Bij suiker denk je meteen aan kristalsuiker wat je in de koffie en thee doet, maar hoe zit het met al die andere namen die je vaak ziet, maltitol, sorbitol, aspartaam, lactose, fructose noem maar op. Zijn dat ook suikers?
Wat zijn suikers?
Suikers vallen onder de koolhydraten. Koolhydraten is een verzamelnaam van suikers die je kan onderverdelen in enkelvoudige en complexe koolhydraten.
Enkelvoudige suikers zijn bijvoorbeeld de witte suiker uit de suikerpot maar ook suikers uit fruit, dit wordt wel fructose genoemd. Glucose is de kleinste vorm van suiker en dit wordt ook vervoerd in je bloedbaan.
Je hebt snoepjes met glucose die wel door sporters wordt gebruikt, dextrose, dit is pure glucose en wordt snel door je lichaam opgenomen. Maar er zijn nog meer soorten. Lactose is een melksuiker die je terug vindt in zuivelproducten. Sacharose is samengesteld uit meerdere glucoseonderdelen en is eigenlijk de witte suiker in de suikerpot.
Zoetstoffen
Zoetstoffen worden gebruikt om een product zoet te laten smaken. Er zijn veel verschillende soorten zoetstoffen. Maar wat zijn nou de voordelen van zoetstoffen? En zijn er ook nadelen?
Je kan zoetstoffen op verschillende manieren indelen. Je kan ze bijvoorbeeld indelen naar zoetkracht. Je hebt een groep zoetstoffen die “intensieve zoetstoffen” worden genoemd, deze hebben een hele zoete smaak en je hebt er ook weinig van nodig om een zoete smaak te krijgen.
Dit zijn bijvoorbeeld cyclamaat , sacharine en aspartaam. De eerst 2 leveren geen energie en aspartaam levert dezelfde hoeveelheid energie als suiker maar omdat je er veel minder van nodig hebt omdat de zoetkracht 200 keer groter is dan van suiker levert het in een voedingsmiddel bijna tot geen energie.
Aspartaam zie je vaak in light frisdranken en in zoetjes. Aspartaam kan niet gebruikt worden met mensen met een bepaalde stofwisselingsziekte. Zij kunnen het aminozuur fenylalanine wat in aspartaam voorkomt niet afbreken.
De andere groep zijn de “extensieve zoetstoffen”. Deze hebben een zoetkracht minder of vergelijkbaar aan suiker.
Polyolen vallen in deze groep. Deze zijn veel minder zoet en en leveren minder energie dan suiker. Bij teveel gebruik kun je van polyolen maag-darmklachten krijgen. Dit zijn bijvoorbeeld, sorbitol en maltitol. Daarom is het goed om op de verpakking te kijken wat er precies inzit en of er een maximale dosering op een dag wordt aangeraden. Maltitol is een zoetstof die veel gebruikt wordt bij suikervrije snoepjes. Het levert hierdoor minder energie dan snoepjes gezoet met suiker.
Xylitol is een zoetstof die je vaak tegenkomt in kauwgom. Het levert niet alleen een zoete smaak maar is daarnaast ook goed voor je tanden. Dit komt omdat xylitol door de bacteriën in je mond niet wordt omgezet in zuur wat schadelijk is voor je gebit terwijl dat wel gebeurt bij gewone suikers .
Dus de voordelen van zoetstoffen zijn dat ze minder energie (calorieën) leveren en hierdoor een goed alternatief voor mensen die minder energie binnen willen krijgen of minder suikers in hun voeding willen gebruiken. Daarnaast is het een beter voor de tanden, hierdoor minder kans op tandcariës.
Nadeel is dat sommige zoetstoffen maag-darmklachten kunnen geven. Daarnaast worden de andere nadelen onderzocht: De Europese Unie vervroegt een onderzoek naar de veiligheid van de zoetstof aspartaam (E951), die in zeer veel lightproducten is verwerkt.
Oorspronkelijk was de herbeoordeling pas over acht jaar gepland, aldus een woordvoerder van de Europese Commissie gisteren. Dit wordt vervroegd naar aanleiding van de recente uitkomsten van Deens onderzoek onder 60.000 zwangeren.
Daaruit blijkt dat zwangeren die dagelijks lightfrisdrank nuttigen met aspartaam een verhoogd risico hebben op (ernstige) vroeggeboorte. Het verhoogde risico varieerde van 38 procent (één lightdrank) tot 78 procent (meer dan vier consumpties). Ook zijn er door Italiaans onderzoek opnieuw aanwijzingen dat E951 de kans op kanker verhoogt.
Hoe denk jij over suiker en zoetstoffen?
En wat zou jij jouw kinderen later geven?
Geef een reactie