis hoe harder deze terug leek te vechten. Ik begreep het niet. Ik wilde het niet begrijpen. Ik wilde dat het gewoon afgelopen was. Ik dwong mezelf eetschema’s te volgen en ik nam het mezelf ontzettend kwalijk als me dat niet lukte. Ik móest me goed voelen. Het móest nu afgelopen zijn. Waarom kon ik niet gewoon normaal doen?!
Gewoon normaal doen… Zo gewoon en normaal is dat niet. Die eetstoornis heb je niet voor niks. Het is geen kwestie van geen zin hebben om normaal te doen. Het is niet simpelweg een keuze, want wanneer je niet kiest voor een eetstoornis kies je ervoor om door die angst die daar tegenover staat heen te gaan. Je kiest ervoor om iets anders aan te gaan. Iets dat je met die eetstoornis zo angstvallig hebt proberen weg te stoppen.
Je eetstoornis vult een leegte in. Het helpt je met het bouwen van het muurtje om je heen. In zekere zien biedt het bescherming, maar tegelijkertijd isoleert het. Je raakt verwaarloosd, vereenzaamd, uitgehongerd, letterlijk, maar ook figuurlijk. Waar honger je nou werkelijk naar? Waar heb je die eetstoornis voor ingezet? Wie zit er achter dat muurtje en hoe kan je die persoon helpen? Probeer te kijken naar wat die kant van je nodig heeft om dat muurtje stukje bij beetje, steentje voor steentje af te durven breken. Kom je zelf daarin tegemoet.
Laat je vechtlust niet leiden tot een veldslag. Blijf geen klappen uitdelen en opvangen tot je erbij neervalt. Nee, een eetstoornis wilt niemand. Het verziekt je leven. Het maakt je kapot, maar wat heb je nu werkelijk nodig? Woede? Oordelen? Onbegrip? Of liefde? Ik kon het mezelf zo kwalijk nemen dat ik een eetstoornis had. Ik was vaak zo boos op mezelf. Dit, terwijl ik eigenlijk best begrip op mocht brengen voor mijn situatie. Misschien had ik dat op sommige momenten wel meer nodig dan een streng wijzende vinger.
Ja, ik heb het moeilijk en dat is kut, maar ik snap het ook en het komt goed. Shit, vandaag is het niet gelukt, maar we gaan er gewoon weer voor. Het is niet erg. Ook ik verdien liefde. Ook mét een eetstoornis. Ik probeer mezelf te troosten: Sorry, dat ik zo gemeen tegen je was… Maar ik wist het even niet. Het lukte even niet, maar het is niet erg. Het is wel erg, maar het komt wel goed. Ik vergeet het niet, maar ik vergeef het mezelf wel. Ik stel mezelf te vraag: Waarom is het niet gelukt? Wat had ik wel nodig? Hoe kan ik het de volgende keer anders doen? Waar verlang ik naar? Hoe kan ik mezelf dat geven?
Ja, soms moet je inderdaad even keihard tegen je gevoel ingaan. Soms moet je gewoon. Vechten. Doorzetten. Je kut voelen en dan toch overwinnen. Nadenken over de lange termijn. Praktische oplossingen inzetten, maar daarnaast moet je ook luisteren. Luisteren naar je eetstoornis. Vragen stellen aan je eetstoornis. “Waarom ben jij hier eigenlijk? Waar wil je me voor beschermen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat jij niet denkt dat dit nodig is?” Wat hoor jij als je luistert naar je eetstoornis?
Er zijn geen regels voor herstel. Wat voor de één werkt, werkt niet per se voor de ander. Ook kan het zijn dat je eerst een tijdje moet vechten en dan een tijdje moet luisteren, of andersom, of beide, of… of, of of. We kunnen stellen dat er veel patronen in herstel overeen komen, maar het is en blijft ieder z’n eigen pad. Een pad dat kronkelt, omhoog en omlaag gaat, stijl of vlak is. Een pad dat telkens om een andere manier van wandelen lijkt te vragen. Even doorzetten? Stapje voor stapje? Een sprintje trekken? Opnieuw de route plannen? Iemands hand vragen? Wat heb jij nu nodig om vooruit te kunnen?
♥
fotografie: pexels
Geef een reactie